Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
“We’re gonna play some real quiet and fucked up bluessongs”, zegt Timesbold-zanger Jason Merritt tegen het Groningse publiek, voorafgaand aan zijn solo-optreden. Hij legt de nadruk op het woord ‘quiet.’ Het meer dan halfvol gelopen Vera begrijpt de hint en blijft gedurende het optreden van Whip (foto rechts) en zijn twee begeleiders doodstil luisteren.
Vanaf het eerste liedje is het duidelijk waarom Merritt prijsstelt op een stil luisterend publiek. De muziek vereist de volledige aandacht van de bezoeker. De singer-songwriterliedjes van de Amerikaan zijn, net als bij Timesbold, geënt op Dylaneske folk en blues. Maar waar Timesbold de teugels nog wel eens laat vieren, is het solowerk van Whip introspectiever, minimaler en vooral intiemer.
De drie heren weten het publiek muisstil te krijgen met hun intrieste luisterliedjes. Omdat hun americana-liedjes zo verstild en breekbaar zijn, valt het kleinste detail je op: het zachte gepingel op een glockenspiel, de voorzichtige aanslagen op een lapsteel en vooral de onvaste, trillende zang van Jason Merritt. Met prachtige liedjes als ‘One for Fire’ en ‘Spread Eagle’ doet het drietal je ongegeneerd naar adem happen. Whip excelleert in wonderschone breekbaarheid.
Dan is het aan Great Lake Swimmers (foto links). De band rondom Canadees Tony Dekker start met het dromerige ‘Various Stages’ van hun titelloze debuutplaat. Het is de laatste tourdag en de Canadezen spelen hun nummers iets losser dan op plaat. Een grijzende Dekker zegt meermaals trots te zijn hun laatste optreden van de tour in Vera te mogen spelen.
Ondanks de ontspannen indruk die band maakt, is de muziek verre van spanningsloos. De weidse countryfolk is diep melancholisch en van een desolate pracht. Ook hier is de stilte bepalend; veelvuldig wordt de rust gezocht in de muziek. Een galmende aanslag op de gitaar en een etherisch tokkelende banjo leveren een kriebelende, onderhuidse spanning op.
Het leeuwendeel van die spanning komt echter op het conto van frontman Tony Dekker. Zijn hoge, bijna ijl klinkende zang is sfeerbepalend, vooral in de nummers die hij solo brengt. Dan komt de serene melancholie echt goed tot zijn recht. Het knappe is dat ondanks alle treurnis en zware emoties de muziek zo licht als een veertje is. Juist daardoor is Great Lake Swimmers zo diep ontroerend.
Beide acts excelleren in wonderschone en verstilde melancholie. Toch is het afsluitende gevoel van een opmerkelijke tweeslachtigheid: je prijst je gelukkig omdat je twee prachtige optredens hebt gezien en tegelijkertijd is er het gevoel dat je lang niet alles van die mooie, kwetsbare muziek hebt meegekregen.
Misschien is Whip én de Great Lake Swimmers achter elkaar bekijken iets teveel van het goede. Er is simpelweg té veel moois om alles op de juiste waarde te kunnen schatten.
Foto uit het KindaMuzik archief, door Jelle Kalkman (Whip) en Jelmer de Haas (Great Lake Swimmers).
http://www.kindamuzik.net/live/whip/whip-great-lake-swimmers/15460/
Meer Whip op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/whip
Deel dit artikel: