Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Ja, hij speelde ze bijna allemaal hoor: 'Sunny Afternoon', 'Days', 'All Day and All of the Night', en in de finale zelfs het onverwoestbare 'You Really Got Me' en een ons eeuwig aan feesttenten en jaarmarkten herinnerend 'Lola'.
We geven grif toe dat we echt zaten te wachten op die laatste twee nummers. Dat zal ook wel niet anders geweest zijn voor alle veertigers en vijftigers die en masse waren komen kijken naar een van hun grote jeugdhelden, die door velen nog steeds tot het selecte groepje van echt grote songwriters gerekend wordt. Ray Davies is de Godfather of Britpop, en om eerlijk te zijn kunnen we niemand bedenken die hem om die titel zou kunnen betwisten.
Hij is ook dé originele working class rockstar: jong beroemd geworden, maar nooit naast zijn schoenen gaan lopen en steeds goedlachs met kattenkwaad in de ogen. Ook in de AB stond een innemende Davies op het podium die met jongensachtige flair en fierheid zijn nieuwe nummers kwam voorstellen.
Het mag verbazen dat de man pas onlangs zijn eerste officiële soloplaat uitbracht. Die heeft bovendien een eerder vreemde voorgeschiedenis. De meeste songs schreef hij tijdens zijn verblijf in New Orleans, al enkele jaren voor de piano’s daar een deel van het straatbeeld gingen uitmaken. De stad bracht niet alleen zielenheil voor Davies, maar de ontvreemding en verwondering ging ook gepaard met de nodige dramatiek. Zo was er het incident met een dief die in een restaurant de handtas van Davies’ vriendin stal. Toen Davies de achtervolging inzette, werd hij door de bewuste man in het been geschoten, met een moeizame revalidatie als gevolg.
Die ambiguïteit - het vinden van een thuis en de strijd om er te (over)leven - is, samen met schuld en boetedoening, zowat de rode draad doorheen de nieuwe nummers. Met wisselend succes, spijtig genoeg. 'The Tourist' heeft een leuk riffje en net zoals 'The Neighbours' een tekst met rake observaties en kwinkslagen, maar beide songs missen een echt sterk refrein. De vrij traditionele uitvoering ervan - Davies op een typisch korrelig klinkende ritmegitaar, geflankeerd door een vlot solerende leadgitarist en een voluit rockende ritmesectie - hielp ook niet om de songs net dat extraatje meer te geven.
Davies was natuurlijk zo slim om zijn klassiekers op een efficiënte manier af te wisselen met de nieuwe songs (de vloek van de rocklegende), maar het duidelijk minder kwalitatieve en soms wat naar banale rock-‘n-roll neigende nieuwe werk liet ons onbewogen. Wij wilden wel graag delen in de pret van het publiek, maar misschien bestaat er wel echt iets zoals een generatiekloof, en zijn er wel degelijk grenzen aan de kracht van oerklassieke rockmuziek.
Het puntje van onze stoel lieten we misschien niet versleten achter, maar het concert had naast de krakers van de Kinks gelukkig ook wel nog zijn momenten. 'Things Are Gonna Change (The Morning After)' was een rauwe, donkere rocksong waarvan we durven te zweren dat we hem jaren geleden al op de radio hoorden. Ook Davies als innemend en vaak grappig podiumbeest was een traktatie op zich: "Now I’m gonna play some singer-songwriter stuff", met meteen daarachter een binnensmonds en risqué "but not as boring as most of them." Davies hield woord. Vooral 'Creatures of Little Faith', met als voornaamste pijlers een eenvoudige, eerlijke tekst; een spaarzame akoestische gitaar en een door en door Brits accent en krakende stem, deed het muisstil worden in de zaal. Luisterliedjes zoals hij die ook al fascinerend bracht tijdens zijn theatertour The Storyteller.
U merkt het al, tot een sluitend oordeel zullen we hier niet komen. Davies deed uiteindelijk niet meer of minder dan wat er van hem verwacht kon worden. 'Lola' spelen bijvoorbeeld. Iedereen tevreden naar huis, met natuurlijk The Best of The Kinks in de cd-speler.
http://www.kindamuzik.net/live/ray-davies/ray-davies-and-band/12656/
Meer Ray Davies op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/ray-davies
Deel dit artikel: