Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De scene rondom de eigenzinnige Danielson Family staat nu bekend als de groepering rond Sufjan Stevens. Een teken hoe snel het kan gaan in het leven van een muzikant. Kon Stevens twee jaar terug nog op zijn CV zetten dat hij gastmuzikant was bij de Danielsons, nu wordt híj als referentie gebruikt.
Om het makkelijk te houden hoeven de Stevens-adepten eigenlijk alleen maar zijn label Asthmatic Kitty in de gaten te houden. Wat dat betreft is hij vergelijkbaar met Conor Oberst en het label Saddle Creek, waar elke act hand– en spandiensten aan de andere verleent. Zo was Stevens twee jaar geleden de producer van het debuutalbum van Liz Janes. Dit Done Gone Fire was een charmant en krakkemikkig singer/songwriter-werkstuk dat de avontuurlijke fans van Cat Power kon bekoren.
Nu is er dan de opvolger en moet ze het zonder Stevens doen. In ruil voor deze multi-instrumentalist heeft ze een leger andere bereidwilligen gevonden (waaronder Pall Jenkins van The Black Heart Procession). Opener ‘Wonderkiller’ is een rustig walsje, maar ontpopt zich in het refrein als een venijnig liefdesnummer. Het plaveit de weg voor ‘Streetlight’ waar Janes definitief het idee dat we met een lief meisje te maken hebben van zich afschudt: “It’s dirty, dirty, dirty here”. Onheilspellende drums en gitaren laten haar blueskant naar boven komen. Ook het titelnummer gaat voor een groots refrein en wisselt dit af met zachte, in de folktraditie gewortelde coupletten.
Behoort Janes misschien dan ook tot de alhier veelgeprezen nieuwe folkbeweging, zult u zich afvragen. In principe wel. Haar geluid is te vergelijken met dat van White Magic, soms doet ze aan Joanna Newsom denken en ‘Ocean’ kraakt net zo lekker als Coco Rosie dat kan. Toch zijn de zelfgeschreven composities van Janes niet sterk genoeg om zich met deze namen te kunnen meten. Het kabbelt maar door en je hoort dat het goed is maar je voelt er niks bij. Pas als ze op ‘Deep Sea Diver’ een duidelijke vocale melodie volgt, begint er iets te groeien. Een stevig achtergrondkoor zorgt voor enige opwinding, maar dan moet het liedje weer opzij geschoven worden voor een gitaar die wat afstervend gepriegel inzet in plaats van een passend slot te bedenken. Dan werken de instrumenten op ‘Desert’ beter samen. Eindelijk wordt er iets moois neergezet met al die gastmuzikanten. Postrock voor de niet rockers.
Janes is een wispelturige vrouw. Ze begon in een punkbandje om vervolgens haar lo-fi van gospel invloeden te voorzien. Haar muziek is dan ook altijd van religieuze aard geweest maar op Poison & Snakes krijg je daar weinig van mee. Misschien zijn de teksten ook wel met opzet net zo willekeurig als de muziek gehouden. Wat dat betreft had Stevens beter als producer aan kunnen blijven om een wat strakkere lijn te hanteren. Nu doet ze het samen met arrangeur Rafter Roberts en springt het alle kanten op. Jammer, want iemand met zo’n warme en lenige stem verdient beter.
http://www.kindamuzik.net/recensie/liz-janes/poison-snakes/7261/
Meer Liz Janes op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/liz-janes
Deel dit artikel: