Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Ik zou hier kunnen schrijven dat Stereo Total total niet goed was. Maar aangezien mensen als vanzelf altijd op zoek zijn naar het waarom van de dingen, zal ik mezelf nader verklaren. Stereo Total zijn een Frans duo dat denkt dat ze Vive La Fête zijn. Spijtig genoeg is de man (u kent het wel: lange slungel in wit hemd met zwarte das en punky zwartgeverfd haar) niet zo cool als Danny Mommens (hetgeen nochtans geen moeite zou moeten zijn) en had het meisje (bloemetjeshemd, hoornmontuur en uitstraling van een mannequin in een etalage), in tegenstelling tot Els Pynoo, het sex-appeal van een stuk overrijpe rabarber in een loden emmer. Bovendien had ze een meisjesstem waar ik volledig gek van werd en stond ze te dansen als een oude vrijster die nog nooit door een jongen of man benaderd is voor een dansje in de lokale disco. En als kers op de taart zijn hun beats wakker dan karton uit New Orleans. Gedurende het laatste nummer (eindelijk!) was de man op een gitaar aan het rammen, waarschijnlijk in de hoop enige punkspirit aan het schouwspel toe te voegen. Als bis speelden ze Vanessa Paradis’ ‘Joe le Taxi’. Niet charmant pijnlijk, niet pijnlijk charmant, maar gewoon pijnlijk. Ik wist niet dat je zoveel clichés in één optreden kon verwerken. Enfin, een mens leert elke dag bij.
Voor en na dat optreden mocht het dj-duo D’Ache en D’Elle ons overspoelen met het slechtste wat trance en progressive te bieden hebben. Hun set liep over van effectjagerij en slechte platen. Het is me een raadsel waarom deze heren ook maar ergens plaatjes mogen draaien. Er zal, zoals ze dat dan zeggen, wel een publiek voor zijn, maar de heren vergaten dat een dj-set ook best wel uit gewoon goede platen mag bestaan.
Maar al deze ergernis verdween als ijs in de Sahara toen meneer Mathew Jonson zijn Powerbook en synths in gang zette voor opener ‘Freedom Engine’. Had hij ons al verbaasd met een tamelijk fantastisch optreden op de 10DaysOff, dan was hij vannacht gewoon geniaal. Hij is één van de weinigen die weet hoe je een goeie loop tot het uiterste kunt doen lonen en zonder twijfel, dat bewees hij nog maar eens, de redder van de techno.
Jonson is zo één van die unieke figuren die erin slaagt om vanuit elk elektronisch genre en stijl de essentiële elementen te lichten. U wilt techno die even sexy klinkt als Derrick May, even utopisch als Jeff Mills, even hypnotisch als Robert Hood en even geestesverruimend als Richie Hawtin, maar dan in één nummer, dan moet u dus bij Mathew Jonson zijn. Maar even makkelijk voegt hij bouwstenen uit trance, dub, electro en ambient aan zijn als een betonnen huis staande muziek.
Zijn beste nummers (heeft hij wel slechte nummers?), zoals ‘Decompression’, ‘Return of the Zombie Bikers’ en ‘Put Your Booty Shorts On’, remixt en verbouwt hij ter plaatse. En daarenboven schenkt hij ons nog een paar nieuwe diamanten, waarvan wij vurig hopen dat hij het verstand heeft om ze snel op plaat uit te brengen. Bovendien speelde hij meer dan een uur.
Mathew Jonson heeft in de huidige constellatie van het elektronische danslandschap gewoon geen enkele concurrent die nog maar tot aan zijn enkel komt. Een legendarische set.
Foto Mathew Jonson: Seppe Bromley.
http://www.kindamuzik.net/live/mathew-jonson/mathew-jonson-stereo-total/10570/
Meer Mathew Jonson op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/mathew-jonson
Deel dit artikel: