Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Last Harbour is een collectief uit Manchester dat al bijna tien jaar lang letterlijk alle registers opentrekt om groots aangezette sombermansmuziek te maken. De acht leden gebruiken naast bas, drums en gitaar ook klassieke instrumenten zoals viool, piano, orgel, mandoline of dubbele bas. En alsof het allemaal nog niet genoeg is, laten ze gastmuzikanten aanrukken voor accordeon, cello of trompet. Op hun vierde plaat Volo trekken ze opnieuw topzwaar en melancholiek van leer.
Zanger Kevin Craigh croont alsof de duivel hem op de hielen zit, in songs die het midden houden tussen folk, klassiek, wave, pop en postrock. Zijn stem en zangstijl roepen Dick Polak van Neerlands wavetrots Mecano in herinnering. De plaat begint met een vertelling in het Frans, waarna de overige vijftien songs zich eveneens laten lezen als een livre noir. Met literaire teksten, met opbouw van spanning in stevige songs, en met loutering in rustiger werk.
Namen die te binnen schieten bij het luisteren naar Volo zijn Nick Cave, iLiKETRAiNS, Woven Hand, The National, Tindersticks en Joy Division. Maar dan rijker georkestreerd. Fraaie voorbeelden van hun barokke vakmanschap zijn het onheilspellende 'The Fever' en het langzaam in een emotionele draaikolk verdrinkende 'Mount Analogue'.
Last Harbour toont met Volo de vele gedaantes van zijn inktzwarte nachtmuziek. Geloopte noise, berustende folk, duetten op het scherpst van de snede, over the top doemrock: het is zomaar een greep uit hun hoogontwikkelde muzikale vaardigheid. Met als gemene deler een soms tranentrekkende intensiteit. Een spookachtig goede plaat van een band die meer aandacht verdient.
http://www.kindamuzik.net/recensie/last-harbour/volo/20231/
Meer Last Harbour op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/last-harbour
Deel dit artikel: