Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Melancholie, gevatte, ja literaire teksten; Glasgow weet daar wel raad mee en The Pastels spreken een heel aardig woordje mee. Wat zeg ik? Ze hebben voor een groot deel het subgenre gemáákt. En daarmee de aandacht op de hedendaagse Schotse muziek gevestigd.
The Pastels besloten na het zien van de eerste opnames de muziek te maken voor The Last Great Wilderness: een "bovennatuurlijke thriller in de Schotse hooglanden" van regisseur David McKenzie. Of we die film hier ooit te zien zullen krijgen, is de vraag. Maar bij deze LP krijg ik een boek-film gevoel. Je doet óf het boek, óf de film. Eén van beide doet afbreuk aan de ander. Beeldvorming. Iets ontastbaars. Eigens. Of de soundtrack, óf de film dus.
Was het in de post-Trainspotting tijden belangrijker om hippe muziek het verhaal te laten overschreeuwen, de samenwerking tussen The Pastels en McKenzie werkt anders. The Pastels hebben niet alleen 'liedjes' geschreven en geacteerd in de film, maar ook de achtergrondmuziek gemaakt. Zo kregen ze de vrijheid om de hele soundtrack in te vullen; reagerend op de beelden: door in geluid de Schotse landschappen te schetsen en door in de muziek een extra verhalende laag aan te brengen.
Op het album leidt dat ertoe dat in de eerste vijf nummers een staalkaart wordt gepresenteerd van de indie uit Schotland, een voorbeeldenboek dat de liefhebber van Belle & Sebastian en co. niet onbekend in de oren zal klinken. De opening credits van 'Wilderness Theme' met de zoetgevooisde zoemende zang, xylofoon en trompet… de toon is gezet. Nadat zelfs rare, bijna Vangelis-achtige stereo-synth-effecten zijn langsgekomen in het elektronisch dreinende 'Winter Driving' worden de drie hoofdpersonen neergezet. Muzikale karakterschetsen in klank, waar iedereen zich een idee bij kan vormen. Pas bij 'Everybody Is a Star' vinden we het eerste "liedje". Het bedje is gespreid, de inleiding volmaakt. The Pastels laten de schoonheid van de Schotse muziek uitblinken in amper drie minuten; het is die hang naar melodie, melancholie; dat gevoel voor sfeer, de toonzetting en ingetogen fluisterzang. Na de end titles volgt nog het door McKenzie als een "dirty 1980's jukebox pop song" omschreven 'I Picked a Flower', met Jarvis Cocker op zang. Hoewel totaal uit de toon vallend bij de eerdere soundscapes, is het wel een lekker indiedisco nummer met dito zang.
The Last Great Wilderness roept meer beelden en verhalen op dan je lief is als je de film nog wil zien. Maar dit album laat ook schetsen achter van het prachtige Schotland. Dit zijn The Pastels van hun beste kant, niet voor niets de grootmeesters en voortrekkers van alles veel wat bejubeld wordt uit Glasgow en omstreken. De film kan hieraan bijna alleen nog maar afbreuk doen; voor mij voldoet deze keer de soundtrack.
http://www.kindamuzik.net/recensie/the-pastels/the-last-great-wilderness/3663/
Meer The Pastels op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/the-pastels
Deel dit artikel: