Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Bobby Gillespie is niet de meeste stabiele persoon in de wereld. Hij en zijn band Primal Scream veranderden de afgelopen twee decennia vaker van muziekstijl dan wijlen prins Bernhard van Ferrari. Waar normale artiesten er een heel leven voor nodig hebben, jaagt de band uit Glasgow er in twintig jaar sixties pop, house, soul, dub, noise, hardrock, hiphop, triphop, avant-garde, jazz, techno en elektro doorheen.
Primal Scream heeft zich daarmee in de loop der jaren een vorm eigen gemaakt die uniek is: een soort van futuristische, apocalyptische muziekbrij die voorbij de toekomst is, in 1991 culminerend in het baanbrekende Screamadelica. Met behulp van Andrew Weatherall combineerden de heren hierop hun Stones-obsessie met lome housebeats. Een ander hoogtepunt was het staaltje muzikaal terrorisme, zoals het geniale XTRMNTR wel wordt genoemd: een eclectisch samenraapsel van muziekstijlen, aggressiviteit, boosheid en opruiende teksten.
Deze keer niets van dat alles, want de truc die de band na Screamadelica flikte, flikken de heren nu weer: Riot City Blues is een doodgewone rockplaat, net zoals Give Out But Don't Give Up uit 1994. De single 'Country Girl' – inclusief harmonica, violen en mandoline – was al te horen op de radio. Opzwepend, leuk en het luistert lekker weg. Mick en Keith kijken in 'Nitty Gritty' over de schouders van de Scream mee, terwijl in 'Suicide Sally & Johnny Guitar' de Detroit-scene de inspiratie voor de vuige riffs en solo’s lijkt te zijn geweest. "Let’s have a good time / Sweet rock-'n-roll" zingt Gillespie in het aardige 'Dolls' en dat moet lukken met deze nummers. Daar is dan ook alles mee gezegd.
'When the Bomb Drops' is één van de positieve uitzonderingen. De noise en het hopeloze gevoel lijken zo van XTRMNTR te komen. Ook het hypnotiserende 'Little Death' behoort tot de categorie fijn: Will Sergeant van Echo & The Bunnymen speelt een paar noten mee op dit nummer, dat niet had misstaan op Screamadelica. Dat geldt ook voor het louterende soulnummer 'Sometimes I Feel So Lonely', koor incluis.
Wilde de band gewoon weer eens rocken? Is het wegvallen van producer Kevin Shields de reden voor het gebrek aan experiment? Of is het inruilen van producer Brendan Lynch (bekend van onder anderen Paul Weller) voor Youth de oorzaak van de stijlbreuk? Het rellerige geluid van de afgelopen tien jaar is in ieder geval in één klap verdwenen. De nummers klinken waarschijnlijk lekker in een bloedhete club waar de condens van het plafond druipt, maar als album verdient Riot City Blues niet meer dan het predicaat leuk en aardig.
http://www.kindamuzik.net/recensie/primal-scream/riot-city-blues/13082/
Meer Primal Scream op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/primal-scream
Deel dit artikel: