Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
In één jaar tijd uitgroeien van een festival met achtduizend bezoekers naar het zesvoudige daarvan: Fortarock mag zich anno 2013 met recht 'XL' noemen. De eerste, nagenoeg uitverkochte editie in het Goffertpark is daarmee in ieder geval voor de organisatie bij voorbaat al geslaagd en voor herhaling vatbaar. Geldt dat echter ook voor het muzikaal gebodene?
Stug volhouden en altijd je eigen ding blijven doen. Amenra doet het al jaren en begint daar steeds meer vruchten van te plukken. De rol van openingsband op Fortarock is meer dan verdiend, getuige een solide show op het tweede 'tentpodium'. 'The Pain. It Is Shapeless.' doet het nog altijd goed als blauwdruk van de band, maar het is toch vooral de dynamiek waarmee de Belgen de afgelopen tijd winst hebben geboekt. Het optreden gaat van groots en meeslepend tot ingetogen en maakt zelfs op het vroege uur van de dag een onverwoestbare indruk. (RvE)
Ook Audrey Horne, dat tegelijkertijd mag aftrappen op het kleinste podium, krijgt de handen al flink op elkaar met zijn catchy, classic hardrock. Helaas treedt de Noorse supergroep (met leden van Sahg en Enslaved) aan zonder toetsenist en ook de koortjes van het puike laatste album, Youngblood, blijven achterwege. De synchroon loodrecht in de lucht geheven Gibsons doen hun twin-leadwerk echter voorbeeldig en zanger Toschie overtuigt live zelfs meer dan op plaat.
Delain stond op de allereerste editie van Fortarock en maakte toen geen bijster goede beurt. Inmiddels heeft het popmetalkwintet rond Charlotte Wessels flink aan de weg getimmerd en met zijn derde plaat, We Are the Others, is de band uitgegroeid tot een internationale speler van formaat in de female fronted metal. Die status wordt vandaag echter niet waargemaakt op het hoofdpodium, dat toch echt een maatje te groot blijkt voor met name Wessels, die vocaal weer de nodige steken laat vallen en de truttigheid maar niet uit haar presentatie weet te krijgen. Dat er een backdrop wordt gebruikt van twee albums geleden is wat dat betreft illustratief voor het feit dat Delain er nog steeds niet in is geslaagd om de laatste stap te maken richting de eredivisie van landgenoten Within Temptation en Epica.
Stond gitarist Ice Dale even tevoren nog met shirt aan (!) bij Audrey Horne op het kleine buitenpodium, tijdens de show van vaste broodheer Enslaved in de tent is hij gelukkig weer vertrouwd topless te bewonderen. Met vijf uitgesponnen nummers in drie kwartier tijd schotelen de Noorse veteranen een zware maaltijd voor, waarbij het publiek braaf luistert of wegloopt, maar verder nauwelijks in beweging komt. De in een Beatles-shirt gehulde Grutle blijft een uitmuntende frontman en de ronkende progmetal van de laatste twee platen - die de hoofdmoot van het optreden vormt - krijgt ook een prima uitvoering, al helpt het wat omfloerste geluid niet om de aandacht van de twijfelaars op te eisen. Voor de fans is het oude epos 'Convoys to Nothingness' echter een prachtige surprise en het afsluitende 'Isa' is sowieso een zekerheidje. (TG)
Textures heeft bepaald niet stilgestaan de afgelopen jaren. Drie jaar geleden introduceerde de band nog een nieuwe zanger en toetsenist op het kleine Fortarockpodium, nu beleeft gitarist Joe Tal zijn vuurdoop voor een groot publiek. Door het uitvallen van Five Finger Death Punch staat Textures op het hoofdpodium. Daar blijkt maar weer dat Textures een ideale festivalband is. Dankzij een kraakhelder geluid blijven de complexe ritmes zelfs op de grote festivalweide overeind. Stukken beter dan de meerstemmige zang, die nog wel eens uit de bocht vliegt, een bekend euvel bij metalbands die buiten de platgeschreeuwde paden treden. Zanger Daniël de Jongh neemt niet snel genoegen met het bescheiden formaat van de pit. Hij blijft het publiek opjutten, zodat Textures uiteindelijk een mooi onthaal afdwingt.
Behalve een genredefiniërende band is Entombed ook het vehikel waarmee LG Petrov al toerend de bloemetjes buiten zet. Dat hij in beschonken toestand over het podium waggelt is eerder regel dan uitzondering. Vandaag is het daarvoor nog wat te vroeg en daarom krijgen we een bovengemiddelde show van het Zweedse deathmetalinstituut voorgeschoteld. Dat het vijftal eindelijk weer twee gitaristen in de gelederen heeft, draagt daar eveneens aan bij. Het is wel zaak om in de buurt van het podium te blijven, want de wind doet erg zijn best om 'Serpent Saints' en 'When in Sodom' te verwaaien. (RvE)
Laat het maar aan Airbourne over om het hoofdpodium eindelijk echt goed in te wijden. De festivalweide is de natuurlijke habitat van het beste AC/DC-surrogaat van dit moment en met een indrukwekkende stapel nep-Marshalls laten de Australiërs er dan ook geen gras over groeien. Het blijft jammer dat het plaatwerk van Airbourne zo wisselvallig is, maar inmiddels heeft het kwartet op zijn drie albums wel genoeg 'hits' bij elkaar verzameld om live een uur lang prima te kunnen vermaken. Frontman Joel O'Keeffe kent alle trucjes op zijn duimpje: bierblikje op het hoofd stuk slaan, halsbrekende klauterpartij richting top van het podium, en ondertussen zingen en gitaarspelen alsof het zijn laatste dag op aarde is; succes verzekerd. (TG)
Non-stop toeren heeft Mastodon nog altijd geen megastatus bezorgd, en dat is maar goed ook. Het hoofdpodium zou het geluid van het progressieve sludgekwartet bepaald geen goed doen. Daarnaast weigert Mastodon nog altijd om een grote show te maken van zijn optredens. Spectaculair licht of mooie praatjes zijn aan de band niet besteed, het is de muziek die moet spreken. Brent Hinds en Bill Kelliher maken noeste arbeid van hun spel. Met veel kracht worden de uitgesponnen riffs en licks uit de gitaarhalzen geperst. Elke plaat wordt netjes aangedaan, maar het optreden komt pas echt van de grond wanneer oudjes als 'Iron Tusk' en 'March of the Fire Ants' voorbij komen. De onstuimige beginperiode van de band blijft de beste en meest bevlogen. Waarom Mastodon afsluit met een niemendalletje als 'The Sparrow' in plaats van bijvoorbeeld 'Blood and Thunder' is dan ook een groot raadsel.
Een pijnlijke vertoning van een op papier onaantastbaar bastion voltrekt zich vervolgens op het hoofdpodium. Lemmy blijkt net als elke gewone sterveling toch gewoon oud te worden. In bevroren toestand staat hij op het podium als hij plichtmatig ophoest: "We are Motörhead. We play rock-'n-roll." Of het podiumgeluid er debet aan is, valt moeilijk vast te stellen, maar het gaat allemaal niet van een leien dakje. Phill Campbell en Lemmy wisselen constant vragende blikken met elkaar uit, terwijl ze zich onzeker door het repertoire worstelen. Om beurten vragen ze om meer reactie van het publiek, dat gelaten reageert en uit medelijden lacht wanneer Lemmy weet uit te brengen: "This is Eindhoven, right?" Mikkey Dee is de enige die op volle kracht speelt, maar dat is te weinig om het optreden te redden. De overbodige drumsolo brengt daar natuurlijk geen verandering in. Thuis van een pensioen genieten is geen optie voor Lemmy, maar in deze toestand is het beter om de stekker uit Motörhead te trekken en het toneel met opgeheven hoofd te verlaten. (RvE)
De tent is gedurende het hele festival het toneel voor de wat meer duistere, zware kost, maar met Amon Amarth komt ook hier de gebruikelijke metalpolonaise op gang. De vikingmetal van de vijf Zweden is van de gestampte pot en enigszins eenvormig, maar ook mateloos populair, en niet geheel ten onrechte. De pit strekt zich in mum van tijd uit over de complete breedte van de zaal en niet alleen de teksten maar ook de riffs worden massaal meegezongen. Aanvalsleider Johan Hegg en zijn manschappen verstaan hun vak dan ook meer dan uitstekend en geven de fans met krakers als 'The Pursuit of Vikings', 'Destroyer of the Universe' en 'Guardians of Asgaard' precies wat ze willen.
Bij Opeth is het op hetzelfde podium weer baardplukken en luisteren geblazen. Waar de Zweden op plaat inmiddels een volbloed progrockband zijn geworden, wordt er live nog veelvuldig teruggegrepen op het wat extremere werk uit het (recente) verleden. Jammer genoeg verzuipt het geluid daarbij nogal in de lage regionen, waardoor de verder vlekkenloze uitvoering toch wat tekort wordt gedaan. Ook de bekende droogkomische praatjes van Mikael Åkerfeldt - deze keer moet onder meer Thijs van Leer het ontgelden - kunnen niet voorkomen dat nogal wat mensen zich voortijdig naar het hoofdpodium begeven om zich op te maken voor de langverwachte finale van het festival. (TG)
Rammstein was de eerste naam die op het affiche van Fortarock 2013 prijkte en dit is meteen de reden waarom men XL aan de naam van het festival toevoegde. Bands van dit formaat worden nauwelijks meer gemaakt en het is prachtig hoe de spektakelshow van de Duitsers het Goffertpark direct in vuur en vlam zet. Al vanaf het openingsnummer knalt er vuurwerk van het podium en worden er meterslange vlammen gespuwd. Maar zelfs zonder al het uiterlijk vertoon zou Rammstein de vijftigduizend aanwezigen met gemak overrompelen. Het geluid grenst aan perfectie, het spel is adembenemend strak en de donkere stem van volksmenner Till Lindemann doet vermoeden dat God zelf aan het woord is. Alle omstandigheden zijn goed en dan hoeft de band alleen maar met de ene na de andere hit te strooien. 'Sehnsucht', 'Ashe zu Asche', 'Du Riechst so Gut', 'Du Hast'; het zijn militaristische mantra's die gewillig worden meegezongen door tienduizenden keeltjes. Na een dag zonder echte uitschieters zorgt Rammstein alsnog voor een spetterende finale. Met voldoende volume, waardoor we de fluisterzachte 2012 editie van Fortarock voorgoed kunnen vergeten. Wat de kaartverkoop betreft mag het nieuwe Fortarock zich in de handjes wrijven. Als er volgend jaar een beetje spannender wordt geprogrammeerd, zijn we er gewoon weer bij. (RvE)
Foto Rammstein uit het KindaMuzik archief door Tim van Veen
http://www.kindamuzik.net/live/fortarock/fortarock-xl-2013/24047/
Meer Fortarock op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/fortarock
Deel dit artikel: