Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Sahg wil een klassieke (hard)rockband zijn. Instrumentaal gaat dat ze heel aardig af. Het kwartet uit Bergen, Noorwegen speelt strak, de liedjes zijn stevig doch catchy. De podiumuitstraling is niet top, maar er staan zeker ook geen zoutzakken op het podium in Baroeg; de leden van Sagh kennen de verplichte figuren uit het handboek rock-'n-roll. Helaas gooit zanger Olav Iversen roet in het eten. Hij probeert te zingen in de epische stijl van grote namen uit het rockpantheon als Ronnie James Dio en David Coverdale. In de studio lukt hem dat, maar in de Baroeg zit hij er telkens verschrikkelijk naast. En classic (hard)rock met een zanger die zo vals zingt als een kraai, dat werkt totaal niet.
Iversens voorbeeld werkt blijkbaar aanstekelijk, want ook Sólstafir-zanger Aðalbjörn Tryggvason zingt aan het begin van het optreden in volle borst vals. Nu is dat bij Tryggvasons meer ongepolijste "ruwe bolster, blanke pit"-stijl van zingen minder storend dan bij Iversens poging de groten der aarde te imiteren. Bovendien lijkt het bij Tryggvason meer een monitorprobleem te zijn, want hij trekt het al snel recht.
Daarmee is het enige smetje op het verder vlekkeloze optreden van Sólstafir weggepoetst. De IJslanders leverden onlangs hun beste album tot nog toe af, het indrukwekkende Ótta. De tot postrockers getransformeerde postmetallers blijken die topvorm te hebben meegenomen naar hun eerste Europese tour als headliner. Waar Tryggvason vocaal nog even warm moet draaien, daar heeft Sólstafir vanaf de eerste noten een geluid van een kwaliteit die je alleen bij de absolute topbands in zalen met superdeluxe PA's verwacht: lekker stevig, maar toch met alle nuances goed hoorbaar.
Zoals te verwachten bestaat de set grotendeels uit materiaal van Ótta. Om de rijke arrangementen vol piano's en strijkers live te reproduceren, moet Sólstafir een paar keer terugvallen op een laptoporkest. Maar vaker nog blijkt dat wat op de plaat klinkt als een keyboard te worden geproduceerd door Tryggvason en medegitarist Sæþór Sæþórsson via een enorme serie effectpedalen en een e-bow. Dit apparaatje waarmee je je gitaar kan laten klinken alsof je hem met een strijkstok bespeelt is in hoge mate verantwoordelijk voor de kenmerkende sound van Sólstafir.
De kwaliteit van de ritmesectie heeft ook een niet te onderschatten rol in de kracht die Sólstafir uitstraalt op het podium. Alleen niet door op te vallen met zo snel en zo moeilijk mogelijk spelen, zoals bij veel metalbands. Drummer Guðmundur Pálmason speelt op een bescheiden kit in de orthodoxe rockstijl: hard en strak. Svavar Austman is een toonbeeld van concentratie: vrijwel het gehele concert staat de bassist met de Rapunzelvlechten met zijn ogen dicht, helemaal opgaand in de muziek.
Ótta is zwaar door het hardere werk van Smashing Pumpkins beïnvloed. Dat is blijkbaar al een bekend gegeven, want het publiek in Baroeg is duidelijk gemêleerder dan de vaste kern van metalheads. Opvallend vaak heeft het ook een Vlaamse tongval. De opkomst is ook goed voor een dinsdagavond in Baroeg, maar nog wel te laag in verhouding tot de kwaliteit van het gebodene. Sólstafir verdient het op basis van dit optreden om net zo een gevestigde naam te worden in de postrock als bijvoorbeeld Mogwai.
Foto's van Wendy Jacobse
http://www.kindamuzik.net/live/s-lstafir/s-lstafir-sahg/25473/
Meer Sólstafir op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/s-lstafir
Deel dit artikel: