Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Je zou het niet achter hem zoeken. Niet als je alleen maar over hem gehoord of gelezen hebt, maar evenmin als je zijn muziek hebt gehoord. Toch vormt de akoestische gitaar de basis van al het werk dat de uit Keulen afkomstige Joseph Suchy tot nu toe op zijn naam heeft staan. De avant-gardist is permanent lid van Burnt Friedman’s Nub Dub Players, mede-oprichter van improvisatielabel Grob en werkte samen met onder meer David Grubbs en Ekkehard Ehlers. Die namen geven al aan dat zijn muziek niets van doen heeft met gitaarrock of akoestische gitaarmuziek.
Ook op Suchy’s vierde solo-album calabi.yau is de hoofdrol weggelegd voor dat oude, zessnarige instrument. In negen experimentele stukken maakt Suchy eigenlijk alleen maar muziek met zijn gitaar, maar toch hoor je zelden het vertrouwde getokkel of harmonieën. Analoge en digitale vervorming, golven feedback, langgerekte klanken en zware filters; Suchy zet alle middelen in om de gitaar te ontdoen van haar ‘natuurlijke’ geluid. In theorie lijkt dat misschien geforceerd, maar Suchy dwingt zijn ‘gitaarmuziek’ – plagerig laat hij er geen misverstand over bestaan dat het toch echt gitaarmuziek is – nieuwe bestaansvormen te ontdekken om op eigen benen te staan. Binnen dat klimaat klinkt het merendeel van de composities verbazingwekkend rustig en zelfverzekerd. De muziek beweegt zich doelgericht voort en haast zich niet. ‘Calabi.yau’ en ‘ka-asam’ nemen de tijd te ontplooien tot de geruststellende composities die ze zijn. Je vergeet steeds weer dat je nog steeds vrijwel alleen maar naar gitaren luistert, en dat er eigenlijk best veel gebeurt in een schijnbaar eendimensionaal universum. Voor wie het niet door heeft – en dat is niet ondenkbaar – is er ‘Soan-ne’, een verontrustend stuk dat de botsing van natuurlijk gitaargeluid met de oppermachtige digitale techniek lijkt te beschrijven.
Toch is dit het enige moment waarop de gitaar het benauwd lijkt te krijgen; het instrument schikt zich bijzonder goed naar de composities en laat zich naar hartelust mutileren. Suchy vermijdt de associatie met popmuziek (zoals Fennesz bijvoorbeeld wel deed op Endless Summer), maar de inzet van gitaar als aanwinst voor nieuwe, experimenteel-elektronische muziek slaagt op een vergelijkbare manier. De grote winst van calabi.yau is dat Suchy je weer op heel andere manieren naar een gitaar laat luisteren. Nieuwe geluiden uit een oud instrument zijn altijd een aanwinst.
http://www.kindamuzik.net/recensie/joseph-suchy/calabi-yau/4587/
Meer Joseph Suchy op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/joseph-suchy
Deel dit artikel: