Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Wanneer maak je nou mee dat je van Penderecki's Eerste Strijkkwartet naar 'Orange Blossom Special' van Ervin T. Rouse gevoerd wordt via Cyprus, de klompendans, India en Iran? Het Kronos Quartet zorgt voor een gevarieerd programma dat grenzen slecht en al is het niet allemaal goud wat er blinkt, het zorgt zodoende voor muzikale context tussen hoog en laag, serieus en kolderiek, dichtbij en veraf, avant-garde en traditie.
Fifty for the Future is het project waarin de leden van het Kronos Quartet aan 25 vrouwen en 25 mannen van over de hele wereld vraagt speciaal voor hen stukken van ongeveer tien minuten voor hen te componeren. De repetities worden gefilmd en de partituren staan na de wereldpremière voor iedereen gratis ter beschikking op internet. Stukken dus die de toekomst krijgen en - zo is de bedoeling - niet na één of een paar keer spelen op plekken als het Holland Festival of Donaueschinger Musiktagen in de vergetelheid raken.
In dit programma legt het Kronos Quartet de troefkaarten open en bloot op tafel. Ritmisch sterk komen de vier uit de hoek in My Desert, My Rose van Aleksandra Vrebalov, waarin flarden Servische volksmuziek uiteengerukt worden, terwijl de traditionele tempo's wel herkenbaar blijven. Zangerige lijnen schetsen de violen N. Rajams Dadra in Raga Bhairavi waarin weemoed en verlangen om de hoofdrol vechten. Jammer is wel dat de sitarpartij van band komt.
Dichter bij de avant-garde ligt Flow van Laurie Anderson. Het ijle, zeer korte werk vervliegt in pianissimo's bijna doordat de uitverkochte zaal een en al rumoer is. Stilzitten en luisteren blijft lastig. Merlijn Twaalfhoven heeft daar sowieso een broertje dood aan. Vreselijk, die vierde wand, zo legt hij uit: die rand van het podium en de muzikanten in het licht, het publiek in het donker. Nooit geweten dat daar iets mis mee is en zeker niet als het spel en de compositie fantastisch zijn, maar Twaalfhoven grijpt in. Meedoen zullen we. Klapvee dus en meehummen, plus stampvoeten. Je kunt het de goegemeente dan maar beter niet te lastig maken, dus vergeet Twaalfhoven - terwijl hij zo druk is met het bewerkstelligen van interactie - en passant gemakshalve een stuk te schrijven dat boven simpele akkoordjes van de klompendanssoort (mét music-for-the-millions-momentje als het gaat lijken op de Derde Symfonie van Górecki) weet uit te stijgen. Tenenkrommend populisme in muziek is het resultaat, in de lijn van 'inhaken is meemaken'. Dat zou een goede compositie die met brille gebracht wordt niet nodig hebben. Publieksparticipatie is een slecht idee en dat wordt niet alleen dubbel en dwars onderstreept, het is in Twaalfhovens Play ook nog eens een schaamlap voor het ontbreken van een muzikaal-inhoudelijk zinvol werk. Play is van beledigende domheid. Zowel het Kronos Quartet als het Holland Festival en zijn publiek totaal onwaardig.
Dat het ook heel anders kan, bewijst Sahba Aminikia's Târ o Pood (Warp and Weft), een compositie met bijbehorende film. Nu eens geen strijkje bij de plaatjes of omgekeerd, maar een totaalwerk waarbij de tot Perzische tapijten geweven strengen wol en de drone- en mantra-achtige liederen die de maaksters daarbij zingen volstrekt natuurlijke lijnen trekken tussen de soundtrack van de film en de gespeelde compositie. Dat probeert Donnacha Dennehy ook in haar One Hundred Goodbyes, maar tussen historische opnamen van Ierse folksongs en nieuwe compositie raakt ze het spoor bijster. Het stuk mist koers en pointe, en klatert te lang door om te eindigen in een aaneenschakeling van coda's die helemaal aan het eind verdacht veel lijken op een vroeg nummer van Sigur Rós.
Yotam Haber vangt met zijn break break break het briljant expressieve spel van het Kronos Quartet in een duet met elektronica. Op meerdere momenten gaan de akoestische klanken - die de hele avond danig worden uitversterkt trouwens - zozeer op in de ruisende mix van sinusgolven, noise en fieldrecordings dat er een fluïde klankamalgaam ontstaat dat golft als water en tegelijk de urbane drukte van de hedendaagse metropool doet opdoemen. En dit in een narratief dat bij de kladden grijpt en van kleur verschiet tussen Aufstieg und Fall der Stadt... en weer terug. Welke stad, mag je zelf invullen.
Conceptueel ijzersterk is The Last Border Dances van Yannis Kyriakides. In dit werk worden transcripties van dansen die onder meer door lijfwachten in het Byzantijnse rijk werden uitgevoerd, vertaald naar muzikale gebaren voor twee kwartetten. Acht dansen passeren de revue in een spel dat op het scherpst van de snede wordt gevoerd als een ware dance battle tussen het Kronos Quartet en het Ragazze Quartet. Wie de dans leidt, wordt gaandeweg lastiger aan te wijzen. De ruimte tussen de 'dansers' rekt Kyriakides steeds verder op. En daarin nemen de spanningen toe. Wie zal de eerste stap zetten? Of: is die ruimte - dat niemandsland of die bufferzone - eigenlijk ook wel veilig en fijn? Wat resteert er dan nog van de dansen of is het dansen op de vulkaan? Wordt hier gedanst rond een kampvuur waarin de as van de geschiedenis ligt of brandt het vuur juist doordat de nieuwe dansvormen als feniksen opstaan? Vragen alom die Kyriakides niet beantwoordt of afhecht, maar als winden over open vlakten jakkeren in de fieldrecordings die meelopen inzet als ademruimte voor het octet.
Vragen ook die het publiek moeiteloos bereiken, neemt ze mee naar huis, terwijl je misschien het boertige 'Orange Blossom Special' nog neuriet. Het Kronos Quartet geeft je tijd en ruimte voor contemplatie, van het-ene-oor-in-en-het-andere-weer-uit versus vraagtekens alom. Tegenover de impact van zeer kort staat die van (te) lang. En naast de Indiase, Iraanse en Servische is ook de westerse academische school present. Tegelijkertijd wordt materiaal van nu ingebed in een programma met historische werken als boekensteunen, waarbij vooral het stuk van Penderecki nog steeds uiterst baanbrekend klinkt. Het Kronos Quartet kiest niet en oordeelt ook niet. Het brengt elk werk met volle inzet en betoont zich een muzikale veelvraat die bovenal de muziek laat spreken. En als die even niets te melden heeft, moet het publiek dit zelf maar doen. Gelukkig spreekt de muziek door deze staalkaart van grotendeels bijna encyclopedische boekdelen in de uiterst vaardige handen van het Kronos Quartet. Grenzenloze wereldklasse.
Foto's copyright Jay Blakesberg
http://www.kindamuzik.net/live/kronos-quartet/holland-festival-2016-kronos-quartet-fifty-for-the-future/26771/
Meer Kronos Quartet op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/kronos-quartet
Deel dit artikel: