Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
"There's no way I'll be jumping about onstage when I'm thirty", schampert Madnesszanger Graham 'Suggs' McPherson begin jaren tachtig. Een paar jaar later lijkt hij gelijk te krijgen als het doek valt voor de Britten die de dunne lijn tussen vrolijkheid en melancholie als geen ander weten te bewandelen. Na ruim twintig singles en zes albums is de lol eraf. Dat de band zich in korte tijd ontwikkelde van Cockneys die stuiterende liedjes met ska- en Motowninvloeden maken tot scherpe observatoren die het dagelijks leven in tijdloze popsongs vangen, lijkt iedereen ontgaan te zijn.
In 1992 blijken de Nutty Boys echter allerminst vergeten te zijn. De compilatie Divine Madness vliegt de Engelse platenzaken uit en na enige aarzeling treedt de band weer sporadisch op, ook al is Suggs de dertig inmiddels gepasseerd. Dit bevalt de heren zo goed dat ze af en toe een langspeler opnemen en in 2009 verschijnt The Liberty of Norton Folgate, volgens critici het meesterwerk dat Madness al die jaren in zich had.
De druk van dit magnum opus lijkt de band op Oui Oui Si Si Ja Ja Da Da niet te deren. De mannen doen waar ze altijd al goed in waren en terloops introduceren ze nog wat nieuwe elementen. Het vaste producersduo Clive Langer en Alan Winstanley maakt plaats voor Liam Watson (White Stripes), Owen Morris (Oasis), Stephen Street (Blur) en Charlie Andrews (Alt-J), terwijl popartlegende Peter Blake zich over het hoesontwerp ontfermt.
Hoewel ska nooit het hoofdbestanddeel van de sound was, komt Madness in dit leven vermoedelijk niet van het stigma 'feestband' af. Wie verder luistert hoort een vernuftige cocktail van rocksteady, soul en klassieke Britse pop. Dankzij het nummer 'La Luna' kan daar nu ook mariachi aan toegevoegd worden, terwijl 'Powder Blue' stevig in de psychedelische verf is gezet. Het is de verdienste van Suggs & Co. dat het materiaal desondanks onmiskenbaar als Madness klinkt.
Opener 'My Girl 2', het vervolg op single 'My Girl' uit 1980, wordt voortgestuwd door een beat die het midden houdt tussen northernsoulkraker 'Tainted Love' van Gloria Jones en 'Embarrassment'. Ook deinst de band er niet voor terug om in 'Never Knew Your Name' een discoachtige sfeer neer te zetten met een slick strijkersarrangement. Verderop bezingt Suggs het treurige einde van Amy Winehouse ('Circus Freaks') en verwondert hij zich erover dat de digitale revolutie de wereld wel kleiner maakt, maar niet overzichtelijker ('Small World'). Het oude Madness komt om de hoek kijken in 'Misery' - waarop blue beat en music-hall samensmelten - en in het dub-achtige 'Death of a Rude Boy'.
Tegelijkertijd is niets zo saai als perfectie en de plaat kent dan ook twee minpuntjes. Hoewel de tekst Ian Dury qua double entendres naar de kroon steekt, kabbelt 'Kitchen Floor' iets te lang voort en de alternatieve versie van 'My Girl 2' had best vervangen mogen worden door een extra nieuw nummer. Afgezien daarvan is een volmondig 'oui' op zijn plaats.
http://www.kindamuzik.net/recensie/madness/oui-oui-si-si-ja-ja-da-da/23384/
Meer Madness op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/madness
Deel dit artikel: