Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Glenn Jones is voornamelijk bekend als de gitaarspelende bezieler van Cul de Sac. Maar ook solo is hij al een hele tijd aan de slag. Hij ontwikkelde een gitaarstijl die perfect past in de typische naar John Faheys cultlabel genoemde Takomaschool.
Toch duurde het tot de dood van Fahey voordat Jones met zijn kunde naar buiten trad. Dat gebeurde voor het eerst in 2001 tijdens de concerten die ter herinnering van Fahey in San Francisco en New York plaatsvonden.
Als in 2004 Jones’ eerste soloplaat This Is the Wind that Blows it uitkomt, trekt hij met zielsgenoot Jack Rose langs de Europese podia. Beide gitaristen zijn muzikaal verwant, maar het voornaamste verschil is waarschijnlijk Jones’ nét iets warmere en meer verhalende gitaarspel.
Jones verstaat echter vooral de kunst om zijn instrumentale uitstappen op akoestische gitaar zodanig uit te werken dat ze je van de eerste tot de laatste noot meeslepen en dat plaatst hem moeiteloos in het rijtje van hedendaagse gitaargoden als Sir Richard Bishop, James Blackshaw en Stephen Basho-Junghans.
Glenn Jones’ nieuwste werkstuk, dat de titel Against Which the Sea Continually Beats meekrijgt, verschilt niet wezenlijk van zijn voorganger, in die zin dat het niveau weerom hoog is. Fingerpicking vormt nog steeds de basis voor de instrumentale composities die een lichte invloed van raga en gitaardrones ondergaan.
Het lijkt dan ook toepasselijk dat de ondertitel van de Solos for 6 & 12 String Guitar luidt. Het begeleidende boekje voorziet in gedetailleerde technische informatie en het door Jones minutieus gedocumenteerde opnameproces. Interessante informatie, maar het blijft natuurlijk wel vooral het resultaat dat je hoort. En dat is simpelweg - zoals bij zijn zielsgenoot Jack Rose - adembenemend.
http://www.kindamuzik.net/recensie/glenn-jones/against-which-the-sea-continually-beats/15006/
Meer Glenn Jones op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/glenn-jones
Deel dit artikel: