Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Utrecht gaat gebukt onder temperaturen die zelfs om acht uur ’s avonds nog vreselijke hoog zijn wanneer drie indierockacts op het programma van Tivoli de Helling staan. Menigeen blijkt de koelte van terras, park of balkon – al dan niet met een gekoeld biertje of wijntje binnen handbereik – te verkiezen boven de ingesloten concertzaal.
Het Amsterdamse Zea [foto linksmidden] moet het op de vroege avond dan ook stellen met een bedroevende opkomst. Die weerhoudt het duo er niet van zich met volle overgave een weg te banen door hun bizarre vorm van ADHD-indierock. Zea scheert langs Sonic Youth, doet de stede des blues aan en toont zich schatplichtig aan Amerikaanse collegerock.
Gitaar en zang krijgen ondersteuning van elektronische drums (vaak terug te voeren op machinale, industrial- en houseachtige ritmiek) en meer leuks uit de digitale goocheldoos. Minder dancerock dan Infadels, minder rockrave dan Klaxons, schept Zea een niche tussen indierock en door beats voortgedreven dansmuziek die menig publiek tot dansen moet kunnen aanzetten. Een bloedhete en vooral dun bezette zaal lijkt echter niet Zea’s ideale habitat.
Ook niet helemaal op zijn plaats is Bell Orchestre [foto rechtsonder]. Een paar leden van Arcade Fire in de bezetting maken nog geen zomer en hoewel de band beweegt tussen Rachels musique concrète en een geluid de catalogus van Constellation Records niet onwaardig, wil de heilige vonk niet overslaan.
Op het spel is zo goed als niets aan te merken, op de gespeelde nummers weinig, maar het gevoel dat Bell Orchestre in een theatersetting beter tot zijn recht zou komen, wordt niet ontkracht. Zittend genieten, zonder geleuter en zonder bargerammel, levert een vorm van geconcentreerd luisteren op die net dat beetje meer diepte geeft aan Bell Orchestres neoklassieke instrumentale rock. Maar: dan kun je je emoties weer niet dansend de vrije loop laten. Het is ook nooit goed. Moeilijk om op de juiste plek te zetten (de show kent sporadisch momenten die een rockzaalplaatsing wel degelijk rechtvaardigen namelijk), maar prima uitgevoerd, verdient Bell Orchestre het voordeel van de twijfel.
Dubio heerst ook bij Islands [foto rechtsboven]. De band begint redelijk sterk en deelt een stel prettig gearrangeerde indierocknummers uit; uitermate geschikt om van een afstandje van te genieten, luierend in het festivalgras. Zonder gepassioneerde voordracht – eerder een tegen het arrogante aanschurkend moetje – vervalt Islands echter spoedig in een redelijk saaie indierock-avant-la-lettre-oefening.
Maar liefst drie violen en een basklarinet, die nauwelijks hoorbaar zijn, kunnen niet verhullen dat songtechnisch live menigmaal weinig eer te behalen valt aan Islands. Het stramien verwordt tot een blauwdruk en lijkt op maat gesneden om de Pitchfork Media-adepten te bekoren. Zij hebben inmiddels ook kennis genomen van bijvoorbeeld Architecture In Helsinki, dat in ongeveer hetzelfde straatje heel wat meer sprankelend voor de dag komt. De passie die Zea over de streep trekt ontbreekt; woorden als 'saai' en 'voorspelbaar' doemen op, een fijne finale niet te na gesproken. Jammer, want The Unicorns – waaruit Islands voortkomt – was een verdomd aardig bandje.
Bloed en tranen worden node gemist. Zweet vloeit rijkelijk. Bell Orchestre verdient een beter platform, Zea is één met zijn passie en kan nog verder groeien en Islands stelt na een over de gehele linie genomen meer dan verdienstelijk album live redelijk teleur. Misschien was die fles rosé in de koele buitenlucht achteraf gezien toch nog niet zo’n gekke optie.
http://www.kindamuzik.net/live/islands/islands-bell-orchestre-zea/13468/
Meer Islands op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/islands
Deel dit artikel: