Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Merz ziet er niet uit. Zijn gammele Spaanse gitaar gaat in de clinch met zijn trainingsbroek en regenjasje, terwijl zijn grijzende karakterkop - een beetje een verlopen versie van Ozark Henry - meer aan die van een doorgewinterd Noors garnaalvisser doet denken dan die van een artiest die wel eens van Pro-Tools gehoord heeft.
Met de ogen gesloten en de oren open past het plaatje wel: regelmatig maakt de Yorkie betoverende muziekjes door de combinatie van relatieve eenvoud - elektrische of akoestische gitaar, piano, een mondharmonica en zelfs een metronoom - en de digitale kunsten van zijn laptop, of hij er nu koele beats, samples en loops dan wel een klein orkest uit tevoorschijnhaalt. De muziek kleeft aaneen door 's mans vrij unieke stemgeluid, en het geheel klinkt erg, ahum, organisch. Merz mist wel dat tikje magie om na zijn half uur naar meer te doen verlangen, al gaan we vast en zeker zijn laatste plaat eens beluisteren.
Magie zei u? Komt-ie: The Earlies [beide foto's] bestaat uit twee Texanen en twee Mancunians die na jarenlang gependel tussen het Engelse noorden en het Amerikaanse zuiden - het lijkt wel een flauwe muzikantengrap - vorig jaar hun EP's op een plaat persten, met These Were The Earlies als het verrukkelijke resultaat. Afwisselend breed uitgesmeerd en lieflijk idyllisch ruikt het album naar oude en nieuwe helden van grootse psychedelica als Pink Floyd, de Beach Boys, Mercury Rev en The Flaming Lips anno '99. En voorwaar, ook live valt er van te genieten.
Muziek met zoveel laagjes als die van The Earlies vereist een schare muzikanten en nog meer instrumenten. Er staan dan ook iets minder dan een dozijn mensen op het Brugse podium vanavond, die alles bespelen wat beroerd, beblazen of betokkeld kan worden. Statistisch gezien zal iets het dan altijd begeven, en vanavond is dat, jammer genoeg, de sampler - diezelfde sampler die normaal gezien het instrumentale geweld aanvult met "all sorts of cool noises", zoals een van de bandleden het treffend verwoordt. Dat euvel zorgt ervoor dat de piano in vele nummers een hoofdrol opeist. Dat hoeft, met pianodeuntjes luchtig als geklopte room in 'Song For #3', of iets percussiever in 'Slow Man's Dream', zeker geen drama te zijn.
Eveneens erg mooi gebracht: 'Wayward Song', waarin zanger/gitarist Brandon Carr heerlijk naïeve wijsheden spuit over het vinden van je eigen weg en ander fraais. Hier wordt duidelijk met hoeveel zorg en vakmanschap de nummers zijn gesmeden, en wat een huzarenstukje het wel is dergelijke rijk georchestreerde en getextureerde songs live naar behoren te brengen. En net wanneer je denkt dat het wel mooi geweest is met die pianoballads, nipt iemand van zijn pils en wordt het bezwerende 'Morning Wonder' ingezet, volgens toetsenist Madden een krautrockepos dat nr. 62 bereikte in de Britse hitlijsten. "Not high enough to change our lives in any tangible way, yet high enough to rob us of our indie cult status." Het is godverdomme ook nooit goed.
Vanaf dit moment in het optreden gaat het iets te snel naar onze zin. Niet dat er iets mis is met de manier waarop 'Bring it Back Again' en 'The Devil's Country' gebracht worden, integendeel: van de stompende drumintro tot de venijnige blazers die het boeltje doen openbreken na één minuut klopt aan het laatstgenoemde lied alles, maar het bereikt veel te snel zijn hoogtepunt. In zo'n nummer - zie ook 'Dead Birds', de afsluiter na een cover van Tim Buckley - schuilt een potentiële voodoo-freakout van een kwartier waarbij de groepsleden elkaar naar een spetterende finale drijven. Als dat niet gebeurt, laat je als groep punten liggen. Nou ja, misschien is The Earlies niet dat soort groep, en moeten we niet te veel gaan eisen. Van simpelweg 'prima' is nog niemand gestorven.
http://www.kindamuzik.net/live/the-earlies/the-earlies-merz/12069/
Meer The Earlies op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/the-earlies
Deel dit artikel: