Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
MAURICE DIELEMANS (15 IN 1990)
"Als je een jaar of vijftien bent, dan is het schoolplein de wereld. Er woedde een helse oorlog. Als je geen schoenen van Nike had of niet vóór U2 was, werd je in elkaar geslagen. Alleen het groepje donkere jongens met gouden kettingen en T-shirts van Public Enemy werd met rust gelaten. Door mijn halflange haar en spijkerjas kon ik het redelijk vinden met een stel hardrockers. Ik viel door de mand toen ik zei dat ik naar Marillion luisterde. Die band was natuurlijk veel te soft. Maar goed, ik hield dan ook helemaal niet van metal en van mijn ouders mocht ik - godzijdank - niet naar Morbid Angel in Nighttown. De verlossing kwam met gitaarrock van The Smiths, The Pixies, R.E.M. en Midnight Oil, met dank aan MTV. Ook Britse bandjes als The Stone Roses en Happy Mondays vonden zo hun weg naar mijn walkman. Het waren spannende tijden, met later ook de eerste concerten van The Smashing Pumpkins, Nirvana en Radiohead, die nog op gratis festivalletjes speelden. En Morbid Angel? Ja, die zag ik later ooit 's ochtends op Roskilde. Ik vond er nog steeds niets aan."
NIENKE FRANZEN (15 IN 2003)
"Toen ik vijftien was, luisterde ik zo goed als uitsluitend naar Nirvana. Van mijn vader kreeg ik de cd van Nirvana's show bij MTV Unplugged en dat was het begin van het tijdperk. Het bleef overigens niet bij luisteren; ik heb in die tijd veel van mijn zakgeld uitgegeven aan posters, cd's en singles, T-shirts, dagboeken van Kurt Cobain en meer fanmateriaal. Ook mijn spreekbeurt voor het vak Engels - ik was gekleed in bijpassend shirt - ging over Nirvana. Hoewel de posters van de muren zijn verdwenen, zet ik de muziek nog steeds af en toe op en luister ik ernaar met een mengeling van plezier en nostalgie, terugdenkend aan mijn jaren van teen spirit."
INGE JANSE (15 IN 1996)
"Metal, metal, metal. Dat vat aardig samen waar ik naar luisterde op mijn vijftiende. Via mijn oudere buurjongen werd ik sinds mijn twaalfde stiekem gevoed met satanische invloeden, beginnende bij Guns N' Roses, en op mijn vijftiende eindigend bij Gorefest en Nembrionic. Da's trouwens maar goed ook, want van mijn oudste broer kreeg ik vooral Genesis, U2 en Gloria Estefan mee, terwijl mijn middelste broer dacht dat verlichting bereikbaar was via Neophyte, Rotterdam Terror Corps en Ruffneck.
De belangrijkste band was zonder twijfel Metallica. Kill 'em All heb ik nooit begrepen, van ...And Justice for All had ik direct door dat het een nepalbum was, dat zwarte album vond ik maar zo zo (ik was een vroege purist), maar Master of Puppets en Ride the Lightning: daarvan wist ik direct dat zij voor mij gemaakt waren. Vooral Master of Puppets ligt me nog altijd nauw aan het hart. Zelfs anno 2014 hoef ik ook maar ergens dat 'taa....ta ta taaaaaa' te horen, en ik zet gelijk in met een stemmig 'tatataa tataa t ta ta taaaa, tatata tata t ta ta ta taaa' als antwoord. En dat zal ik blijven doen. Metallica is inmiddels niet meer die band waar ik zo enorm fan van was, toch houd ik een pikzwart plekje in mijn hart voor James, Kirk, Cliff en Lars, en als het goed is hoor je die hartkamer tussen het kloppen door neuriën: 'taa....ta ta taaaaaa.......tatataa tataa t ta ta taaaa, tatata tata t ta ta ta taaa'."
IDDO HAVINGA (15 IN 2001)
"Op mijn vijftiende beleefde ik muziek voor het eerst als iets dat mijn identiteit vormde. Na Top 40, de gabber van mijn broer, de eerste Hitzones en enkele trancecompilaties, luidde Metallica’s S&M het tijdperk in naar muziek die écht van mijzelf was. Het was de tijd van nu metal, dus na 'Tallica volgden schreeuwbandjes van diverse pluimage (Linkin Park, Limp Bizkit, Finger Eleven en Deftones). Het was het jaar van mijn eerste grote concert (Muse in de HMH), een te grote legerjas met bandpatches, kisten en exclusief 'alternatieve' muziek willen luisteren. Met Radiohead en Sigur Rós raakten de schreeuwerds meer op de achtergrond en toen ik een jaar later tot mijn schrik ontdekte dat 'Like I Love You' van Justin Timberlake óók een lekker nummer was, vervaagden de genregrenzen, werd mijn oriëntatie breder en ging de legerjas de kast in."
FRANCIS PRONK (15 IN 2004, rechts op de foto)
"Op mijn vijftiende luisterde ik naar 'Helena' van de punkband Misfits (van het album Famous Monsters). Ik kreeg dit nummer toegestuurd door een vriend met bijbehorend liveclipje. In die tijd was er nog geen YouTube, dus je downloadde de clips via programma's als Bearshare (althans, dat deed ik, maar ik ben een vrouw). Ik was erg onder de indruk van de muziek én van de geschminkte, boze mannen. Al gauw ben ik mij gaan verdiepen in de muziek en tot op de dag van vandaag ben ik groot fan van deze band. Op mijn vijftiende ging ik ook voor het eerst naar een Misfitsconcert in de Melkweg. Een klein blond meisje met haar vuist in de lucht bij een punkconcert, best geinig toch? Ik ging van tevoren een cola drinken in het Melkweg Café en daar stond ineens de bassist voor me. Hij nodige mij en mijn maatje uit om mee te dineren en zo zat ik dan op mijn vijftiende met mijn favoriete band (én drummer Marky Ramone!, zie foto boven dit stukje) aan tafel. En dat allemaal omdat ik dat ene liedje had gehoord... 'Helena'."
MACHIEL COEHORST (15 IN 1984)
"Ik bevond me in een muzikale overgangsfase toen ik vijftien jaar was. Met een been stond ik in de muziek die ik van huis uit had meegekregen (Pink Floyd, Supertramp, Dire Straits, Queen), het andere been wilde - geïnspireerd door meer vooruitstrevende vrienden - naar muzikale vernieuwers als Tom Waits, Japan, David Bowie en Frank Zappa. Maar ik luisterde het meest naar de donkere wave van Simple Minds (New Gold Dream), U2 (October), The Cure (Seventeen Seconds) en Tears for Fears (The Hurting!). Niet veranderd in al die jaren is mijn gevarieerde muzieksmaak: toen ik vijftien jaar was draaide ik ook 'Tubular Bells' van Mike Oldfield grijs op mijn walkman…"
MIEKE VAN DER VEER (15 IN 1993)
"Voor The Breeders gingen we. En voor The Smashing Pumpkins. Maar we gingen toch vooral voor het grote avontuur, daar heel ver van ons eigen dorpje vandaan in de Flevopolder. Wij wilden onze helden en heldinnen die ons prille pubers via de radiokanalen elke avond tot tranen toe roerden eindelijk met eigen ogen aanschouwen.
Met kistjes aan en een loodzwaar Russisch uniform veroverden we ons eerste grote festival. Vriendin Mary en ik werden door onze ouders vanuit het boerse Brabant met de auto tot voor de poort van het festival gebracht. We zetten ons tentje op naast een groepje punkers. Toen had je namelijk nog echte punkers die festivals bezochten. Met enorme hanenkammen en gigantische veiligheidsspelden. De hele nacht speelden ze hetzelfde cassettebandje van The Sex Pistols héél hard af. We vonden het allemaal veel te spannend om ons eraan te ergeren. We stonden vooraan bij The Mighty Mighty Bosstones, bij Tool en The Jesus Lizard. Er waren nog maar twee podia en het kaartje kostte 75 gulden (dat is dus 34 euro!). Net vijftien jaar geworden stonden we op de eerste editie van A Camping Flight to Lowlands Paradise. Wat waren we stoer!"
ROELOF SCHIPPER (15 IN 2004)
"Ik schaam me eigenlijk niet eens kapot voor de muziek waar ik als vijftienjarige naar luisterde. Het bordpapieren mannetje dat onder water zwemt in de videoclip van 'The Pyramid Song' (Radiohead) maakte een onuitwisbare indruk op mij, net als de inktvis die door het scherm vloog in de clip van 'Sing' (Travis). Toen, het was de goeie ouwe tijd, keek ik nog videoclips op televisie. Dé soundtrack van mijn vijftiende levensjaar was echter de enige plaat van Khonnor, Handwriting. Khonnor - ik heb geen idee wie hij precies was - klonk als een klein, kwetsbaar mannetje, dat volledig verloren op zijn zolderkamer wat voor zich uit zong, en bij het terugluisteren van zijn eigen stem er maar een enorme laag aan ruis overheen legde. Hoogromantiek. Khonnor, dat was ik. Nu ja, ik was het niet exact, maar ik stelde het me toch voor: iemand die precies klonk en dacht als ik. Vijftien jaar oud. Ach, nostalgie. Het is maar goed dat Khonner het bij één plaat liet, want ik kan zijn muziek niet meer horen."
HARM HOFMANS (15 IN 1999)
"Op mijn vijftiende fietste ik elke dag tien kilometer op en neer naar school. Op mijn oren de doppen van mijn shockproof (ESP-MAX) discman. Wat er uit die doppen kwam? Eminem met The Slim Shady LP. Het jaar van de release (1999) heb ik die plaat dag in dag uit gedraaid, net zo lang tot ik het woord voor woord mee kon rappen. Het duurde nog een paar jaar voordat ik dat live mocht bewijzen. Vanaf stoel 53 op rij 15 in Vak Ab van Ahoy. Niet gedaan, natuurlijk. Dat was niet cool."
KARIN EGGINK (15 IN 1999)
"Het stereosetje dat ik in 1999 voor mijn vijftiende verjaardag kreeg, levert nog steeds trouwe dienst.
De muziek die ik daar toen op draaide, is minder blijvend gebleken: een groot deel ervan (Green Day, Muse, Acda & De Munnik) bevindt zich inmiddels in de onbeluisterde krochten van mijn muziekcollectie. Het zou goed kunnen dat een melkpakje mijn muzieksmaak dat jaar meer gevormd heeft. Het gaat hier om het aandoenlijke melkpakje uit de clip van 'Coffee & TV' van Blur.
Die clip, waarin het melkpakje een ware road trip onderneemt op zoek naar Blurgitarist Graham Coxon, heeft mijn hart gestolen. Maar ook het liedje kon - en kan - mij zeer bekoren. Melodieus, vrolijk, aanstekelijk en luchtig, misschien licht ironisch. Muziek die ik nu nog steeds graag luister. 'Coffee & TV' kocht ik op cd-single, het bijbehorende album 13 heb ik gekopieerd op een cassettebandje. Dat bandje deelt het overigens met een album van Acda & De Munnik. Achteraf een mooi beeld van mijn luistergedrag op mijn vijftiende: de Top 40 nog niet geheel ontgroeid, maar wel op weg naar een meer 'volwassen' muzieksmaak."
MARTIJN KUIJPERS (15 IN 1994)
"Op mijn vijftiende waren zowel het verdriet om Freddie Mercury als de vreugde om het laatste noemenswaardige album van Michael Jackson op de achtergrond geraakt. Alleen de gitaar telde nog, en dan vooral die van Pearl Jams Mike McCready en Stone Gossard. Twee studioalbums, MTV Unplugged op de videoband en een handjevol bootlegs waren mijn houvast in roerige pubertijden. En dan vooral dat ene nummer, dat onder verschillende namen opdook op de doorgaans gammele Italiaanse liveproducties. Teenage angst vertaald in vijf powerchords, tweestemmig refrein, gitaar- en bassolo en toch makkelijk genoeg om zelf mee te spelen: 'State of Love and Trust' had alles. Thuis op standje elf via de stereo of met de discman op de fiets, mimede ik getergd: 'Won't you help me, help me frooooom mysehelf…' Dan leer je dat er altijd iemand is die het slechter heeft én dat je daar altijd nog iets heel moois mee kunt doen."
PETER BOERMAN (15 IN 1985)
"Dit luisterde ik toen ik vijftien jaar oud was: van De Verrukkelijke 15 tot De Wilde Wereld. Het waren de jaren dat de radio nog bepaalde wat je luisterde. En dat zat voor mij in tussen de redelijk brave Britse wave van de Vara, tot aan de toch eigenlijk veel spannender Amerikaanse gitaarrock van De Wilde Wereld. Fons Dellen was een held en hij liet je dingen horen als Hüsker Dü, The Replacements en Sonic Youth (wat een lekkere teringherrie vond ik dat toen al...). Maar nu redelijk afgekloven of ronduit foute bands als U2, The Simple Minds, The Fixx en The Waterboys zou ik toch ook niet gemist willen hebben. Mijn vijftiende levensjaar was voor mij - zoals voor zo velen - het jaar van ontdekken, het jaar dat je de overstap maakt van wat de hitparade je biedt naar een meer diverse en eigen muzieksmaak. Voor mij is 1985 dan ook écht het persoonlijke ijkjaar: muziek heeft daarna nooit meer zo'n impact gehad als toen, en vrijwel niets brengt meer die sensatie teweeg als al het moois dat je toen ontdekte en waar je nachtenlang op danste. En waar je soms, in vlagen van nostalgie en weemoed, nog steeds intens van kunt genieten."
EILEEN BOSMAN (15 IN 2003)
"In 2003, toen ik vijftien was, de mode fout en de onzekere puberproblemen evident aanwezig, luisterde ik voor een deel naar wat we met gemak kunnen typeren als guilty pleasures. Denk aan Avril Lavigne, 3 Doors Down, Sum 41, Blink 182, Alien Ant Farm, System of a Down en Good Charlotte. Daarnaast nam ik mezelf in die tijd bijzonder serieus, kleine non-conformistische alto die ik was. Vandaar ook de sociaal geaccepteerde muziek en oldies die ik mee kreeg via mijn ouders: Franz Ferdinand, Kaiser Chiefs, Foo Fighters, Queens of the Stone Age, Lenny Kravitz (mijn eerste Pinkpopartiesten), Faithless, The Cure, The Doors, The Beatles, David Bowie, Bob Marley, N.E.R.D., Snoop Dogg, No Doubt, Coldplay, Muse en NOFX. De highschool-poprock is inmiddels afgezworen en uit mijn laatste lijst zijn de meeste artiesten blijven hangen. Gelukkig heb ik me nooit schuldig gemaakt aan Nickelback."
ROB VAN LEEUWEN (15 IN 1996)
"Ik kijk nogal chagrijnig de camera in, het zou zomaar kunnen dat ik op mijn vijftiende pas ging lachen als ik de muziek van Queen hoorde. Mijn liefde voor de Britse band ging ver, zo bezocht ik Nederlandse fanclubdagen in Vlaardingen waar Queencoverbands kwamen optreden en gaf ik op platenbeurzen een vermogen uit aan uiteenlopende Queenspullen als gekleurd vinyl, speciale Aziatische uitgaves van Queenalbums en onbeluisterbare bootleg-cd's. Ook ging ik op een gegeven moment - bij gebrek aan beter - zelfs naar een soloconcert van voormalig Queengitarist Brian May in Vredenburg. Ik vond het legendarisch, maar op de een of andere manier wordt het optreden nooit in lijstjes met 'beste concerten aller tijden' genoemd. Na mijn vijftiende ging ik steeds vaker andere muziek luisteren, maar de liefde voor Queen is nooit helemaal weggegaan. Lees dit bewijs uit 2011 er maar op na."
BAS ICKENROTH (15 IN 1990)
"Na drie jaar alleen maar metal te hebben geluisterd, hoorde ik op mijn vijftiende plots dingen die me nog nooit waren opgevallen. Natuurlijk, de muziek was wel met gitaren en zo, maar net even anders dan Death, Paradise Lost of Suicidal Tendencies. Living Colour en Jane's Addiction bijvoorbeeld, maar mijn grootste nieuwe liefde was Primus, het idiote trio waarin funk, jazz, rock en Zappa zo opwindend werden gemixt. Frizzle Fry heette de plaat en ik was verkocht, verliefd, fan, idolaat. Mijn voetbalvrinden verklaarden me voor gek en lieten me vanaf dat moment muzikaal links liggen. Vierentwintig jaar later bestaat de band nog steeds en heb ik er weinig meer mee. Maar Frizzle Fry staat nog steeds als dat spreekwoordelijke huis. Wat een plaat."
MARJAN VOSSEN (15 in 2005)
"Het is alweer bijna tien jaar geleden dat ik vijftien was. Destijds vond ik het een gruwelijke leeftijd - net niet oud genoeg voor alcohol - maar achteraf was het wel het moment waarop mijn muzieksmaak zich begon te ontwikkelen. Ik leerde nieuwe bands kennen door middel van Yahoo! Videos, een applicatie waarmee je clips van bands kon bekijken en vervolgens clips van vergelijkbare bands te zien kreeg. Zo begon ik met The Used en verbreedde ik mijn smaak naar meer bands uit het emo-genre. Op deze leeftijd ging ik ook naar mijn eerste concert, helaas van Good Charlotte. Het was niet alleen mijn eerste concert, maar ook mijn eerste keer spijbelen (waarbij ik betrapt werd door mijn ouders) en de eerste keer dat ik languit op mijn gezicht ging op de terrassjesstraat van Tilburg omdat ik zó graag naar het optreden wilde. Het was een dag om nooit te vergeten. Het tweede concert op deze leeftijd was van betere kwaliteit: Rise Against op de planken van de W2. En deze genres - punkrock en emo - leven nog steeds volop in mijn oordopjes."
WESSEL VAN HULSSEN (15 IN 2006)
"Justin Timberlake. Hij bracht toen ik vijftien was FutureSex/LoveSounds uit. Ik was verkocht, ieder nummer op die plaat (op die met will.i.am na) was super. Misschien niet heel hip om te zeggen, maar ik vind Justin Timberlake en zijn muziek nog steeds heel goed. In 2006 trad Justin Timberlake op tijdens de MTV Europe Music Awards in Kopenhagen. Een andere act die tijdens diezelfde show optrad was ene Muse, dat net zijn vierde album had uitgebracht. In die periode kreeg ik ook lucht van een band uit Engeland waar nogal een hype omheen hing (Arctic Monkeys). Het waren deze twee bands waar ik niet veel later fan van werd en die uiteindelijk het begin vormden van mijn muzieksmaak zoals die nu is."
NINA BROERSEN (15 IN 2002)
"Op mijn vijftiende was ik fan van The Clash. Ik heb de cassettes van mijn vader grijzer gedraaid dan ze al waren. Leeftijdsgenoten hadden er nog nooit van gehoord, dat was sowieso al een pluspunt, want ik wilde er niet bij horen. Als ik naar The Clash luisterde op mijn walkman (!) werd ik raar aangekeken, daar hield ik wel van. Waarom ik fan was spreekt voor zich natuurlijk: het is nog steeds een van de beste bands ooit!"
RUUD VAN ESCH (15 IN 1991)
"Het is begin jaren negentig. Tennis en voetbal hebben mijn vrienden en ik vaarwel gezegd om plaats te maken voor skateboarden. Geen sport maar een levensstijl, zo vonden we, aangewakkerd door skatevideo's als Propaganda en Streets on Fire. De soundtrack van onze eigen valpartijen bestaat voornamelijk uit dwars gitaargeweld. De cross-overwind waait stevig en veel bands zijn op zoek naar een eigen geluid. Niemand gaat daarin verder dan Primus, dat zijn teksten, artwork en muziek doordrenkt van absurdisme. Ik ben net vijftien wanneer Sailing the Seas of Cheese uitkomt. Op het eerste gehoor een krankzinnig experiment van ontoerekeningsvatbare muzikanten, maar hoe vaker ik de cd luister, hoe meer ik in de ban raak van de vlijmscherpe riffs en grooves in 'Sgt. Baker', 'Jerry Was a Race Car Driver' en 'Here Come the Bastards', de beste vijfkwartsmaat sinds 'Take Five'. Hoewel verre van tijdloos, beitelen de onnavolgbare nummers zich voor altijd in mijn hoofd. Het is mijn favoriete plaat aller tijden. Tot ik zestien word althans."
JAN MULDERS (15 IN 2001)
"Mavo 3 op het Elde College te Schijndel. Ik zat met mijn vriendengroep altijd in de hal tijdens de pauze en ben door jongens als Joep en Robin zwaar beïnvloed in mijn muzieksmaak. Naast bands als The Offspring en The Bloodhound Gang begon ik naar System of a Down, Limp Bizkit en Korn te luisteren. Ik kon deze bands op twee manieren luisteren: als een autist keihard op mijn discman (dat ding heeft behoorlijk wat cd's bekrast. Of lag dit aan mij?) of keihard op mijn slaapkamer zodat ik met een dichte badkamerdeur op de wc nog mooi mee kon brullen. Mijn slaapkamerraam zette ik overigens ook open. De hele wijk moest immers weten hoe goed mijn muzieksmaak was. Tegenwoordig gaat Hooray for Boobies van The Bloodhound Gang nog steeds geregeld aan tijdens met alcohol doordrenkte bordspellenavonden. Met vijf man en één vrouw 'A Lap Dance Is So Much Better When the Stripper Is Crying' meebrullen. Jeugdsentiment."
ROBERT-JAN BREEMAN (15 IN 1983)
"In 1983 luisterde ik naar Madness en ik kocht alles wat Stiff Records uitbracht (je moest nog betalen voor muziek). De ska-invloeden waren nagenoeg verdwenen en The Nutty Boys produceerden aan de lopende band perfecte Britse popliedjes. Ook kon ik me beter identificeren met de antihelden van Madness dan met de pedante poseurs van Duran Duran of Spandau Ballet. Waarom eyeliner aanbrengen of je haar blonderen als je Dr. Martens kunt aantrekken en de kapper voor een tondeuse kunt verruilen? In de daaropvolgende dertig jaar kwam er veel muziek bij en veel viel ook weer af. Madness draai ik nog steeds, al verliezen we elkaar wel eens uit het oor. Geeft niks, ik ken alles noot voor noot. Maar als de mannen iets nieuws uitbrengen, word ik weer even vijftien en wint nieuwsgierigheid het van leeftijd. Ze zongen het zelf al: 'Yesterday's men hang on to today…'"
FRANK VELDKAMP (15 IN 1986)
"Vijftien jaar oud en ik luisterde naar muziek van toen ik tien was en vond dat ik te laat was geboren. Op school ging het over Wham! en Duran Duran, maak ik zonderde me af met synthpop (Soft Cell, Depeche Mode, The Art of Noise, Kraftwerk), Britse indie-op-het-randje (Siouxsie, Gary Numan, Sigue Sigue Sputnik) en vooral Amerikaanse new wave: The B-52's, Blondie, en Talking Heads. Met name die laatste band heeft grote indruk gemaakt, tot op de dag van vandaag staan de nummers in mijn afspeellijsten. De band bestaat al jaren niet meer, maar ik houd de nagedachtenis in stand met een door de ex-leden tot 'officieel' bestempelde website die inmiddels langer bestaat dan de band het ooit heeft volgehouden."
HANS VRIJMOED (15 IN 1991)
"Herfst 1991. Op bijna de helft van de tafeltjes in een klaslokaal van
mijn middelbare school liggen exemplaren van Nirvana's
Nevermind met net zoveel lege cassettebandjes ernaast, om te
kopiëren voor de klasgenoten die nog geen cd-speler hebben op hun
slaapkamer. Een van die bandjes is van mij, en staat een paar dagen
later tussen tientallen andere tapes met gekopieerde albums: Alan
Parsons Project, Synthesizer Greatest, Turn up the Bass, van de radio opgenomen uitzendingen met de Top 100 Aller Tijden... Je mist wat als je het niet van huis uit meekrijgt, of geen kabeltelevisie met muziekzenders hebt. Dat laatste kwam een paar maanden later goed, eindelijk MTV - toen nog een relevante muziekzender. Nog meer lege bandjes naar klasgenoten, voor kopietjes van Faith No More, Metallica, Red Hot Chili Peppers, Guns N' Roses, Pearl Jam... Weer een paar maanden later - na hard zwoegen bij een boomkwekerij - stond er eindelijk een eigen hifiset naast m'n bed en kon ik zelf ook gaan kopiëren voor
klasgenoten."
MARTIJN TER HAAR (15 IN 1991)
"Als nerdy vwo-scholier in de winderige provincieplaats DH zat ik niet echt in de underground. Ik luisterde gewoon de mainstreamrockreleases van dat jaar: Achtung Baby, Ten, Nevermind, Blood Sugar Sex Magik, Temple of the Dog, Badmotorfinger, Metallica, Use Your Illusion I & II en Out of Time. Het was wel een redelijk muziekjaar, dat 1991... Ik was trouwens wel al muzieksnob genoeg om de grote hit onder veel vrienden, On Every Street van Dire Straits volkomen bagger te vinden. Maar het geluid van 1991, van fluorescerende korte broeken met Dr. Martens eronder, van XL-longsleeves, van lang haar met de zijkanten eronder kort geschoren blijft toch 'Unbelievable' van EMF. Nog steeds een banger zonder weerga, vind ik. Zelfs het rapstukje."
NIELS STEEGHS (15 IN 1994)
"Mijn ouders zijn nooit grote muziekfanaten geweest. We gingen op vakantie met (in mijn herinnering eindeloos) 'Una Paloma Blanca' en de grootste hits van Elton John op cassette. Toen mijn moeder op een dag een dubbel-cd van The Cats cadeau kreeg, moest er een cd-speler komen in huize Steeghs. Mijn eerste invloeden werden uitgeoefend: Greatest Hits II van Queen en de soundtrack van Tour of Duty werden per post geleverd. Pas rond mijn vijftiende werd de kiem gelegd voor mijn echte muziekpassie. De grote broer van een van mijn beste vrienden drumde in een lokale punkband. Hij was in die tijd penvriend met Billie
Joe Armstrong, van het toen nog relatief onbekend Green Day. Zijn muziekkeuze werd vanzelf ook een beetje de onze. Zo kwamen naast Green Day albums van bands als Bad Religion, All en The Mr. T Experience op mijn slaapkamer terecht. Nummers van die bands maken nog altijd veel herinneringen los. En oh, een kleine guilty pleasure, uit pure nostalgie staat ook het beste werk van George Baker nog ergens verdekt opgesteld in een platenkastje op zolder."
ANDRE SCHRODER (15 IN 1977)
"Op mijn vijftiende leerde ik mijn beste vriend, V. en de NWOBHM kennen. Volgens mij heette het toen nog niet zo... de New Wave Of British Heavy Metal. V. nodigde mij uit om bij hem thuis zijn nieuwste lp te beluisteren, Sad Wings of Destiny van Judas Priest. Ik had nog nooit van ze gehoord en V. ook niet, maar hij had de lp gekocht vanwege de gave hoes, de toffe titel en een vage recensie in de Oor. Teringherrie vond ik het, om nog maar te zwijgen over die rare falsetstem van de zanger! V. zette de plaat voor mij op een cassettebandje, met de boodschap dat ik het mooier ging vinden als ik er vaker naar zou luisteren. Wekenlang ben ik vervolgens met Judas Priest in de cassettespeler naar bed gegaan. V. en Judas Priest zijn, sinds die uitnodiging, niet meer uit mijn leven verdwenen."
GUIDO DE GREEF (15 IN 1996)
"Mijn klas in 4 havo was in twee kampen in te delen. Aan de ene kant de gabbers, aan de andere kant de metalfreaks. Aussies versus legerkistjes. Omdat we zelf mochten bepalen welke muziek er in de kantine werd gedraaid, was het in een vrij uur zaak om als een speer naar de kantinejuffrouw te rennen en haar wijs te maken dat de muziek op de meegebrachte cd 'echt niet zo hard was'. Het werkte iedere keer. Heel af en toe werd me gevraagd: 'wat vind jij dan leuk, Guido?' Ik hield me lafjes op de vlakte en zei dat ik 'Top 40' luisterde: de veilige vluchtheuvel voor wie geen partij wil kiezen. Het was overigens ook wáár, al merkte ik snel genoeg dat de leukste plaatjes in de Top 40 zich in de onderste regionen bevonden. Een paar jaar eerder had een erg leuke vriendin van mijn oudste zus me bekeerd tot dEUS toen ze het cassettebandje van Worst Case Scenario aan me uitleende. En er was een ontluikende liefde voor britpop. Achteraf was dat al het einde van het begin, al komt mijn kennis van jarennegentighits nog altijd goed van pas bij mijn quizverslaving."
JELMER LUIMSTRA (15 IN 2004)
"Op mijn vijftiende ontdekte ik new wave. 'Transmission' van Joy Division geeft die periode mooi weer. Het was 2004 en de rockwereld werd al jaren gedomineerd door de meest verschrikkelijke vorm van rock die ooit heeft bestaan: nu-metal. Limp Bizkit en The Bloodhound Gang waren the enemy en 'dance to the radio' was het enige wat erop zat. New wave had alle diepgang, sfeer en urgentie die ontbrak bij nu-metal, en mijn zogeheten 'slaapkamerhits' waren 'My Spine Is the Bassline', 'Ein Jahn (Es Geht Voran)' en 'Los Ninos del Parque'. Hoe vreemder, hoe beter. Een Duits liedje over Mussolini? Prima. Blijkbaar was ik in die tijd niet de enige die er zo over dacht, want 2004 was ook hét jaar waarin op wave geïnspireerde bands als Franz Ferdinand en The Killers de nu-metal definitief het stempel no future gaven. En zo waren we verlost van Fred Durst."
EMIL PEETERS (15 IN 1979)
"Vijftien jaar was ik, derde klas van het atheneum, maar wist ik veel! Supertramp, betere muziek werd er niet gemaakt. Ik heb er nog getuigenis over afgelegd in de schoolkrant. Werd me niet in dank afgenomen. De eerste plaat die ik van mijn zakgeld kocht, was Even in the Quietest Moments. 'Give a Little Bit' raakte me niet eens zo hard, dat was slechts het startpunt. Daarna werd het alleen maar beter, met lange nummers die een verhaal vertelden. Avontuurlijker werd het kort daarop, toen ik Jefferson Airplane, Grateful Dead, Quicksilver Messenger Service, Pink Floyd en The Doors ontdekte. De liefde voor Supertramp ging teloor, die voor lange nummers is altijd gebleven."
BART BREMAN (15 IN 1996)
"Op de betreffende foto draag ik trots mijn Pearl Jam-T-shirt. Samen met een klasgenootje ben ik diehard fan en in het dorp waar ik opgroei zijn we de enigen van onze leeftijd die naar muziek met gitaren luisteren. Iedereen uit onze klas luistert naar gabberachtige house en dat is muziek waar wij niks van begrijpen. We voelen ons twee gitaarmusketiers en tijdens die vakantie hebben we een elftal aan cassettebandjes meegenomen. Minstens de helft bestaat uit het verzameld werk van Eddie en zijn vrienden, maar in een stoere bui draai ik ook Nirvana, The Offspring en Green Day. Ik snuffel heel voorzichtig aan Soundgarden en Alice in Chains, al vind ik die laatste stiekem een beetje te hard. Nee, dan Pearl Jam. Ik zag de band nog datzelfde jaar live in de RAI in Amsterdam, nadat ik de hele rit vanuit het noorden van Nederland naar Amsterdam luister naar dezelfde cassettebandjes die ik tijdens die zomervakantie onophoudelijk heb gedraaid. Ik weet niet meer zeker of ik mijn T-shirt voor de gelegenheid heb aangetrokken, maar ik denk het wel. Ik weet nog wel dat ik Eddie Vedder zo'n enorm klein kereltje vond, op dat hele grote podium."
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/15-jaar-kindamuzik/deze-muziek-luisterden-we-toen-wij-15-waren-km15yr/24776/
Meer 15 jaar KindaMuzik op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/15-jaar-kindamuzik
Deel dit artikel: