Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Meer dan ooit tevoren kiest het Holland Festival in 2013 voor avontuur, wellicht boven experiment of exotisme per se. Onder leiding van artistiek directeur Pierre Audi is er dit jaar dan ook een programma samengesteld waarin KindaMuzik-lezers die van een uitdaging houden ruimschoots aan hun trekken komen.
Wat te denken van KTL (Stephen O'Malley en Peter Rehberg) dat live de voorstelling The Pyre van O'Malley's partner Giselle Vienne begeleidt? Of van de IJslandse avant-gardistische dronecelliste Hildur Guðnadóttir? In Filmmuseum Eye worden de bewegende (film)partituren van Christian Marclay live gespeeld door MAZE - met daarin onder meer Reinier van Houdt (Myrninerest, Current 93) en Yannis Kyriakides - en Lee Ranaldo (uit wijlen Sonic Youth) is met de wereldpremière van Brooklyn to Berlin ook van de partij.
Unieke marathon
Het festival levert steevast een aantal vrijwel unieke programma's, waarvan de kans gering is dat je die ooit in je leven nog eens zult meemaken. Een van de muzikaal meest in het oog springende daarvan is de integrale uitvoering van Nine Rivers, het magnum opus van de Schotse componist James Dillon. Netto ongeveer drieënhalf uur muziek wordt verdeeld over zo'n zeven uur vertoeven in het Muziekgebouw aan 't IJ en het inpandige Bimhuis. De vermaarde Nederlandse gezelschappen Asko|Schönberg, Slagwerk Den Haag en Cappella Amsterdam wagen zich aan de vertolking van deze marathon.
Autodidact
James Dillon wordt in 1950 in Glasgow geboren. Als componist geldt hij als autodidact. Hij speelde in tig rock- en punkbandjes voor hij de muziek van Anton Webern en Iannis Xenakis ontdekte. Ook kreeg hij onderricht in Indiase muziek, met name de tabla. Met academisch minimalisme of serialisme heeft Dillon weinig op. Hij verbindt in zijn veelal grootschalige werken liever het cerebrale met het emotionele. Dat geldt zeker voor Nine Rivers, dat hij - zij het niet aan één stuk - schreef tussen 1982 en 1999.
Heksentoer
Het werk opent met de heksentoer voor zes percussionisten die East 11th St. NY 20003 getiteld is. De dampende stadse drukte van in- en uitvoegend verkeer volgt niet de gridstructuur van downtown Manhattan, maar dartelt rond in een chaotische (oer)soep aan klanken. Een Stahlwerk-stuk - als ware het een werk van Einstürzende Neubauten - brengt een beeld boven van water dat ontspringt uit een bron. Een waarachtig begin, als het eerste, dansende spel van een kind.
Doedelzak
L'ECRAN parfum zet met slagwerk en zes violen de volgende piketpalen voor de koers van Nine Rivers. De stroom van de rivieren in het stuk kan net zo goed een dromenvloed zijn. Daarin volgt associatie op associatie en de violen bewegen hierbij net langs de melodielijnen, waarin Dillons Schotse inborst zich laat gevoelen. Immers, hij speelt ook doedelzak en bij dat instrument zijn het vaak ook juist de vele tonen om de grondmelodie heen die de 'muziek' máken.
Even helemaal weg
Dat to rive ook scheuren, losrijten, knippen of afkappen kan betekenen, bewijst Viriditas voor maar liefst zestien solostemmen. De vocalisten van Cappella Amsterdam leveren een tour de force als ze zich door an sich al allerminst eenvoudige losse partijen slaan, die samengevoegd een uiterst complex geheel vormen, zowel ritmisch als tonaal. Daarin komt de tabla-achtergrond van Dillon weer voor het voetlicht. De majesteitelijke, gedragen sfeer zorgt bovendien voor berusting en een zekere connectie met de eventueel spirituele dimensie in het stuk: even los van alles...
Verkeerde been
Het slotstuk van Deel 1 [Leukosis] wordt gevormd door La femme invisible. Nine Rivers is niet alleen gebaseerd op stromende rivieren, maar ook op Le Bateau Ivre, het beroemde gedicht van Arthur Rimbaud. Hem ging het er veelal om de zintuigen systematisch op het verkeerde been te zetten. Dillon doet iets soortgelijks door de plaatsing van het geluid in de lange compositie. Ook in deze 'finale' schieten klanken heen en weer door het 'stereobeeld' van de zaal en zoek je naar houvast in de ogenschijnlijk hermetische compositie, die op slag kristalhelder van toon en opzet blijkt als je je laat meevoeren.
Houdgreep
Het principe van go with the flow geldt ook voor de solopercussionist die - bijgestaan door live elektronica (beeld en geluid) - negentien modules speelt in Deel 2 [Iosis] dat als titel La coupure draagt. Althans: hij mag zelf weten in welke volgorde de stukken gespeeld worden en dan is het nog maar de vraag welke hij zich kan herinneren. Ze kwamen (weer) niet allemaal langs. Dat doet niet af aan de virtuoze brille waarmee Steven Shick drums, woodblocks, vibrafoon, klankschalen en meer bespeelt. Hij houdt het Bimhuis een uur lang in een houdgreep en bewijst meesterlijk de verhalende kracht die kan uitgaan van complexe percussie, zeker waar het live gespeelde in dialoog gaat met de (live)samples daarvan en de Indiase verweving van eenvoudig tot extreem verdicht voor het voetlicht gebracht wordt.
Donker
Ronduit unheimlich is het begin van het derde en laatste deel [Melanosis]. L'oeuvre noir is dreigend en schildert in zwarttinten. Het kamerensemble en de live-elektronica produceren een donderend geraas waarin schichten van aanzetten tot melodie of textuur knetterend als in onweer op drift lijken. Sidderend, hortend en stotend zakt de zon achter de kim. De golfslag in de compositie raakt onwillekeurig diep en stemt weinig vrolijk.
Herkenning
éileadh sguaibe bevindt zich voor de volledige bezetting - zij het (nog) zonder het koor - in rustiger vaarwater. Het weven van allerlei verschillende strengen krijgt hier echter wel de vrije loop. Dat uit zich in de terugkeer van elementen en frasen die eerder in Nine Rivers opdoken. Nu worden ze in een nieuwe context worden geplaatst, waardoor ze een ander gezicht tonen. Zoals Heraklitus immers al stelde: "Je stapt nooit twee keer in dezelfde rivier." Waar Dillon de toehoorder van verrassing in verbazing stort, zit deze op het puntje van de luisterstoel in gespannen afwachting van wat komen gaat. Tegelijkertijd is hij volkomen ontspannen door vlagen van herkenning, als een eend op de top van een golf.
Scheerlijnen
Net als je denkt dat je het met behulp van vlagen van herkenning ook kunt uitzingen, slaat Dillon - misschien wel met een schalkse glimlach - de grond onder je voeten vandaan door weer te schuiven met panelen. Introitus raast wel en ook al dondert het niet, het verontrust (letterlijk!) des te meer. De twaalf strijkers zoemen zo daverend langs, over, onder, voor en achter elkaar heen in een dicht web van elkaar net niet rakende scheerlijnen aan melodie, dat enige fundering wederom zoek lijkt. Ware het niet dat de bijna volslagen dissonante klankwereld opvallend genoeg de hartsnaren zodanig weet te beroeren, dat de onrust zalvend blijkt te werken.
Panta rhei
Oceanos vormt de absolute finale. Wie de drie losse delen beziet, kan een alchemistische uitleg aan Nine Rivers geven. Wie voor de rivierenmetafoor kiest, ziet de logica in het uitmonden in de oceaan: de 'grote rivier', de optelsom van alle rivieren op aarde. Het koper zet vol aan, alles wordt fortissimo uit de kast getrokken en even lijkt Dillon, die ook een voorliefde voor massieve geluidbrokken koestert, Nine Rivers te willen eindigen met een absolute brok noise. Al snel echter lossen de muren aan geluid op in de constituerende delen. Als druppels in een regenbui, die schitteren in het zonlicht dat weerkaatst wordt door het ensemble en het koor. Het hele geluidsveld barst van activiteit, zoals in een draaikolk, die chaotisch lijkt, maar een interne eigen logica kent. Die is ook herkenbaar, maar evengoed per se onkenbaar. Die wip tussen het een en het ander levert door het samenbrengen van delen uit eerdere stukken en het totaal losrukken daarvan opvallend genoeg uiteindelijk een toestand op van totale rust in een panta rhei: zijn wij niet allen een door een kind losgelaten (papieren) bootje, zo kwetsbaar als een lentevlinder op een koude, donkere vijver?
Loutering
James Dillon leerde zichzelf componeren. Hij beleeft net zo veel genoegen aan rockbands die een jamsessie houden als aan Indiase tablaspelers die puur op spirituele ingevingen samenwerken. Hij kent zijn academische muzikale klassiekers inmiddels, maar vergeet nooit (ook) emotioneel doel te treffen. Dillon slaat een brug tussen klassiek instrumentarium en elektronica en hij benut de volledige breedte van het geluidsbeeld door de plaatsing van muzikanten en partijen. Hij vermengt poëzie en beelden van rivieren, filosofie en semantiek of grammatica (scheuring) met alchemie. Na vele uren blijkt dat Dillons kracht in Nine Rivers erin ligt dit avontuur terug te brengen tot het volgende: uit het ene volgt het vele, het vele gaat op in het ene, het ene is het vele en andersom. Je hoeft je alleen maar over te geven aan Nine Rivers om je geen dolende ziel te voelen en dat is de magistraal louterende uitwerking die dit magnum opus heeft.
Foto via Creative Commons
http://www.kindamuzik.net/live/james-dillon/james-dillon-nine-rivers-door-asko-sch-nberg-slagwerk-den-haag-cappella-ams/24062/
Meer James Dillon op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/james-dillon
Deel dit artikel: