Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Haldern, o prachtig Haldern. Dertig jaar jong. Een verjaardag die gevierd mag worden, maar gek genoeg is er nauwelijks iets van te merken tijdens het festival. Geen extra grote namen, meer podia of gratis bier. Het festival blijft zichzelf, zelfs tijdens een mijlpaal. De festivalgangers maakt het allemaal niet uit, zij komen voor dat klassieke Halderngevoel: gemoedelijkheid, kleinschaligheid en saamhorigheid. Drie dagen genieten van de barbecue, fijne mensen en goede muziek.
De Haldernprogrammeurs slagen er altijd in om een goede line-up samen te stellen, een mooie mix van aanstormend talent, hypes en gevestigde namen. Dit jaar is er twijfel over het aanbod. Er is geen echt grote naam, zoals Wilco afgelopen jaar, en wat er wel staat is wisselend in kwaliteit. Dat blijkt uiteindelijk ook in de praktijk, met name de tweede dag is maar zozo.
Dag 1
In de legendarische Spiegeltent opent het Engelse This Is the Kit het festival met een fijne set lofi-folkliedjes. De band rond zangeres Kate Stables speelt losjes en met genoeg afwisseling om het boeiend te houden. Een in zon badend veld zou geen probleem moeten zijn voor de zomerse garagerocksongs van Mikal Cronin, maar helaas verdwijnt zijn brille in een zee van matig geluid. De gouden melodieën en aanstekelijke zangpartijen blijven ver op de achtergrond, waardoor niet veel meer overblijft dan goede bedoelingen.
Op het Biergartenpodium heeft We Were Promised Jetpacks [bovenste foto] na het tweede nummer de buit al binnen. Het hitje 'Quiet Little Voices' zorgt voor enorme (circle)pit en het publiek gaat uit zijn dak. De energieke postpunk van de band wordt gebracht met een fijn vleugje noise. Na de furieuze Schotten is het tijd voor de ingetogen Amerikaanse Julia Holter. Het ijskonijn ontdooit in de Spiegeltent, die doet denken aan een nachtclub van David Lynch; eerst poeslief, om vervolgens dreigend te grommen. De nummers van haar nieuwe plaat, Loud City Songs, zijn uitstekend gearrangeerd en een stuk uitbundiger dan haar vorige platen. Ze wordt wonderschoon ondersteund door een erg sterke band, met daarin een violist, cellist en saxofonist.
Buiten op het veld staat een grote menigte te wachten op het Canadese Suuns [foto hierboven]. De ongrijpbare band mixt zonder problemen een veelvoud aan stijlen, maar gaat live pas echt door merg en been. Suuns is een diep grommend monster, dansbaar en rockend. Vooral het eerste deel van de set is heel erg gericht op beats en publiek gaat dan ook lekker mee. 'Edie's Dream' wordt langgerekt en ingetogen gespeeld, waardoor je bijna dromend de nacht in kunt. Maar dat kan niet voordat de band met 'Music Won’t Save You' nog even een statement maakt.
John Grant [foto rechts] mag dan in de tent laten horen of die twee totaal verschillende albums van hem te verenigen zijn in een goede liveshow: Het antwoord? Ja! Klassiekers als 'Marz' en 'Where Dreams Go to Die' houden die heerlijke Midlake-stijl, terwijl voor nieuwe nummers als 'Pale Green Ghosts' de synths uit de kast getrokken worden. Vooral die synthpopnummers blijken het erg goed te doen bij het publiek. Grant staat het publiek in vlekkeloos Duits te woord als hij Vladimir Poetin een stevige veeg uit de pan geeft. 'Glacier', misschien wel hét nummer over homo zijn, volgt, waarna de show knallend tot een eind komt met 'Queen of Denmark'. De Engelse producer Gold Panda mag het feestje buiten afronden en dat doet hij met verve. De opbouw is rustig en beheerst, waarna de eerste beats met luid gejuich worden begroet door het publiek. De beats dartelen vervolgens over het veld en brengen de nachtbrakers in extase.
Dag 2
Als iedereen de slaap achter de rug heeft, kan het feestje weer beginnen. Bear's Den mag de Spiegeltent openen met standaard folk voor en door mannen met baarden. Sam Amidon had tachtig jaar geleden geboren kunnen zijn. Hij brengt uiterst traditionele folk uit de Appalachen, met veel banjo en ondersteund door lichte percussie. De dagen van Dock Boggs en Roscoe Holcomb herleven.
De Belgen van Balthazar geven hun visitekaartje af. Enorm groovende indierock, met onconventionele bas- en drumspelletjes en dynamiek. Ze beschikken over uiterst slimme songs, die ze ook nog eens overtuigend brengen. Iets later staat de oude Lee Fields [foto hieronder] met zijn Expressions te knallen op het hoofdpodium. De vintage soul en funk maken iedereen blij en hoe vaker Fields "Is everybody happy?" roept, hoe groter het feest. Een uur lang is iedereen blij, ook al zingt Fields nogal eens over overspel, ontrouw en verlies.
Terug in de tent kun je moedeloos worden van Allah-Las. Het viertal uit Los Angeles speelt sixties-surfpop/garagerock en die sound nailt de band. Maar alles is midtempo, waardoor er geen enkele spanning te bekennen is. De band oogt ook nog eens enorm verveeld. Snel over naar het snoepje Tom Odell die op het hoofdpodium absoluut niet verveeld oogt. Integendeel, het is aandoenlijk om het jonge gastje met zijn blonde haren te zien hupsen achter de piano, met een smile van oor tot oor. Dat het muzikaal niet overhoudt, vergeten we maar even.
Villagers [foto hieronder] is de eerste band die een ode aan het jarige festival brengt. "Happy birthday, dear Haldern!", klinkt het uit duizenden kelen. De band rond de charismatische zanger Conor O'Brien heeft er zin in en zet een geweldige show neer. De songs zijn donker, uitbundig, verstild en hard en dat vaak ook nog binnen een enkel nummer. Daar moet de Zwitserse Sophie Hunger overheen zien te komen. Dat lukt haar echter niet. Ze heeft een flinke band meegenomen en ook de lichtshow is prima in orde, maar Hunger wil te veel. Ze zingt in maar liefst drie talen en kan qua muziekstijl ook niet echt kiezen. Een enkele keer pakt de mix van rock en jazz wel goed uit, maar over het algemeen is het te geforceerd.
Vorig jaar toonde The Afghan Whigs aan dat het soms niet erg is dat een band na zoveel jaar weer terugkeert op het podium. Dit jaar is het de beurt aan de legendarische band James uit Manchester. De groep rond zanger Tim Booth doet het heel aardig en klinkt nog erg herkenbaar. Klassieke hits als 'Sit Down' en 'Laid' komen voorbij, maar het is vooral het bizarre dansen van Booth dat indruk maakt. Diep in de nacht mag Owen Pallett, die inmiddels tot het interieur van Haldern behoort, zijn fuzzed-out vioolliedjes spelen in de tent. Pallett sampelt zijn viool of synthesizer en bouwt daar de songs bovenop. De kenmerkende zoetgevooisde stem maakt het plaatje af.
De wisselvallige tweede dag wordt uiteindelijk in de blessuretijd gered wordt door Metz [foto hieronder]. De Canadese noiserockers verontschuldigen zich eerst omdat ze nogal een hectische dag gehad hebben. Hun spullen zijn verdwenen na een vlucht vanuit Noorwegen en met hulp van de organisatie hebben ze instrumenten kunnen lenen. Het maakt voor de show niets uit. Metz is zoals verwacht knoephard en lomp, maar desondanks toegankelijk. De drie heren beschikken over killersongs, die ze met een enorme berg passie en inzet brengen. De spiegeltent scheurt welhaast open door de orkaan die Metz heet. Het hele optreden is de vloer één grote pit. Als uiteindelijk de cirkelzaagbas van 'Wet Blanket' het einde van de show aankondigt, gaat het nog een keer ongegeneerd hard los. Game, set and Metz.
Dag 3
De mensen die Metz ondergaan hebben liggen waarschijnlijk nog te pitten, maar op het hoofdpodium gaat het al vroeg weer van start. Het Engelse Duologue probeert rock met elektronica te mixen en doet dat niet meer dan aardig. Landgenoot Dan Croll is veel meer dan aardig, hij is zelfs steengoed. De slimme, sexy indiepopliedjes, worden heel soulvol en funky gebracht, waardoor de Spiegeltent meteen in vuur en vlam staat. Croll maakt veel vrienden vandaag, met dansbare liefdesliedjes die hij inkleurt met Fleet Foxes-achtige samenzang.
De derde dag heeft heel wat meer hoogtepunten in petto. Zoals de jonge Zweedse Anna von Hauswolff. Ze speelt samen met haar band zware gitaar- en orgeldrones die zich steeds verder vormen richting megatrage noise- en doomsongs. De frêle dame zingt prachtig tussen het geluid door met haar Kate Bush-achtige stem. Met wapperende blonde manen dirigeert ze haar manschappen. Geweldig.
Als op het hoofdpodium de überhipsters van Local Natives [foto hierboven] bezig zijn aan een sterke cover van het Talking Headsnummer 'Warning Sign' valt de stroom uit en is de band heel even uit het lood geslagen. Tot die tijd was het zeer goed wat de heren brachten; zonnige, meerstemmige indierock die zwaar leunt op opzwepende ritmes. De band maakt grapjes en overweegt nog even om verder te gaan met alleen drums en vocalen, maar al snel kunnen ze hun show op een bewonderenswaardig niveau afronden.
Bij Local Natives was het een genot om naar de hele band te kijken, bij Alabama Shakes is het de grote Brittany Howard-show. De rest van de band staat er voor spek en bonen bij, maar dat maakt niet uit want je moet wel naar Howard kijken. Ze beschikt over een geweldige strot, voordracht en presentatie. Howard was naar eigen zeggen pas om drie uur wakker en had wel zin in een feestje. Nou, dat heeft Haldern geweten. Ook Glen Hansard [foto hieronder] weet hoe je een feestje moet bouwen. De ex-Frameszanger heeft een enorme band meegenomen, inclusief strijkers en blazers. Het spelplezier spat van het podium af en de energie is voelbaar in het publiek. Hansard plaatst kleine verwijzingen naar klassieke nummers ('Autobahn', 'Respect') in zijn songs en hij sluit af met een vlammende cover van Marvin Gayes 'Baby Don’t You Do It'. Als toetje zingt hij het breekbare 'Falling Slowly' met de vrouw die het nummer aanvroeg. Zeldzaam mooi moment.
Regina Spektor is niet ieders kopje thee; ze is theatraal, soms op het kinderlijke af. Speels en naïef. Spektor heeft een bijzonder stemgeluid, helder en met veel effectjes. De jonge Amerikaanse krijgt maar liefst tachtig minuten om haar pianosongs te presenteren en dat is een beetje teveel van het goede. Dus tijd om even weg te sneaken om de folksensatie The Staves te bekijken. Dat blijkt geen hele goede keuze; de drie zusjes kunnen prachtige samen zingen, maar ook heel goed suffe folkliedjes schrijven. De Denen van Efterklang [onderste foto] mogen het kaarsje uitblazen en dat doet de band met verve. Zanger Casper Clausen, gehuld in roze cocktailjasje, is in goede doen en houdt van een praatje. De 'geest van Haldern' wordt bezongen met een 'Happy Birthday' om de toekomst van dit mooie festival veilig te stellen. Dat lijkt gelukt!
Foto's uit het KindaMuzik archief door Bart van den Hoogenhoff (We Were Promised Jetpacks, Suuns, Villagers, Efterklang), Michella Kuijkhoven (John Grant), Renate Beense (Lee Fields), Niels Vinck (Metz), Martijn Booij (Local Natives, Glen Hansard)
http://www.kindamuzik.net/live/haldern-pop-festival/haldern-pop-2013/24188/
Meer Haldern Pop Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/haldern-pop-festival
Deel dit artikel: