Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Onder bluespuristen heeft Robert Cray nooit veel goed kunnen doen. Te gelikt, te veel soul, pop en rock, te weinig doorleefde ellende.
Desondanks ging eind jaren tachtig zijn muziek er bij het grote publiek in als zoete koek. Met hits als Top 2000-klassiekers 'Right Next Door', 'Smoking Gun' (beide van succesalbum Strong Persuader) en 'Don't Be Afraid of the Dark', zette hij een heel nieuwe vorm van blues neer, die veel mensen tot de muzieksoort introduceerde.
Niet gek dus dat Paradiso ook in 2012 nog aardig volloopt voor de bluesheld van weleer. En opvallend: het zijn niet alleen maar grijze mannen die hij weet te bekoren, ook opvallend veel jong grut. Blues blijkt van alle leeftijden.
Op de 59-jarige Cray zelf blijkt de tijd overigens ook nauwelijks vat te hebben. Black man age well: wie zijn ogen toeknijpt, ziet makkelijk dezelfde man als die van een kwart eeuw geleden, al beweegt hij nu wel iets strammer over het podium.
Ook muzikaal blijkt Cray nog lang niet oud en der dagen moe. Zijn stem is nog even kraakhelder als destijds en zijn gitaarlicks even slick en uit duizenden herkenbaar. Niemand doet met een Fender wat hij doet: Cray weet binnen zijn eigen gecreëerde bluesidioom nog steeds nieuwe zijpaden te vinden, zoals ook blijkt uit zijn recente, en zestiende(!) album Nothin' But Love.
En het mooie is: onder de aalgladde buitenkant schuurt toch altijd wel een laag echte blues; verborgen misère, uit het leven gegrepen. Neem zo'n nummer als 'I Shiver' (van zijn album uit 1993, Shame + a Sin): ogenschijnlijk een oppervlakkig niemendalletje, maar in Cray's doorleefde uitvoering lopen de rillingen echt over de rug.
Met een opvallende rol voor het heerlijk jengelende orgeltje van Jim Pugh en de stuwende bas van de na 25 jaar teruggekeerde Richard Cousins zet Cray een show neer met voor elk wat wils: dan weer serieus, dan weer speels en licht rockend. In de verstilde finale van 'Right Next Door' toont hij zijn vakmanschap, en: hè, ja, lekker, daar hebben we ook 'Phonebooth' nog, weer zo'n nummer dat er nog even makkelijk inglijdt als 25 jaar geleden.
Goed, de show mag niet overhouden, en Cray had best een iets modieuzer bloesje mogen aantrekken. En dat na anderhalf uur de koek op is, zal ook wel een teleurstelling geweest zijn voor de vele fans die na jaren hun held weer eens zagen. Maar als Cray zingt "Still the man" te zijn, verstomt het geroezemoes in de zaal snel en weet hij iedereen te raken. "Geen baan, geen huis", zingt Cray. "Maar wel nog steeds: my dignity." Kijk, dát is de blues. Het respect wordt breed gedeeld: Still The Man is niets te veel gezegd.
http://www.kindamuzik.net/live/the-robert-cray-band/robert-cray-band/23307/
Meer The Robert Cray Band op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/the-robert-cray-band
Deel dit artikel: