Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De dood komt er aan, het einde is onvermijdelijk. Je kunt er lang en breed over lullen. Of er moeilijk over doen. Maar als The End de titel is, kun je ook meteen de hamvraag op tafel leggen: ga ik dood? Open deur, denk je? Niet als je Hatsune Miku bent.
Hatsune Miku is een lichtbeeld, een avatar, een karakter dat hoort bij een Vocaloid. Een wat? Precies. Een programma voorziet haar van tekstuele input en met behulp van melodische input via een klavier en stemsynthese zingt Hatsune Miku je toe. Niet de vrouw die de originele stem leverde, maar Miku. Ze klinkt wat raar, onder de adem, afgeknepen, schel, nasaal, geest-achtig, ietwat nerveus weifelend en misschien wel kinderlijk. Het heeft haar er niet van weerhouden stadions te vullen met haar 'liveoptredens'. Plus: deze dame heeft meer dan honderdduizend nummers op haar naam staan. Eat your heart out, Lady Gaga, Madonna, Miley Cyrus of Ariana Grande. Larger than life kun je trouwens met Miku op z'n Madama Tussauds op de foto in de foyer. Net echt.
Miku vraagt zich dus af of ze zal sterven. Dat doet ze in een flitsende opera tegen een decor van 3D-projecties. De muziek is van de hand van Keiichiro Shibuya en de gelauwerde literator Toshiki Okada tekende voor het libretto. Samen scheppen ze een magisch-realistisch, existentialistisch mozaïek waarin Miku een spervuur aan vragen afvuurt, wolken vol dromen en overpeinzingen in elkaar vervloeien, antwoorden misschien wel vragen zijn en de scheidslijnen oplossen.
Hoe geef je de superflat-stijl die ook Takashi Murakami in spetterende kleurenpracht etaleert inhoud en diepgang? The End kiest in ieder geval voor flikkerend licht, knallende stroboscopen, kale en kille ruimtes, fletse kleuren en een chromen glans. Onthechting en gebrek aan humaniteit worden ook opgevoerd in de staalharde, uiterst schrille tonen, zowel van Shibuya's muziek als van Miku's stem. Minimal uit de school van Michael Nyman wordt vervlochten met beukende trancebeats en splijtende noisepulsen. Alva Noto en Ryoichi Ikeda met een poptwist en een vleugje state of the art geluidkunst, dikke partijen voor vette Vangelis- en Jarresynthesizers plus dat typisch Japanse gevoel dat neerkomt op 'fuck de hokjesgeest, fuck genres of lineaire muzikale ontwikkeling: I want it all and I want it now! En er toch geen kitsch van maken!
Miku schijnt zestien te zijn. Dat was ze al bij geboorte en dat zal ze ook wel zijn als ze sterft. Of misschien ook niet, maar ziet ze er dan nog wel zo uit. Ontluikend sexy met haar spannende creaties die Marc Jacobs voor Louis Vuitton maakte. Heus! Een meisje ook dat zich al observerend realiseert dat alles echter wordt als er licht op valt. Zijzelf al helemaal. En ze piekert verder: kan ze sterven als ze een geschiedenis heeft, als ze met die vraag op de proppen kan komen? Kan ze eigenlijk bestaan in het donker? Kortom, een wijsneusje, bezig met de Grote Vragen des Levens, een ideaal gegeven voor een opera. Geen gefundenes Fressen voor de drommen jonge Mikufans die voor het meest diverse publiek ooit zorgen tijdens een Holland Festivalvoorstelling, alleen al in leeftijd en qua uitdossing.
Een pleaser is Miku niet met haar vragen. Die stelt ze nogal eens aan een onbekende via de telefoon of in de ruimte, aan iedereen. Ook praat ze met een konijn-achtig wezen. Onschuldig en superflat, net als een tabula rasa waarop je alles kunt projecteren. Miku is echter geen lege huls en ook geen vehikel voor een experimentele opera. Deze Japanners laten in hun hang naar perfectie niets aan het toeval over. En ze kennen de geschiedenis, want zelfs de aloude operavormen met ouverture en aria's - inclusief een zinderend, emotionerend slotkoor waarbij het moeilijk is de ogen droog te houden - zijn present en ze worden tot in de finesses neergezet. Vormvast dus, snaarstrak en ook compromisloos door het hoge tempo waarin het web van de contingentie zich ontspint.
Opera gebaseerd op de innerlijke queeste van een figuur van mythische proporties. Miku stelt al die vragen omdat ze niet alwetend is. Imperfect dus. Maar als ze imperfect is, dan staat ze dicht bij de mens. En dan kan ze ook doodgaan. Tegelijk is ze een extreme uitvergroting van vele aspecten van de mens, of op zijn minst een personificatie van de perfectie of het streven daarnaar. Imperfect is ze ook omdat ze niet kan bestaan zonder input. Die is in haar geval tweeledig: taal en muziek. Beide bij uitstek cultuurproducten die ons mensen mens(elijk) maken ten opzichte van dieren, zoals het konijn-achtige wezen dat het ook allemaal niet weet, maar wel probeert geruststellend over te komen.
Al haar vragen voeren Miku naar één grote vraag: is er eigenlijk een verschil tussen het jij en het ik uit mijn vragen? Bam! Licht uit en toch is ze er nog. 'Ik ben er nog!' zingt ze. Hoe? Wat? Waar? Niet als lichtbeeld. Dat hoeft ook niet. Miku bestaat uit nullen en enen, ze is een tekening, een gedachte, een paspop voor couturier Jacobs. Miku kan heel wel een personificatie van veel meer zijn. Cultuur bijvoorbeeld, of liefde. Miku kan uit elkaar vallen (dat gebeurt ook) in haar constituerende elementen - 'mijn lichaam smelt', als metafoor voor sterven - maar ze is al lang en breed meer dan die bouwstenen geworden. Miku is, ze is niet: net echt. Ze is. En dat is een verbluffende realisatie. Miku is namelijk geen virtuele realiteit, maar ze heeft betekenis in, door en met jezelf. Door jouw toedoen, door jouw grote, grote toedoen... Van de operaliefhebbers op leeftijd tot de piepjonge fantasykids, gothic lolita's en mantelpakjes ertussen. En zelfs ook van degenen die haar helemaal niet kennen.
Miku is weerloos en prachtig, subliem en daarmee een 'alles' van uitzonderlijke waarde. Haar leven gaat volledig synchroon lopen met het jouwe als Shibuya de beat laat knallen. De minimale plus lijkt Miku's hartslag. Onwillekeurig neem je die over. De adrenaline die de muziek triggert, laat je interne klokwerk gelijk lopen met dat van Miku. Dichterbij kan ze niet komen. Je gaat in haar op en zij in jou.
Doe je best en analyseer, zo leerde Pierre Boulez eerder dit Holland Festival al, en je komt op het punt dat je een kunstwerk denkt te kennen. Juist op dat moment blijkt dat je weer in het duister tast. Dan heb je het werk door, maar waaróm word je dan geraakt dan, op welke manier en waar? Daar zit je dan met jezelf en in die duisternis wordt het pas echt leuk.
In dat donker, als Miku gewoon doorspreekt en -zingt, hoor je je hart (en ook dat van haar?) in de keel kloppen. De nekharen rijzen, kippenvel op de armen, want Miku spreekt met de input die afkomstig is van Okada, Shibuya, het konijn-achtige wezen en van ons. Virtueel en reëel zijn één. Realiteit en fantasie blijken fluïde. En waar zulke grenzen vervagen, realiseer je je dat je kijkt naar een knap staaltje projectiepower met veelal Synthesizer Greatest-tapijten als soundtrack. Op dat moment is Miku helemaal geen Vocaloidje 'van iedereen'. Dan is Miku een van ons en zijn wij allen Miku. Memento mori, zij aan zij vormen we een spiegel van de ziel. Ongemakkelijk dichterbij kan opera niet komen.
Illustraties Kenshu Shintsubo
http://www.kindamuzik.net/live/hatsune-miku-keiichiro-shibuya/holland-festival-2015-the-end-hatsune-miku-keiichiro-shibuya/26010/
Meer Hatsune Miku & Keiichiro Shibuya op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/hatsune-miku-keiichiro-shibuya
Deel dit artikel: