Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De naam Francis Macdonald doet waarschijnlijk maar bij weinigen een belletje rinkelen. Hij speelde in het Schotse underground bandje BMX Bandits en de ietwat bekendere Teenage Fanclub. Daarnaast richtte hij zijn eigen platenlabel op dat behalve de zo typische melodieuze Schotse pop – zoals solo uitstapjes van meerdere Teenage Fanclub leden maar ook solo werk van Big Star frontman Alex Chilton – ook alt.country achtige output kent zoals dat van Paul Burch (Lambchop). Maar goed, de man is een muzikant en hartstocht laat zich niet bedwingen dus bleef Macdonald zelf ook bezig. Onzeker als hij was maar toch ook te trots om het materiaal op de plank te laten liggen, bracht hij het uit in Japan. Nu is via zijn eigen Shoeshine label toch ook Europa aan de beurt.
Het album ademt van A tot Z eigenlijk de muzikale interesses van Macdonald, zoals hij dat ook laat blijken op zijn label. Het album varieert van naïeve simpele pop, ouderwetse rock’n’roll, psychedelische pop met Beach Boys-invloeden tot alt.country-achtige liedjes. Er is weliswaar een constante in het verhaal en dat is de liefde. Alhoewel het album iets weg heeft van een conceptalbum (jongen is eenzaam, jongen ontmoet meisje, liefde gaat voorbij), wordt gaandeweg de plaat duidelijk dat dat niet direct de aanpak was. Eigenlijk wordt met elke luisterbeurt duidelijker waarom Nice Man – Macdonald’s pseudoniem – de plaat in eerste instantie niet had willen uitbrengen in eigen gelederen: het zijn erg persoonlijke opnames geworden. Hoewel de plaat niet zo constant is als het meeste werk van zijn vorige muzikale onderkomen haalt Sauciehall and Hope (A Pop Opera) bij vlagen het niveau van de beste Teenage Fanclub-songs.
Daar waar Macdonald de songs iets meer aandacht heeft geschonken, pakt het meer dan goed uit. Het licht psychedelische ‘Get That Girl’ en de romantische poptune ‘Mine All Mine’ zijn goed uitgewerkte liedjes die blijven boeien. Het korte Flaming Lips-achtige intermezzo ‘Everthing’s Alright’ mag dan bij benadering wel slechts 30 seconden duren maar het maakt duidelijk dat de man veel in zijn mars heeft. Zo zijn er verder songs (‘Life Ain’t Long’ en ‘Bad Mood’) die zich kunnen meten met het betere werk van de Fanclub. Jammer genoeg blijft de plaat iets te vaak steken bij het grappige en simpele. Zo slaat ‘She’s A Monkey’ de plank mis en verveelt ‘Your Hand In Mine’ al na een couplet en refrein. Sauciehall And Hope (A Pop Opera) is niet een nieuw Schots meesterwerk maar is door de spontaniteit en de openheid zeker wel vertederend. De volgende keer moet Macdonald een plaat maken met materiaal waar wat langer op gebroed is. Vooralsnog voor liefhebbers van Teenage Fanclub and the like.
http://www.kindamuzik.net/recensie/nice-man/sauciehall-and-hope-a-pop-opera/2284/
Meer Nice Man op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/nice-man
Deel dit artikel: