Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Wanneer een jochie in de stationsrestauratie van Gent met zijn voet ritmisch tegen de tafelpoot schopt, gaan uit reflex de armen in de lucht. Het zijn de naschokken van I Love Techno, van de dag ervoor. Een impressie.
In de vooravond drupt elke tien minuten een dichtgeslibde pendeltram op het terrein van Flanders Expo. De technoliefhebbers gillen, fluiten, rennen en springen richting entree. I Love Techno heeft dankbaar publiek, dat bij voorbaat positief is over welk optreden dan ook. Het minste of geringste bassvolume wegdraaien en weer inknallen komt je in Gent onmiddellijk op een staande ovatie te staan.
De meeste bezoekers van I Love Techno hebben het tijdperk Kraftwerk nooit meegemaakt, hoogstens in kinderlijke fantasie. Kraftwerk komt dan ook met een andere intentie naar Gent. Het gaat hen niet om applaus, dansbaarheid of onnavolgbare basslines. Kraftwerk vormt het rustpunt van de avond; de enige keer dat je het gevoel hebt een concert te bezoeken. Geen tribaldance, maar auditieve en visuele traktaties met de armen over elkaar. Vier oude heren in pak - één met voorbindmicrofoon – starend naar een laptop: de mens als machine (bezoeker Harm uit Rotterdam: "Wie zegt dat ze niet gewoon een bandje hebben aangezet en nu e-mailen met hun vrouw?").
Door de peetvaders live aan het werk te zien, wordt ‘Autobahn’ (veelal diep weggestopt in stoffige dossierkasten op de harde schijf) hier met behulp van de visuals in een breder perspectief geplaatst. Waar die vrolijke zanglijn ‘Wir fahren auf der Autobahn’ in eerste instantie cynisch overkomt, wordt bij het tonen van volkswagens met lachende gezinnen op vakantie duidelijk dat de snelweg, naast een machinaal monster, ook een mooie plek kan zijn.
Ook ‘Tour de France’ komt door de projecties op het witte doek volledig tot leven. Tijdens de dromerige klanken zien we vertraagde beelden van een peloton eenzame fietsers anno de jaren vijftig, met vertrokken gezichten bergopwaarts rijdend tijdens de diepere melodieën. Zodoende openbaart zich de essentie van het nummer.
Toch neigt Kraftwerk naar remmende vooruitgang. Ze tonen zich zoals ze al waren: progressieve denkers die via muziek de luisteraar bewust maakt van vitamines, mineralen en plutonium. Inmiddels zijn het nostalgische denkers geworden die oude muziek met behulp van nieuwe apparatuur op het publiek afvuren. Hoewel hun boodschap tijdloos is, zouden de progressieve denkers van toen ongetwijfeld meer uit die zwarte glimdozen hebben gehaald.
Ondanks het massale karakter van een dergelijk festival (minstens eenmaal op de avond waan je op een auto- dan wel huishoudbeurs), weet James Holden in de Yellow Room een intieme sfeer te creëren. De diepe en minimale sound van Holden verandert de hal in een sprookjesbos. Versierde meisjes met engelvleugels zien er uit als spannende bosnimfen. Bezwete en scheefkijkende rampenstampers veranderen in plakkerige boze wolven. Holden ("ach, wat is-ie schattig") leidt de dansers door zijn kleurrijke, magische en af en toe duistere sprookjeswereld. Met saamhorigheid als gevolg.
Na James Holden is het spel op de wagen. Tijd voor ongecompliceerd knallen. Motor, tijdens het Amsterdam Dance Event nog ondergesneeuwd geraakt door verkeerde omstandigheden, groeit in Gent uit tot één van de smaakmakers. Het bonte gezelschap keert de Red Room binnenstebuiten. Net op het moment dat de herrie uit de apparaten van de bandleden teveel lijkt te worden, wordt er een fijne bassline ingeworpen waardoor de chaos van Motor ineens euforisch klinkt. Een van de bandleden heeft een apparaatje in de hand dat veel wegheeft van dat ding waarmee Erwin Kroll van weerkaart naar weerkaart switcht. De man van Motor bestuurt er echter de bass mee. Hij smijt het vervolgens met een gebalde vuist het publiek in en vergroot daarmee des te meer de interactiviteit van hun optreden.
De Orange Room is de hele avond gereserveerd voor Soulwax en hun vriendjes en is tot een uurtje of drie non-stop volgepropt met dankbare Belgen. Pas halverwege de set van Tiga zo rond vieren is het eindelijk mogelijk om als niet-Belg de Orange Room te betreden. Tegelijkertijd wordt in de centrale hal (behangen met rode fluwelen gordijnen en functionerend als het portaal naar alle Rooms) via tientallen beeldschermen zijn fijnzinnige optreden uitgezonden. De remmen zijn dan al volledig los. Shirts, topjes en spijkerbroeken zijn vastgeplakt aan ledematen, gel is uitgelopen en de spieren zijn van top tot teen losgedanst.
Na de set van Tiga is alleen de Red Room nog open. De doorgaanders sprinten hier naar binnen en treffen daar Ortin Cam, die het tempo nog eenmaal opvoert. De voeten gaan inmiddels hun eigen leven leiden en de geest kan nu defintief tot maandagochtend vrijaf kan nemen. Cam steekt om even over half zeven in de Red Room zijn handen in de lucht en neemt het allerlaatste applaus in ontvangst.
Voor het eerst in twaalf uur tijd klinkt er geen gebonk en gebeuk. Bezwete jongens en meisjes schreeuwen het nog maar eens: "I love techno!". De condens drupt van het plafond, vloeren zijn spiegelglad. Wat rest is een technoslagveld.
http://www.kindamuzik.net/live/i-love-techno/op-technokamp-in-gent/14265/
Meer I Love Techno op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/i-love-techno
Deel dit artikel: