Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De eerste twee platen van Sons Of Otis bleken waardige beukers. En met beukers bedoel ik dan het betere metalen werk met veel spacey effectbejag en volledig over de top zang. Debuut SpaceJumboFudge (1996) deed precies wat de titel beloofde en Templeball bleek goed gekozen als opvolger. Goedmoedig reed ik dan ook richting Rotterdam onder de bezwerende klanken van Goatsnake, Electric Wizard en Earth. Maar daar aangekomen klonk Sons Of Otis vooral bluesy, nog meer dan op hun platen en dat bleek het begin van een nog lang naderend einde.
Een 10” single van 'The Pusher' verscheen enkele jaren geleden in een beperkte oplage. Vandaar dat dit trio uit Toronto per plaat bluesier klinkt. Het lag dus al in de lijn der verwachtingen dat X niet zo bijzonder veel zou toevoegen aan de catalogus. Otis’ mammoetsound is loodzwaar en vaak dreigend, maar de arrangementen traditioneel en erg open voor een band die makkelijk meekan met welke andere Relapse-band dan ook. En dat is dan meteen de link met Billy Anderson (Melvins, Neurosis) die deze plaat produceerde. Maar nee, X klinkt niet beduidend anders dan de vorige drie.
Mijn stonerrock collega A. Descartes omschreef X als het beste Sons Of Otis-album tot nu toe. Maar waarom kan ik dan vrijwel niets met X? Waarom vertoont het Canadese trio steeds hetzelfde kunstje? En waarom staat die Steppenwolf-cover er dan op? De eerste versie hadden we al en bovendien zijn de zes eigen nummers lang niet zo sterk. Sons Of Otis valt wederom in herhaling. Ik trok SpaceJumboFudge heel erg goed, maar de aandacht verslapte door de jaren heen. Ook nu weer. Want het klinkt dan wel heavy, zo opzienbarend is het nu ook weer niet. X in de kast en SpaceJumboFudge er maar weer eens uit.
http://www.kindamuzik.net/recensie/sons-of-otis/x/8589/
Meer Sons Of Otis op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/sons-of-otis
Deel dit artikel: