Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
In 2012 deed Judas Priest ons land nog aan in het kader van de Epitaph-tour, aangekondigd als het laatste uitgebreide rondje langs de velden van de op leeftijd geraakte metalpioniers uit Birmingham. Vanavond in TivoliVredenburg eindigt zanger Rob Halford met een niet mis te verstaan "The Priest will be back!", ten teken dat de zaken er drie jaar later toch weer danig anders voor staan. De reden daarvoor is duidelijk: gitarist Richie Faulkner, die vlak voor de Epitaph-tour oudgediende K.K. Downing verving, heeft Judas Priest een broodnodige injectie jeugdig enthousiasme toegediend, eigenlijk precies zoals drummer Scott Travis dat begin jaren negentig deed. Het vorig jaar verschenen Redeemer of Souls, het studiodebuut van Faulkner, is dan ook met gemak het beste Priestalbum in een kwarteeuw, zonder overigens het niveau van het inmiddels klassieke Painkiller uit 1990 te benaderen.
Waar de huis-dj het publiek nog lekker opwarmt met uitgesproken Priestdiscipelen als Sanctuary, Annihilator en Mercyful Fate, wordt hij exact een kwartier voor aanvang van de show weggedraaid ten faveure van een voorgekookt blokje AC/DC en uiteindelijk de vaste introtape van Black Sabbaths 'War Pigs'. Als de band daar vervolgens overheen walst met de Priest-uit-het-boekje opener 'Dragonaut' ("Welcome to my world of steel") en lijflied 'Metal Gods', is het alsof het vijftal daarmee zijn onschatbare waarde voor de evolutie van het genre nog maar eens wil benadrukken.
De organische, groovende bluessound van stadsgenoten Sabbath werd door Priest eind jaren zeventig immers stukje bij beetje gestript en opgevoerd tot een glanzend gestroomlijnde machine die het prototype bleek voor de klassieke en meest herkenbare vorm van metal in het daaropvolgende 'gouden' decennium. Judas Priest zette niet alleen muzikaal de toon, maar gaf heavy metal ook een complete thematische en esthetische make-over. De plaathoezen uit de hoogtijdagen zijn een oogverblindend bombardement van lasers, leer, weerspiegelende zonnebrillen, blinkende scheermessen, glimmende fallussymbolen en cyborgmonsters. Het heeft Priest in zekere zin altijd tot een wat kille, afstandelijke, bijna monolithische band gemaakt, zo stijf als de bovenlip en de picking hand van gitarist Glenn Tipton, en bijvoorbeeld ook lang niet zo populistisch en dus populair als eeuwige rivaal Iron Maiden.
Die laatste band vult nog steeds stadions, maar Priest moet het vanavond doen met slechts tweeduizend bezoekers, al is de Rondazaal wel stijf uitverkocht en eigenlijk ook wat aan de kleine kant voor de band. Het decor is vertrouwd spartaans opgetrokken uit metalen rasters waarop schreeuwend felle en veelal monochrome visuals worden geprojecteerd. Met Richie Faulkner als duidelijke animator blijkt al snel dat de band in blakende vorm steekt, al is het aanvankelijk even schrikken wanneer Halford met een wandelstok het podium betreedt. Het blijkt een knipogende opmaat te zijn voor een onafgebroken verkleedmarathon van de frontman, die een stuk beweeglijker, enthousiaster en vooral ook beter bij stem is dan drie jaar geleden, toen hij de hondenfluitjespassages nogal eens gemakzuchtig aan het publiek overliet. Vanavond geeft hij echter alles, wat op haast aandoenlijke wijze wordt geïllustreerd als hij in het nieuwe 'Halls of Valhalla' een showstopper van een crescendo blijkbaar toch net niet helemaal naar eigen tevredenheid uitvoert en zichzelf vervolgens verbeten hoofdschuddend tot een nog hoger niveau aanspoort.
De enige bij wie de jaren wel wat lijken te gaan tellen is gitarist Tipton, die qua motoriek af en toe een licht comateuze indruk maakt; zijn fameuze sweep picking breakdown in 'Painkiller' lijkt wel twee keer zo lang te duren als op de plaatversie. Ook missen uptemponummers als 'Jawbreaker' soms nét even die karakteristieke staccato drive waar Priest altijd patent op had, al valt dat eerder Travis aan te rekenen, die zich wel weer erg onledig houdt met allerhande drumstokgoocheltrucs.
Het zijn slechts voetnoten bij een uitmuntende twee uur durende show, die verder weinig echte verrassingen kent als het om de songkeuze gaat, of het zou de aan AC/DC schatplichtige deep cut 'Devil's Child' moeten zijn. Van het nieuwe materiaal maakt vooral het toepasselijk stampende 'March of the Damned' een erg sterke indruk. De 'verplichte nummertjes' worden netjes bewaard tot het eind. Daarbij worden de rechttoe rechtaan meezinghits 'Breaking the Law', 'You've Got Another Thing Comin'' en afsluiter 'Living after Midnight' wel uitgekiend afgewisseld met het essentiële hardere werk: publiekslieveling 'Painkiller' en het iconische 'The Hellion / Electric Eye', het nummer dat als geen ander de muzikale en thematische kern van Judas Priest, en metal in het algemeen, vertegenwoordigt. Gezien de recente berichtgeving over alweer een nieuw album hoeft er voorlopig in ieder geval niet te worden gevreesd dat dit de laatste mogelijkheid was om dit werelderfgoed van de metal nog eens in levenden lijve te aanschouwen. The Priest is back.
http://www.kindamuzik.net/live/judas-priest/judas-priest-6096/26036/
Meer Judas Priest op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/judas-priest
Deel dit artikel: