Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De ritmische vernieuwingen van de pioniers die new wave, disco, freejazz en wereldmuziek met elkaar vermengden, zijn niet alleen in deze tijden van retro erg populair. Ze lijken inmiddels een afgerond geheel, de beste platen uit 1979 tot pakweg 1984. We hebben het over My Life in the Bush of Ghosts van David Byrne met Brian Eno, Ornette Coleman's Prime Time, New York Gong, Metal Album van PiL, en de vroege elpees van Material, Massacre en Pere Ubu, om er een paar te noemen. North America van de New Yorkse groep Curlew hoort ook in dit rijtje thuis.
Curlew is een groep die al bestaat sinds de vroegste bloeiperiode van de muziek in Downtown New York. Met underground-grootheden als Tom Cora, Fred Frith, Nicky Skopelitis en Anton Fier had saxofonist George Cartwright zijn zaakjes goed voor elkaar. Maar anders dan de andere vroege jaren-tachtig-helden hield Cartwright al die tijd de touwtjes stevig in handen. Na talloze bezettingswisselingen bestaat Curlew nog steeds, en de ingrediënten zijn nog ongeveer dezelfde.
Cartwright's passionele zweefpartijen en furieuze sax-uitbarstingen contrasteren fel met de muurvaste gitaar-bas-en-drumritmes van zijn begeleidingsband. Eind jaren negentig leek die hoekigheid een beetje afgesleten, op Mercury is Curlew weer helemaal op vertrouwd terrein. De grootste verrassing zit hem in de traditionele rhythm 'n' blues-feel van sommige stukken. Traditioneel wordt het echter nooit bij Curlew, want de ritmes blijven meestal op vreemde plaatsen hangen en stilstaan. De gitaar van nieuweling Dean Granros vormt met zijn gruizige geluid de verbindende schakel tussen de scheurende sax van Cartwright en de logge ritmefabriek van toetsenist Chris Parker, drummer Bruce Golden en bassist Fred Chalenor. Zwakke tracks staan er eigenlijk niet op, als vanouds dienen alle bandleden hun beste stukken in, en kan bandleider Cartwright streng selecteren.
Zo hebben we het op zich al wel eerder gehoord van Curlew. Op zich is het erg verfrissend om tijdens de huidige jaren tachtig nostalgietrend van een jongere generatie ook eens te kijken naar de invalshoek van mensen die er vanaf het begin al bij waren. Brian Eno, Bill Laswell, Fred Frith, Jah Wobble of David Thomas klinken immers nooit retro. En al produceerde George Cartwright met Mercury de zoveelste consistente plaat sinds de jaren tachtig, ook zijn groep Curlew klinkt nog altijd niet oubollig.
http://www.kindamuzik.net/recensie/curlew/mercury/5836/
Meer Curlew op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/curlew
Deel dit artikel: