Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De ontwikkeling was eigenlijk onvermijdelijk: in 2000 werd Alcest door Stéphane "Neige" Paut opgericht als blackmetalgroep, maar al gauw werden postrock en shoegaze-invloeden steeds belangrijker. En belangrijker. En belangrijker. Anno 2014 is Alcest officieel metalband af en houdt het gezelschap rondom Neige zich nog zuiver bezig met postrockerige shoegaze, zo blijkt bij beluistering van Shelter. Goed nieuws voor degenen die de screams op de vorige platen niet kunnen smaken. Slecht nieuws voor zij die juist toeleven naar die momenten waarop de sfeervolle gitaarlandschappen losbarsten.
Het is nu namelijk officieel gedaan met de spanning. Alcest legt een warme deken van fluweelzachte muziek over je heen, wiegt je zachtjes in slaap en neemt je mee naar een sprookjesachtig dromenland. Waar helaas geen bal te doen blijkt. De pakkende popliedjes, die vlak onder de gitaartextuurlaag van shoegazegrootheden als My Bloody Valentine en Ride verstopt zitten, ontbreken - daar draait het ten slotte ook niet om. Helaas missen ook de indrukwekkende spanningsopbouwen zoals die bij goede postrock te vinden zijn. Je kan daardoor niets anders dan gezapig verder dromen.
En genieten van enkele prachtmelodieën, dat dan weer wel. Het is alleen zo jammer dat daar te weinig mee gedaan wordt, behalve dat ze simpelweg langskomen en weer verdwijnen. Aan het begin van het titelnummer leef je bijvoorbeeld op bij een bloedmooie riff, maar die wordt algauw ontsierd door nogal matige, nietszeggende zang - die wel nodig is, want puur instrumentaal zou er ook niets aan zijn. Voor je het weet is het nummer weer voorbij zonder dat er verder iets noemenswaardigs is gebeurd. Het lijkt alsof de muzikanten zich vijf minuten lang hebben ingehouden.
Niet alleen de schreeuwen zijn opgeschort, dit geldt ook voor de heftigere passages in het algemeen. De band lokte je nooit helemaal naar het puntje van je stoel, maar er is gewoon weinig meer aan nu het laatste restje pit eruit is gezogen. Alcest valt hierdoor in de nietszeggende ruimte tussen Sigur Rós en Slowdive en levert een droom af waarvan maar weinig fragmenten blijven hangen.