Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Humor en muziek zijn vaak een ongelukkige combinatie. Ik doel dan niet zozeer op de satirische praktijken van iemand als Frank Zappa, maar eerder die melige en tamelijk onbenullige popgroepjes als Blood Hound Gang. Een serieus genre als country is tot voor kort verschoond gebleven van zulke flauwigheden. Er zijn wel countryzangers die zichzelf zo serieus nemen, dat het op een gegeven moment grappig wordt, maar ook daar gaat het hier even niet om. Waar het dan wel gaat is de Engelse groep Pronghorn die al sinds 1992 actief is, maar waar verder nog geen hond van heeft gehoord.
Titel en hoes zijn natuurlijk een gemakzuchtige persiflage op de klassieke elpee London Calling van de Britse punkgroep The Clash. In plaats van een elektrische gitaar wordt hier een banjo aan gorten gesmeten. Tot zover is het nog een beetje leuk.
Het gaat mis bij de rommelige bluegrass van Pronghorn: alsof een stel dronken en talentloze punkers stiekem kostbare akoestische instrumenten van countrymuzikanten leent. Wat eigenlijk een charmante kruising van The Hackensaw Boys en Bad Religion zou moeten zijn, begint en eindigt in onleuke chaos, waarbij de zeven heren tot overmaat van ramp ook een poging wagen om het heilig verklaarde ‘Smoke, Smoke, Smoke that Cigarette’ van Tex Williams na te spelen.
Het album Londis Calling van dit melige gezelschap is alleen grappig als je kunt lachen om de platte humor van Ome Henk, De Lama’s en songtitels als ‘Don’t Get on My Banjo Case’ en ‘Smells Like White Spirit’, anders kun je beter de nieuwe Dylan in je CD-speler stoppen. Doe ik ook.
http://www.kindamuzik.net/recensie/pronghorn/londis-calling/13904/
Meer Pronghorn op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/pronghorn
Deel dit artikel: