Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Dat Kantamoinen Mika Vainio’s meest persoonlijke album tot nu toe is zou een beetje flauw zijn om te zeggen, omdat hij altijd geprobeerd heeft zijn muziek zo afstandelijk mogelijk te laten klinken. Nadat hij begin jaren ’90 onder de naam Ø (diameter) zijn eerste platen voor het Finse label Säkhö had gemaakt richtte hij samen met Ilpo Väisänen Pan Sonic op, en kwam het experiment centraal te staan. De muziek van dit duo lijkt weinig op de minimale techno waarmee Vainio was begonnen: het creëert met analoge, vaak zelfgebouwde instrumenten een sfeer die angstaanjagend onmenselijk is, ontdaan van elke emotie. Iets later begon Vainio onder zijn eigen naam albums te maken waarop langgerekte tonen het object zijn van allerlei effecten, wat leidde tot rauwe geluidsexperimenten.
Kantamoinen neemt binnen deze carrière een vreemde positie in. Terwijl hij zijn emoties vroeger altijd angstvallig uit de weg ging vormen nu de herinneringen aan zijn kindertijd juist zijn voornaamste inspiratiebron. In het huis dat de hoes siert bracht hij die periode door met zijn oma, aan wie hij het album ook opdraagt. Het heeft hem vijf jaar gekost om die jeugdherinneringen uit te werken tot een album.
De vertrouwde analoge instrumenten zijn nog steeds aanwezig. Daarnaast gebruikt hij op dit album zware synthesizers en elektrische orgels. Deze instrumenten hebben een heel eigen en krachtig geluid, dat perfect de bitterzoete melancholie beschrijft die hij optekent. Je voelt het: hier is lucht bewogen en is aan knoppen gedraaid. Hier heeft een menselijke hand toetsen ingedrukt. Deze antieke instrumenten met hun karakteristieke klankkleur kunnen bij uitstek het gevoel van jaren terug naar boven halen.
Ondanks de veranderingen is dit album nog steeds herkenbaar als gemaakt door Mika Vainio. De manier waarop hij geluiden en met name de klankkleur behandelt is vergelijkbaar met de muziek die hij onder zijn eigen naam maakt. Nieuw zijn ook de prachtige melodieën, die het album een ziel meegeven. Het nummer ‘Antenni-muurahais/ Antenne-ant’ is een aardige illustratie van zijn ontwikkeling als artiest. Het begint met weerbarstig uitschietende frequenties, die vervolgens plaats maken voor een prachtige, repeterende melodie uit een elektrisch orgeltje.
Behaaglijk of toegankelijk zal zijn muziek nooit worden. Het blijft immers avant-garde en is nog steeds geen pop. Tegenover de warme klanken staan ongemakkelijke, dreigende tonen die het album behoeden voor al te simpele en directe emoties. Kantamoinen biedt meer aanknopingspunten dan zijn eerdere werk. De muziek is verder ingevuld; niet meer zo radicaal abstract, open en vervreemdend. Gelukkig valt er ook nog genoeg te ontdekken, waardoor elke luisterbeurt weer een klein avontuur wordt. Eigenlijk net als vroeger.
http://www.kindamuzik.net/recensie/6208/kantamoinen/10000/
Meer Ø op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/6208
Deel dit artikel: