Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Matthew Herbert moet zowat de eerste echte revolutionair van de hedendaagse elektronische muziek zijn. Hij gebruikt colaflesjes, sladrogers en zelfs het scheuren van kranten als bouwstenen voor zijn composities. Hij is één van de weinigen die met succes de stap van studio-elektronica naar live instrumentatie hebben durven zetten. En -dat is misschien wel het belangrijkste- hij is één van de weinigen die reactionaire klootzakken als Bush en Blair en het ongebreidelde roofkapitalisme van de multinationals écht te kijk durft zetten. Sla er de liner notes en de leeslijst op de achterkant van de plaat maar eens op na en besef dat we hier te maken hebben met iemand die buiten het feit dat hij bloedmooie muziek maakt ook nog verstand heeft én het durft te gebruiken. Hij ging overlaatst zelfs zo ver dat hij de nieuwe elpee van zijn Radioboy project helemaal gratis en voor niks op Tigersushi ter beschikking stelde. En dan, beste mensen, heb ik het nog niet gehad over het waarlijk monumentale muziek werkstuk dat Goodbye Swingtime is.
Laten we bij het begin beginnen. Goodbye Swingtime is hoegenaamd geen makkelijke plaat. Het is vooral een conceptueel overvolle plaat, soms bijna uit zijn voegen barstend van de vondsten en details. Maar ondanks het vaak intellectueel getinte perspectief blijft het natuurlijk altijd muziek. Je luistert immers niet naar een plaat met de (overigens ellenlange) liner notes in gedachten. Thematisch gezien spookt vooral de idee 'verandering' constant doorheen de plaat. Alleen al de titel zou genoeg moeten zeggen (Swingtime is 's mans studio). Maar ook de aan Miles Davis herinnerende opener 'Turning Pages', die voortdurend overschakelt tussen bebop, orchestrale pop en klassieke structuren, en het van hard naar zacht gaande 'Everything's Changed' (met een Jamie Lidell die aan Marvin Gaye doet denken) spelen met het begrip van een eindpunt en een daaraan gekoppeld nieuw begin. En ook 'The Battle' en 'The Many and the Few' duiden op een conflictmodel. Het eerste vermengt de filmscores van Quincy Jones met de effectenkast van Mouse on Mars, terwijl het tweede wel een subversief kinderliedje lijkt (de scattende Jamie Lidell is ook hier weer op dreef). Maar de invloed die voor mij persoonlijk het hardste doorklinkt op Goodbye Swingtime, is die van de musical (nochtans een genre dat bij mij gruwelijke visioenen van Andrew Lloyd Webber oproept). Het door Arto Lindsay gezongen, met zijn vele stop-en-start momenten nogal theatrale 'Fiction' is daar een uitstekend voorbeeld van. 'Chromoshop', parallel gezongen door Dani Siciliano en Shingai Shoniwa, wordt begeleid door een rokerige nachtclub piano en doet denken aan de nostalgische sfeer van oude Hollywoodfilms en de toneelstukken van Noel Coward. Het aanstekelijkste nummer is dan weer 'Misprints', ontegensprekelijk mooi gezongen door dezelfde Shingai Shoniwa. Ook de sleper 'Simple Mind', wederom vertolkt door muze Dani Siciliano, hint naar verandering: "gonna leave it all behind/gonna learn this simple mind". Enkel het weeral onwaarschijnlijk mooi gezongen 'The Three W's' en de licht chaotische afsluiter 'Stationary' verwijzen nog naar de Herbert van Around the House of Bodily Functions. Maar deze man staat ondertussen zoveel verder dan alle anderen in de elektronische scene, dat er voor hem geen weg meer terug is. Matthew Herbert heeft het begrepen: Als je beweert dat je je laat inspireren door het verleden, dan rest je niets anders dan naar de toekomst te kijken.
http://www.kindamuzik.net/recensie/matthew-herbert-big-band/goodbye-swingtime/3544/
Meer Matthew Herbert Big Band op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/matthew-herbert-big-band
Deel dit artikel: