Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Afgelopen weekend zaten we vastgekluisterd aan de sofa voor de Spaanse cultprent ‘Los Sin Nombre’ (1999) van regisseur Jaume Balaguero. De film vertoont sporadisch verregaande gelijkenissen met de Britse horrorfilm ‘The Wicker Man’ (met Christopher Lee), waarvoor we de tijd dertig jaar terugdraaien. Laat het nu net die soundtrack (Paul Giovanni) zijn die de basis vormde voor de tweede plaat van het Londense kwartet Candidate, … een conceptplaat dus! De obsessie van de broertjes Morris (spilfiguren van de band) voor ‘The Wicked Man’ ging zelfs zo ver dat ze op zoek gingen naar de locatie van de film, een idyllisch niemandsdorp aan de Schotse westkust. Het leverde hen een bagagekoffer vol ideeën op die uiteindelijk resulteerden in elf songs, allen verzameld op het zeer genietbare Nuada.
Alex en Joey Morris lieten zich in de jaren negentig in vervoering brengen door songwriters als Bill Calahan (Smog), Mark Eitzel (American Music Club), maar op Nuada zijn het toch vooral de Britse folk-invloeden (zelfs Bert Jansch van Pentangle komt even meedoen) die zich laten gelden, al valt hier en daar wel een pietsje lo-fi Americana te detecteren.
Nuada neemt de luisteraar mee op een licht psychedelische trip door het luchtruim, waarin het etherische geluid van de akoestische gitaren een subtiele aanvaring met een blazer of een strijker niet uit de weg gaat. De glasheldere opener ‘Barrel Ff Fear’ doet meteen het beste vermoeden, terwijl ‘Sowing Song’ de aandacht trekt door een bloedmooi, meerstemmig refrein. Hoewel de song in eerste instantie naar The Beta Band lijkt te knipogen, trekt deze langzamerhand op eigen benen de wijde wereld in. We tekenen hier, jawel, een hoogtepunt op. In het instrumentale ‘Tomorrow’s Tomorrow’ versmelten een dwarsfluit en het knappe gitaarspel van Alex Morris tot een doodeenvoudig, maar des te indrukwekkender geheel. Golven die krachtig tegen de kliffen beuken, een zeemeeuw die schichtig een blik werpt en Nick Drake die instemmend meeknikt. De zoektocht naar dé perfecte soundtrack bij een romantische avondwandeling aan de Noordzee hoeft niet verder gezet te worden. Het ritmische handgeklap en de samenzang (“They are singing for me”) van ‘Beautiful Birds’ hadden niet misstaan op de recentste Low, ook al heten de uitvoerders hier niet Alan Sparhawk en Mimi Parker. Het door majestueuze arrangementen aangedreven ‘Circle Ff Ash’ (gebaseerd op Giovanni’s ‘Willow’s Song’), waarin Joel Morris het beangstigende gevoel van een onzekere puber – die op het punt staat haar maagdelijkheid prijs te geven – beschrijft (“Don’t waste your energy fighting/surrender to me/for you/the waiting is over”), laat het topje van de ijsberg smelten als sneeuw voor de zon.
Het folky karakter van de plaat wordt extra benadrukt in ‘Rain On The Roof’, waar banjo en akoestische gitaar zich rond het alweer fantastische refrein – dat kan wedijveren met een Elliot Smith in opperbeste conditie – slingeren. Multi-instrumentalist Ian Painter mocht zich ontfermen over het zangloze ‘Island 34’, terwijl het organische ‘Modern Parlance’ na nauwelijks zesendertig minuten mag afklokken.
We hebben Candidate’s Nuada amper een etmaal in ons bezit, maar hoeven niet langer overtuigd te worden van de kwaliteiten van deze flink onderschatte Britten. In Engeland (plaat werd er eind oktober al uitgebracht) bekleedde deze plaat een eervolle stek in menig eindejaarslijstje, hopelijk is hen binnen elf maanden hetzelfde lot beschoren in de rest van Europa. Dromen mag toch, niet?
http://www.kindamuzik.net/recensie/candidate/nuada/2401/
Meer Candidate op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/candidate
Deel dit artikel: