Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Nu de eerste ‘echte’ demo op het punt staat uitgebracht te worden en de nummers al via het internet in omloop gebracht zijn, is het hoog tijd dat Kindamuzik de nieuwste rocksensatie uit de Nederlandse ondergrondse aan het daglicht brengt.
Seraphin, met als uitvalsbasis Amsterdam, is een kwartet dat in beperkte kring al een tweetal demo’s uit de oefenruimte heeft verspreid en als headliner heeft gespeeld in de hoofdstedelijke Maloe Melo. Met name deze laatste show liet een afgeladen zaal genieten van een breed scala aan stijlen. Van diepe metal riffs tot Lou Reed of Tom Waits-achtige spoken word excercities, van uitgesponnen alt rock jams tot semi akoestische hymnen.
Op deze demo laten de drie heren en bassende dame zich met name van de rockende kant horen. Met een stuwende metal riff en pompend basgeweld knalt ‘Raptor’ de speakers uit. De stemmen zijn door de distortion mangel gehaald, wat de rauwe puurheid nog beter doet uitkomen. Wat direct opvalt, is de atypische songstructuur. Het nummer meandert langs allerlei wegen en stroompjes; met stop-and-go tactiek, maar ook met passende samenzang, een los dwarrelende solo en zelfs een wegstervend basloopje aan het eind dat uitnodigt tot een ellenlange jam. Ergens in het midden tussen de wat obscure Smashing Pumpkins track ‘Plume’ en het betere oude Deftones werk, opent Seraphin ijzersterk. Twee invloeden die ook verderop nog wel eens de kop op steken
Het melodieuze en veel minder zwaar klinkende ‘Sizzler’is een juweeltje van muzikale diepgang, gekoppeld aan ongebreidelde passie. Steeds slaat Seraphin de onverwachte weg in en verbaast de voortzetting elke luisterbeurt opnieuw. De gierende solo in het midden doet een beetje denken aan de blauwe plaat van Weezer. Die gedachte wordt echter vakkundig gestopt door de aanloop tot het laatste deel waarin de zang er nog een kleine portie intensiteit bovenop doet. Emotionele rock pur sang in een echte rocksong met kop en staart.
De broodnodige adempauze wordt verzorgd door ‘Ffynon Garw’ (men zoeke zelf de eventuele diepere betekenis van de titel uit). Zeker in het eerste gedeelte met spacey gitaren en een open hemelse klankenpalet worden de uitgangspunten van de klassieke rocksong herijkt. Zonder zang zouden we het hier namelijk makkelijk over de spannende opbouw van een post-rock epos kunnen hebben; compleet met de kortstondige, maar hevige erupties. Maar in de vaardige handen van Seraphin worden zelfbevlekkende clichés kunstwerkjes op zich. Zo’n solo en jam-partij vanaf het midden, waarin de pendel heen en weer beweegt tussen aardse eenvoud en hemelse complexiteit, kan snel afdwalen naar pompeuze arrogantie. Bij Seraphin niet; hier is zelfs geen sprake van ironische pastiche. Met een uit de rap geleende leus: “This shit is straight from the heart, you know”.
Het cryptisch getitelde ‘Nebula Cained Castle’ wordt gedragen door een wollig maar retestrak tapijt van wild om zich heen meppende drums en een heerlijk soepele bas. Gloeiend hete gitaren snijden door de spreekwoordelijke boter. Weer vechten beide gitaren, uithalend en dartelend, in een spannend duel op het scherpst van de snede om de aandacht, totdat de feedback het einde inluidt. Om vervolgens uit te sluiten dat er nog langer twijfel kan bestaan over waar deze band de mosterd vandaan haalt, laat de afsluiter weer de loodzware kant terugkeren. In een covermedley waarin ‘My Own Summer (Shove It)’ van Deftones verweven is met ‘Helter Skelter’ en ‘Back in the USSR’ van The Beatles gaan nog een keer alle registers open. Het is en blijft een heerlijk loopje geleend uit het Deftones nummer en het past eigenlijk verbazingwekkend genoeg wonderwel bij de White Album tracks.
Is er na deze jubel dan helemaal geen kritische noot te kraken? Heel eerlijk gezegd: niet of nauwelijks. En ik pas er dan ook voor om omwille van de o zo belangrijke objectiviteit op een onbelangrijke slak zout te gaan leggen om dan toch maar mijn hachje als professionele recensent te redden. Natuurlijk hoor je bij deze nog redelijke prille band goed welke invloeden hun muzikale richting bepalen, maar daar komen ze nog wel overheen. Het niet op deze demo aanwezige nieuwe materiaal laat dat ook zien. En van Seraphin kun je in ieder geval niet zeggen dat het een cut-en-paste band is wat hun invloeden betreft. Het unieke in het geluid van Seraphin ligt in het opzoeken van het avontuur in de afwijkende songstructuren, gecombineerd met pure passie. Dat is iets waar geen azijnpisser tegenop zal kunnen. Wie deze band live aan het werk heeft gezien, weet dat de energie van het podium spat. Dezelfde kracht gaat uit van deze vijf prima opgenomen nummers. Seraphin zal niemand onberoerd laten.
http://www.kindamuzik.net/recensie/seraphin/the-last-fall/2854/
Meer Seraphin op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/seraphin
Deel dit artikel: