Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
The Libertines – met als spil de makkers Pete Doherty en Carl Barât – leveren tussen 2002 en 2004 twee geweldige albums, waarna de idylle abrupt eindigt. Doherty’s drugsverslaving loopt namelijk de spuigaten uit. Bovendien is hij nauwelijks in staat om aan zijn tourverplichtingen te voldoen, en breekt hij zelfs in (!) bij Barât. Voor de laatste is de maat vol: hij schopt Doherty de band uit en werkt met de rest van de groep de resterende concerten af. The Libertines zijn niet meer.
Twee jaar later is Pete Doherty verder uitgegroeid tot een zielig hoopje mens. Zo goed als wekelijks wordt hij opgepakt, met in zijn bezit een substantie die God of de wet verboden heeft. De Britse roddelpers smult van zijn eigen Kurt Cobain, zeker wanneer Doherty supermodel Kate Moss aan de haak slaat, en zij vrolijk meesnuift. Doherty’s band Babyshambles rammelt zieltogend; een sprankje talent moet op het debuut Down in Albion met een vergrootglas gezocht worden. Bovendien is Doherty het spoor menigmaal zodanig bijster, dat hij niet komt opdagen voor een concert. Als hij er wel is, zoals onlangs in Paradiso, vergaapt de bezoeker (lees: ramptoerist) zich aan de zoveelste rockjunk. Muzikaal is de show niet om aan te horen. Dat Doherty ondertussen hard op weg is om de zoveelste te vroeg gestorven rocker te worden deert niemand. Hemzelf het minst; ere wie ere toekomt.
Buiten de pagina’s van de rioolpers heeft Carl Barât zich rustig gehouden. Dat heet: tot Waterloo to Anywhere van zijn nieuwe band Dirty Pretty Things. Barât heeft tweederde van de The Libertines (plus Didz Hammond van The Cooper Temple Clause) gerekruteerd, en rekent op de eerste single ‘Bang Bang You’re Dead’ niet op een spoedig herstel van Doherty. Je zou zelfs kunnen spreken van een afrekening, een thema dat op Waterloo to Anywhere centraal staat. Scheiden is lijden, het is over en uit en Barât verbrandt hier de laatste bruggen.
Waterloo to Anywhere verwerpt ook het idee dat Doherty de enige genius van The Libertines was, en Carl Barât slechts zijn marionet of slippendrager. Hoewel niet de gehele lengte (van slechts 36 minuten) van een dermate hoog niveau is, kent dit debuut genoeg momenten waarop Dirty Pretty Things zich een waardig erfgenaam van The Libertines toont. Spetterende melodieuze punk, een glamrockstamper als ‘Bang Bang You’re Dead’, enkele stemmige koortjes waarbij de hele band meezingt én catchy songs (‘Gin and Milk’) maken van Waterloo to Anywhere de vlijmscherpe plaat waarop we sinds The Libertines hebben zitten wachten.
Barât heeft de luwte gebruikt om snuggere, vernuftige songs te schrijven die kop, staart, midden en doel kennen. Geen gerommel dus, maar hitgevoelige prachtdeunen. Je zou er bijna de zomerkolder van in je hoofd krijgen. Bijna, want al is Waterloo to Anywhere een document vol verdriet en woede, muzikaal is Dirty Pretty Things bij vlagen nog zoekend. De band lijkt echter een hechte vriendenclub, heeft plezier in het spelen en een prima debuut onder de arm; voortekenen die lijken te duiden op een rooskleurige toekomst. Ondertussen bidden we maar dat Doherty zijn 28e verjaardag mag vieren, in gezondheid.
http://www.kindamuzik.net/recensie/dirty-pretty-things/waterloo-to-anywhere/12759/
Meer Dirty Pretty Things op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/dirty-pretty-things
Deel dit artikel: