Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De Rotonde-zaal van de Botanique heeft de laatste jaren een sterke reputatie opgebouwd als lanceerplatform voor beloftevolle groepen die het vervolgens vaak binnen de kortste keren tot trekker op veel grotere podia schoppen. Denk maar aan The Kills, Kaiser Chiefs en Franz Ferdinand. Sons & Daughters zijn stadsgenoten én protegés van die laatste band, maar met hun carrière gaat het voorlopig iets trager de goede kant op. Zaterdagavond maken ze hun opwachting in de Rotonde, niet eens een jaar na hun eerste doortocht. In de tussentijd verscheen met The Repulsion Box een mooi vervolg op debuutplaat Love the Cup.
Aan dadendrang hebben ze niets ingeboet. Een klein uurtje volstaat om bijna hun hele oeuvre er doorheen te jagen. De forse folkinjectie met zwaar Schots accent en een flink Americana-stempel onderscheidt ze van de standaard postpunkgroepjes. Het is country en rockabilly op de wijze van Johnny Cash. De teksten zijn grimmiger dan die van de concurrentie en spelen dicht bij huis. Waar dat door de muzikale omlijsting niet meteen duidelijk is, brengen de kurkdroge teksten uitkomst. Zo schetst 'Rama Lama' geen scène uit een western noir maar het verhaal van een meisje dat sterft in haar badkuip in Glasgow. In 'Red Receiver' komt een vrouw niet opdagen voor haar huwelijk. Begeleiding en frasering leiden tot een fraaie paradox: de tijd lijkt stil te staan, maar de beslissing is al genomen, het verhaal loopt onvermijdelijk slecht af. Nummers als 'Broken Bones' en 'Blood' laten weer minder aan de verbeelding over.
De band voorkomt eentonigheid door het klankpalet uit te breiden. Gitarist Scott Paterson haalt zijn slide boven, Ailidh Lennon ruilt haar bas in voor een mandoline. De pianopartijen van zangeres Adele Bethel zijn echter verwaarloosbaar. Zij is beter op dreef als ze de handen vrij heeft en met gekromde rug dreigend over het podium sluipdanst en met duistere blik de aandacht van het publiek vasthoudt. Het contrast met de onderkoelde attitude van Lennon en Paterson werkt uitstekend. Die laatste lijkt zo weggelopen uit een castingsessie voor Johnny Cash-lookalikes en zorgt ervoor dat het naar de man in black genoemde nummer tot een van de hoogtepunten uitgroeit. Zijn zang is niet bepaald toonvast, maar toch werken de songs waarin hij voldoende weerstand biedt aan de leidende Bethel het best, zoals in 'Choked'. Drummer David Gow lost zijn belofte in. Hij houdt alles strak gaande en stuurt de groep aan hoge snelheid door prijsnummers 'Dance me in' en 'Medicine'. Sons & Daughters blijkt tot nog toe een verdomd goed idee.
Voorprogramma Washington komt zijn debuut A New Order Rising voorstellen. Aangekondigd als Noors en melancholisch, hoeven de vage Radioheadreferenties en de Jeff Buckley-zang voor ons echt niet. Maar wanneer ze enkele nummers inkleuren met lap steel en zo hun country-invloeden blootleggen hebben ze onze aandacht. Bovendien spelen ze met het nieuwe, onuitgegeven 'Vaults' veruit hun beste nummer, wat hoop biedt voor de toekomst.
http://www.kindamuzik.net/live/sons-and-daughters/sons-daughters-washington/11238/
Meer Sons and Daughters op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/sons-and-daughters
Deel dit artikel: