Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Twisted Sister ken je waarschijnlijk als een in kegelvernietigend neon en ozonlaagdoorborende haarlak uitgedost cultureel artefact van de jaren tachtig. Toch werd de band al in 1972 opgericht, de tijd van Kiss, Alice Cooper en The New York Dolls. De artistieke vaart kwam er echter pas in toen in 1976 zanger Dee Snider de groep kwam versterken. Veel verder dan het Newyorkse clubcircuit bracht dat de band nog steeds niet.
Nou was eind jaren zeventig, begin jaren tachtig een muzikale rage ontstaan die we nu kennen als ‘NWOBHM’ en in de jacht op alles wat hard rockte zag het kleine Engelse label Secret wel wat in de Newyorkers. Die togen dus onverwijld naar Engeland en namen daar onder de leiding van UFO-bassist Pete Way in 1982 dan eindelijk hun debuut Under the Blade op.
Het zal geen verbazing wekken dat de plaat uitpakte als Amerikaanse bombastische hardrock met stadionrefreinen in de lijn van Kiss en Alice Cooper, overgoten met een royale laag NWOBHM-saus. Ook openbaren zich hier twee dingen die Twisted Sister zijn hele carrière zou blijven achtervolgen: brakke productie en wisselvalligheid.
Om met het laatste te beginnen: het gaat altijd fout in de uptempo nummers met rock-‘n-rollinvloeden. Die zijn banaal en flauw en verpesten de flow van het album. Zit je na de sterke opener ‘What You Don’t Know (Sure Can Hurt You)’ lekker in fist pumping-modus, krijg je het wegwerpnummer ‘Bad of Boys (of Rock ‘n’ Roll)’ meteen erachteraan. Gelukkig zijn met toppers als ‘Destroyer’ en ‘Tear It Loose’ de sterkere nummers in de meerderheid.
Wat die productie betreft: Way had nog nooit eerder iets geproduceerd en moet er werkelijk een puinhoop van hebben gemaakt. Ondanks diverse reddingspogingen in de jaren die volgden klinken de drums nog steeds als kartonnen dozen. Ik heb bluesplaten uit 1935 gehoord die met meer succes zijn geremasterd.
Omdat Under the Blade redelijk succes had, kon Twisted Sister tekenen bij Atlantic, waar opvolger You Can’t Stop Rock ‘N’ Roll in 1983 verscheen. Lekker snel dus, maar dat ging weer ten koste van de productie. Stuart Epps levert met het budget van een major maar net iets minder belabberd werk af dan Way een jaar eerder.
Qua songschrijven zette Twisted Sister wel een flinke stap vooruit. Openingssalvo ‘The Kids Are Back’ / ‘Like a Knife in the Back’ / ‘Ride to Live, Live to Ride’ is heavy metal om je vingers bij af te likken. Van de vier besproken platen is You Can’t Stop Rock and Roll verreweg de sterkste en daarmee tevens het beste bewijs dat Twisted Sister zeker niet in het rijtje hoort bij Warrant en Poison.
Sterke plaat gemaakt, aandacht gecreëerd: tijd om te oogsten. Dat gebeurde met in ’84 Stay Hungry. Miljoenen exemplaren verkocht en de band was niet van MTV weg te slaan, ondanks dat de leden van Twisted Sister legendarisch lelijk waren (zijn). Alleen schijnt de productie dus weer niet goed te zijn geweest. Ik zeg schijnt, want de band was zo ontevreden dat bij heroprichting begin deze eeuw besloten werd de plaat integraal opnieuw op te nemen als Still Hungry. Die investering moet worden terugverdiend en daarom is Stay Hungry niet bij deze heruitgaven te vinden.
Met al het verdiende geld kon voor Come Out and Play nu eindelijk eens flink uitgepakt worden in de studio, ditmaal onder de leiding van de Duitser Dieter Dierks. Maar helaas, Come Out and Play is typisch zo een plaat waar je als band helemaal trots op bent en die de fans dan niet blieven. De jaren tachtig-hardrocker zat niet te wachten op een cover van ‘Leader of the Pack’, ook niet als die goed gedaan was. Ook iets als ‘Be Chrool to Your Scuel’, rock-‘n-rollpop in het verlengde van Grease met een gitaarsolo van Brian Setzer, Billy Joel op piano, Clarence Clemons op sax en Alice Cooper op zang viel bij dat publiek niet in goede aarde. Het poppubliek dat er wel warm voor zou kunnen hebben lopen, kreeg de video van het laatste nummer niet te zien, want die werd door MTV in de ban gedaan.
Als je nu naar de plaat luistert zijn het niet zozeer deze nummers die aanstoot geven, hoewel ze er wel toe leiden dat Come Out and Play een rommelig geheel is. Zwakke broeders zijn veel meer ‘You Want What We Got’ en ‘I Believe in Rock & Roll’, waarin Snider duidelijk op routine de Twisted Sister-succesformule probeert uit te melken. Daar staat dan weer tegenover dat door de goede productie nummers waarbij de inspiratie er wel was tot het allerbeste horen wat Twisted Sister heeft gemaakt. Dit geldt onder andere voor ‘Kill or Be Killed’ en vooral ‘The Fire Still Burns’
Na het floppen van Come Out and Play ging het licht echt uit bij Twisted Sister, want Love Is for Suckers is een draak van een plaat, waarop de band helemaal gaat voor het ’87 hairmetalgeluid. Het enige klassieke aan deze plaat werd daarmee de hoes. Maar zelfs die kon niemand verleiden dit onding te kopen en dat betekende het einde van de band. Tot het reünievirus onvermijdelijk toesloeg.
De aanrader is van deze reeks is dus You Can’t Stop Rock ‘N’ Roll. Bevalt die, check dan ook Under the Blade en Come Out and Play, maar vermijd ten allen tijde Love Is for Suckers. Verwacht niet te veel op het gebied van de verpakking, want Demolition heeft niet al te veel energie in deze heruitgaven gestopt. Liner notes ontbreken bijvoorbeeld, wat jammer is, want Dee Snider is in interviews altijd een buitengewoon sappig verteller. Ronduit slordig is dat You Can’t Stop Rock ‘N’ Roll op de cover zo gespeld wordt, maar op de zijkant met ‘U’ in plaats van ‘You’ en dat de songtitel ‘Tear It Loose’ fout is afgedrukt als ‘Tear It Lose’.
http://www.kindamuzik.net/recensie/twisted-sister/under-the-blade-you-can-t-stop-rock-n-roll-come-out-and-play-love-is-fo/11967/
Meer Twisted Sister op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/twisted-sister
Deel dit artikel: