Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Onlangs verscheen er weer een cd op het jazzlabel Daybreak, een fijnproeversmerk dat zich al jaren specialiseert in pianojazz: Ugly Beauty, The Music of Thelonious Monk. En is dat wat: Nederlanders die de muziek van een Amerikaans jazzgenie naspelen? Jazeker! Zo is het weer tijd om altsaxofonist Benjamin Herman te bejubelen. Want of hij nu muziek speelt van Jaki Byard, Misha Mengelberg of Nat Adderley, altijd is er dat onweerstaanbare vleugje bestudeerde nonchalance in zijn ritmische spel. Dat lukt hem ook als hij Monk speelt. Vanaf de eerste noot van het eerste stuk, Four in One, slaat hij ons met de ene toonbuiging na de andere ritmische inval om de oren. En je veert op.
Hoewel het lijkt alsof drummer Han Bennink voor zijn doen ingehouden speelt, lijkt hij buitengewoon op zijn gemak met bassist Frans van der Hoeven. Hun een-tweetjes in de ritmesectie vinden weerslag in de opbouw van Ben Hermans saxsolo’s. Inderdaad, heel traditioneel, maar nog altijd doeltreffend en vol vuur.
En de man die het allemaal zo bedacht heeft, pianist Robert-Jan Vermeulen probeert gelukkig niet te lijken op Monk-de-pianist. Zijn klassieke geluid is daarvoor veel te gestileerd en afgemeten. Vermeulen deed er daarom goed aan, om wat vuurwerk in zijn groep te halen.
In december en januari maakte Ugly Beauty een tournee langs de Nederlandse jazzpodia. De reacties van pers en publiek waren heel verschillend. De een vond het te gewoon, een ander stoorde zich juist aan de immer ontsporende vrije passages. Die verdeeldheid is goed te verklaren: alle bandleden van Ugly Beauty trekken een eigen publiek met een eigen verwachtingspatroon.
Ikzelf wist eigenlijk ook niet precies wat ik moest verwachten van Ugly Beauty. Ik vond de cd meer dan oké, en verwachtte ook zoiets van een live-optreden. Ik kreeg tijdens een concert in Austerlitz op 10 januari meer dan ik kon verwachten. Niet alleen werd de studio-cd achteloos het raam uitgeknikkerd (in overdrachtelijke zin dan), ineens werd mij ook de groepsnaam Ugly Beauty helemaal duidelijk.
Ugly Beauty, dat is asymmetrische perfectie, zo leerde ik tijdens het concert. Er werd heen en weer geschommeld tussen duetten, trio’s en kwartetten, veel losser en dynamischer eigenlijk dan op de plaat. Ugly Beauty is soms schoonheid met een gemeen haakje, fascinerende horror zelfs. Als Bennink Monk speelt, komt de traditionele jazzdrummer even bovendrijven. Pure schoonheid dus, maar niet voor lang. Wanneer Bennink zich ook maar een heel klein beetje verveelt, maakt hij de al te mooie momenten gewoon kapot. Hij slingert dan met een ratel, of breekt een stok. “Alsof hij voor een mooie vrouw staat te spelen”, roept hij bijvoorbeeld tijdens een net iets te gladde bassolo van Frans van der Hoeven. Piano en saxofoon in een deuk, en wij zijn weer allemaal wakker. Ugly Beauty.
Ook Benjamin Herman is zo’n moeilijk te plaatsen jazzmuzikant. Vol zelfvertrouwen laat hij horen dat hij zijn huiswerk heeft gedaan. Ik heb Charlie Rouse (een van Monks vaste saxofonisten) nooit live mogen meemaken, maar ik geloof toch dat Benjamin Herman heel dichtbij deze echte Monk-blazer kwam. Maar net als bij Bennink was het niet voor lang. Via een scheur en een sneer werd alle stof van de planken geblazen, en dat gebeurde meestal heel geraffineerd. Zo klonk zelfs een neuzelende sopraan, nagebootst op een normale altsax. De betovering van het authentieke was verbroken, maar sodemieter! Hoe flikte hij dat met die rake registerwisseling? Ugly Beauty!
http://www.kindamuzik.net/live/ugly-beauty/ugly-beauty-the-music-of-thelonious-monk/5007/
Meer Ugly Beauty op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/ugly-beauty
Deel dit artikel: