Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Een moeilijk geval is dit. Is een postuum eerbetoon aan een vader die de status van 'geniaal rockicoon' draagt nu nobel, moedig, dwaas of gewoon smakeloos te noemen? En vooral, moet je hier als Zappa-aficionado al maanden warm voor lopen, of er simpelweg voor passen? Misschien staat er ook in uw kast een goed dozijn Zappa-platen. Het maakt u er geenszins een kenner op. Daarvoor is zijn nalatenschap te volumineus, te grillig, en in z’n totaliteit ook te ondoorgrondelijk. Dat brengt ons meteen bij een ander heikel punt: hoe destilleer je uit zo waanzinnig veel muziek een bloemlezing die zowel een goed overzicht biedt én tegelijkertijd een min of meer samenhangend geheel vormt? En hoeft dat eigenlijk wel?
Het geduld van het publiek al te zeer op de proef stellen is alvast geen goed begin. Het concert wordt voorafgegaan door een halfuur durende concertregistratie uit de legendarische Roxy & Elsewhere-periode. Het doet de briljante liveplaat uit 1974, die eraan vasthangt geen recht aan: het toont Zappa en zijn band weliswaar als meesterlijke muzikanten, maar ook te zeer gericht op sabotage en psychedelische toestanden. Overbodig.
Dat virtuositeit ook heel onverteerbaar kan blijken, is de les van het eerste deel van het concert. De flamboyante Napoleon Murphy Brock zet de meeste zangpartijen op groteske manier naar zijn hand en gaat helemaal op in zijn rol als boegbeeld van de voor de rest relatief jonge band. Maar het is vaak wandelen op een dun koord. De kolder loert te vaak om het hoekje en Dweezil Zappa mag dan wel een gitaarwonder zijn, die zijn vaders speelstijl met verve interpreteert, als frontman schiet hij te kort, waardoor de band nog gezichtslozer wordt. De typisch Zappaëske humor, toch geen onbelangrijke pijler in ‘s mans muziek, is ofwel helemaal zoek, of wordt ontoereikend vertaald.
Maat en evenwicht vinden, dat kon misschien de grote uitdaging van deze tribute zijn, maar te veel klemtoon op de nerveuziteit en drukte in Zappa’s vroege werk maakt het eerste uur heel onverteerbaar en ja, zelfs vervelend.
Als Dweezil aankodigt dat Terry Bozzio er tijdens het tweede deel zal worden bijgehaald, valt er alleen nog te hopen dat hij de overblijvende meubels nog kan redden. Bozzio is een sleutelfiguur op veel van de sterkere platen als Sjeik Yerbouti en Live in New York, waarin hij naast drummer ook een onmisbare sidekick is in het podiumspel van Zappa. Er volgen inderdaad een hele rits onvoorspelbare songs daaruit. Het begint met een overdonderend 'I’m So Cute', waarin Bozzio’s stem nog zoek raakt in de mix, en gaat verder met zonder meer knappe versies van 'City of Tiny Lights' en 'Punky’s Lips'. Nee, geen 'Dancing Fool' of 'Bobby Brown', zelfs geen 'I’m the Slime'. Buiten een kort 'Don’t Eat The Yellow Snow' en de instrumentale klassieker 'Peaches & Regalia', worden de bekendere nummers geweerd uit de set. Ook deze strategie trekt het concert niet vlot op gang, net zo min als de ellenlange solo’s die pas echt entertainmentwaarde krijgen wanneer ze tot in het oneindige doorgedreven worden.
Enter Steve Vai: gitaarfenomeen en vaak vereenzelvigd met foute virtuositeit, maar ook één van de beschermelingen van Zappa uit de jaren '80. Geen idee waarom, en van enig precedent is hier geen sprake, maar net hier gaan wij eindelijk voor de bijl. De crescendo’s van duellerende gitaren en het verbluffende samenspel van de muzikanten jagen een verschroeiende geluid door de zaal, met als gevolg dat er straks heel wat mensen in hun oren peuterend de zaal zullen verlaten. Hoogtepunt: de bijna oneindige gitaarsolo van Vai in 'Zombie Woof'. Toegegeven, op den duur wist niemand nog welk nummer nu eigenlijk gespeeld werd, maar wat een verpletterend spektakel van meesterschap.
Een goed laatste uurtje in een tweeënhalfuur durend concert, dat in het begin vaak - weliswaar met klasse - verveelde. Afgaande op de respons van het publiek hebben hier ongetwijfeld best veel mensen van genoten, maar de niet-freaks en niet-muzikanten moesten als eens op de tanden bijten. Een genie als Zappa, die voor geen gat te vangen was, laat zich duidelijk niet samenvatten in dit bonte soepje waarin de ingrediënten niet helemaal juist zitten... Maar wie zijn wij om daarover te oordelen? Zou Dweezil het allemaal niet beter moeten weten?
http://www.kindamuzik.net/live/zappa-plays-zappa/zappa-plays-zappa/13041/
Meer Zappa Plays Zappa op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/zappa-plays-zappa
Deel dit artikel: