Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De vrees dat de derde editie van het Nijmeegse metalfestival Fortarock misschien wel onoverkomelijk grote concurrentie zal ondervinden van de Big 4-show, met Metallica, Slayer, Megadeth en Anthrax, in Gelsenkirchen blijkt ongegrond. Het aantal bezoekers, ergens tussen de vier- en vijfduizend, is vergelijkbaar met vorig jaar. De tent bij het tweede podium in het wederom gezellig drukke Park Brakkenstein is echter beduidend kleiner uitgevoerd dan bij de voorgaande editie, wat nadelige consequenties heeft voor het 'zaalgeluid' en het zicht van de toeschouwers die zich noodgedwongen buiten de tent moeten opstellen.
Bij opener Kvelertak [foto onder] is dit (bescheiden) probleem uiteraard nog niet aan de orde. Terwijl het binnendruppelende publiek nog aan de koffie staat geeft het Noors(talig)e zootje ongeregeld even na het middaguur het startschot met zijn verfrissende mix van black metal en catchy, punky hardrock in een ideaal headbangtempo. De drie gitaristen zorgen ervoor dat de vele potentiële hits van het vorig jaar verschenen titelloze debuut live wat minder puntig klinken. Doe er één een tamboerijn en wat sambaballen bij, zou je willen zeggen. Daar staat tegenover dat de zesmansbezetting, de gang vocals én de jammerlijk mislukte poging tot crowdsurfen van de zanger in hoge mate bijdragen aan het jongensclubgevoel. De feelgood black metal van Kvelertak had best wat later geprogrammeerd mogen worden, maar het betekent wel een heerlijk vrolijk begin van het festival. (TG)
Valient Thorr [foto links onder] zorgt na Kvelertak meteen al voor een tweede hoogtepunt op deze editie van Fortarock. De Amerikanen hebben een geduchte livereputatie, die al snel volledig blijkt te kloppen. De muziek is daarbij niet eens het belangrijkst. De mix van jarenzeventighardrock en (hardcore)punk die de band speelt, is redelijk origineel en zeer energiek, maar zeker geen jaarlijstjesmateriaal. Het optreden is vooral een performance van zanger Valient Himself. Alleen zijn uiterlijk al is tamelijk excentriek te noemen. Grote baarden gecombineerd met een bierpens zijn niet zo heel uitzonderlijk op een metalfestival, maar de combinatie met blauwgroene skinny jeans en worstelschoenen zie je niet vaak. De strakheid van de broek weerhoudt hem er niet van als een driejarig meisje met ADHD over het podium te huppelen en te dartelen. Tussen de nummers door trakteert Valient Himself het publiek op hele conferences, die kant noch wal raken, maar wel uitermate hilarisch zijn. Het hoogtepunt van het optreden komt als Valient Himself het publiek ingaat en dit vraagt op de grond te gaan zitten om mee te doen met zijn roeibewegingen en 'headbangen-terwijl-je-zit'. Performance art voor een groot publiek: het kan. (MtH)
De afzwaaiende Nederdeathveteranen van God Dethroned mogen de nationale eer hoog houden en doen dat met verve. God Dethroned is muzikaal gezien de meest extreme band van de dag, maar het kwartet rond zanger/gitarist Henri Sattler laat maar weer eens horen dat je prima snoeiharde death metal kunt spelen zonder de melodie en het liedje uit het oog te verliezen. Sattler lijkt bovendien de kritiek op zijn statische podiumpresentatie ter harte te hebben genomen, want hij maakt meer meters dan ooit. De show wordt echter gestolen door Danny Tunker, de van Prostitute Disfigurement geleende geweldenaar, momenteel met afstand Nederlands beste extrememetalgitarist. Voor wie God Dethroned in deze fantastische bezetting na twintig jaar nog steeds zo verwoestend tekeer ziet gaan, valt het maar moeilijk te verkroppen dat de band aan het eind van dit jaar definitief het boek zal sluiten. De wegen van de eigenwijze Sattler blijven tot het eind toe ondoorgrondelijk.
Het nog veel oudere hardcore-instituut Agnostic Front lijkt vooraf een potentiële miskleun in de line-up, maar niets is minder waar. De keep-it-real-houding, die regelmatig met shout-outs als "New York hardcore!" kracht wordt bijgezet, botst nogal met die van de gemiddelde metalfan, en ironisch genoeg is Agnostic Front in zekere zin dan ook de meest theatrale act van het festival. Muzikaal komt het op zijn zachtst gezegd weliswaar allemaal een stuk minder heftig over dan een kwarteeuw geleden, maar vergane glorie of niet, het blijft lekker stuiteren op krakers als 'Friend or Foe' en 'Gotta Go'. Als na verloop van tijd bij de cartooneske oergitarist Vinnie Stigma het kwartje valt en hij het bewust op een schmieren zet met overdreven tough guy-poses, gaat het hek helemaal van de dam: een onverwacht succes met alom grijnzende gezichten als resultaat. (TG)
Het is een tijd stil geweest rond Gojira; het laatste album, The Way of All Flesh, dateert uit 2008. De Franse Basken hebben een zeer herkenbaar eigen geluid dat ergens in hangt tussen death metal en prog, met een duidelijke scifi-tik. Ze kunnen niet alleen spelen als de beste - vooral drummer Mario Duplantier maakt indruk - maar hebben ook originaliteit en afwisseling hoog in het vaandel staan. Samen met God Dethroned is Gojira verantwoordelijk voor de sterkste deathmetaloptredens op Fortarock 2011. (MtH)
De knotsgekke show van metalcorebuitenbeentjes Parkway Drive [foto rechts] kan op verrassend veel bijval rekenen van het merendeels toch aardig op leeftijd zijnde publiek. Met een in een rolstoel gezeten, maar daardoor niet minder beweeglijke gitarist, allerhande lollige hoofddeksels (valhelm, piratenhoed), tomeloze energie en een gezonde dosis zelfspot ("Now we're gonna play the song you REALLY don't want to hear!") krijgen de Australiërs in één moeite door de pit flink in beweging én de lachers op hun hand. Parkway Drive besluit zo op gepaste wijze het eerste deel van de programmering, waarbij 'onschuldig' uptempo vermaak de boventoon voert. Bij de bands die nog volgen, draait het over het algemeen meer om doem en duisternis, al dan niet met een knipoog gebracht. Er staat in ieder geval wat meer op het spel. (TG)
Ghost [foto onder] kwam eerder al verwarring zaaien op Roadburn, nu is het de beurt aan het Fortarockpubliek om in tweeën gespleten te worden. De eerste schok over de softe rockliedjes in Hammerhorrorverpakking is er inmiddels wel af en er zijn zelfs al de nodige echte fans in het publiek te bespeuren, die alle occulte megahits van begin tot einde meezingen. Maar nog steeds is er een flink percentage metalheads dat er helemaal niets mee kan en niet weet hoe snel het de tent moet verlaten zodra duidelijk wordt wat Ghost doet. Op een gegeven moment gooit iemand zelfs een Sinterklaaspop op het podium. Of het bedoeld is als eerbetoon of belediging, wordt niet duidelijk. Zanger The Ghoul with No Name valt er in ieder geval geen moment door uit zijn rol. Hij raapt hem op en zingt met de pop in zijn hand rustig door. De podiumpresentatie en setlist zijn niet anders dan op Roadburn. Wel heeft het vele toeren duidelijk zijn vruchten afgeworpen, vooral wat betreft de zang van The Ghoul With No Name, hij klinkt veel zekerder. Verder blijft de loepzuivere stijl van de leadgitarist een genot voor het oor.
Het optreden van Dark Tranquillity dreigt in het begin even ten onder te gaan aan een extreem rommelige mix. Dat wordt gelukkig redelijk snel recht getrokken. Daarmee is het optreden echter nog niet gered. De Zweden stonden samen met At The Gates en In Flames aan de basis van de razend populaire Gothenburgsound. Ver van het geluid dat ze met The Gallery in 1995 hielpen te definiëren, zijn ze nooit afgeweken. Dark Tranquillity is zo heel goed geworden in wat ze doen. Alleen is dat wat ze doen nogal voorspelbaar met af en toe nogal kitscherige trekjes, die op den duur behoorlijk beginnen te storen. Drie nummers van de set meepikken leidt zo tot een positievere beoordeling dan het hele concert af kijken, en dat kan niet de bedoeling zijn. (MtH)
Triptykon begint zijn tweede Nederlandse show, net als de eerste vorig jaar op Roadburn, met een handvol aansprekende zekerheidjes ('Goetia' en twee Celtic Frostklassiekers), om vervolgens het tweede deel van de set te laten ontaarden in de gitzwarte doom waar de band zich vooral mee onderscheidt. Helaas is het cruciale gitaargeluid van Tom G. Warrior niet zo verpletterend als het hoort te zijn, en tijdens de ellenlange klaagzang 'The Prolonging' verkiest menigeen dan ook al snel het avondzonnetje boven de tent. Ondanks het feit dat Triptykon inmiddels is uitgegroeid tot een zeer hecht spelende band en voor de overgebleven liefhebbers ook gewoon een prima show aflevert, is de slopend zware stijl eigenlijk te veel van het goede op een zomers festival. Het enige luchtige vertier komt, weliswaar onbedoeld, in de vorm van de onverbeterlijk potsierlijke Warrior, die speciaal zijn (veel populairdere) 'gelijken' in Immortal meent te moeten bedanken, en zelfs de afsluitende buiging voor het publiek nog met veel gevoel voor drama weet aan te kondigen. (TG)
In eigen land waren het in de jaren negentig grote meneren, maar in Nederland stelde het Belgische Channel Zero eigenlijk niet zo veel voor. De hoge plaats op de Fortarockprogrammering - boven bijvoorbeeld Gojira en Triptykon - van de onlangs heropgerichte band, bevreemdt dan ook een beetje. De twijfel wegspelen wil ook niet echt lukken door langdurige problemen met de basgitaar. Zanger Franky De Smet-Van Damme probeert het publiek ondertussen te vermaken, maar dat gaat hem niet echt goed af. Als Valient Himself de Messi van de podiumpraatjes is, dan speelt De Smet-Van Damme in de middenmoot van de Belgische competitie. Zingen kan hij dan weer wel goed, maar dat is niet genoeg om de jarennegentigmetal van de Belgen, die braaf gemodelleerd is naar Machine Head en Anthrax tijdens de John Bushperiode, werkelijk memorabel te maken.
Paradise Lost speelt op veilig: de Britten kiezen voor een set vol greatest hits. Die hebben ze tenslotte genoeg en de catalogus van de band kan inmiddels toch wel imposant genoemd worden. De uitvoering verraadt dat de gothicmetalveteranen dit optreden beschouwen als another day at the office: degelijk, maar zonder franje. Opvallend is eigenlijk alleen dat Nick Holmes ook de oudere, meer op death metal gebaseerde tracks als 'As I Die' en 'Pity the Sadness', tegenwoordig zingt in plaats van grunt. (MtH)
Na Candlemass en Death Angel op de voorgaande edities heeft Fortarock met Sacred Reich opnieuw een band weten te strikken die onlosmakelijk is verbonden met de beginjaren van Dynamo Open Air. De typische 'tweedegeneratie'-thrash van het Amerikaanse viertal onder leiding van de gezellige dikkerd Phil Rind draait niet zozeer om venijn en adrenaline, maar is met zijn door funk metal beïnvloede midtempo-grooves en algehele posi vibe bijna gemoedelijk te noemen. Het lijkt in eerste instantie vooral een nostalgische act voor hen die er bij waren eind jaren tachtig, maar de liedjes van Sacred Reich blijken de tijd glansrijk te hebben doorstaan en slaan vanavond in Park Brakkenstein goed aan bij jong en oud. De band tovert zelfs het prachtige, vijftien jaar niet gespeelde 'Free' uit de hoge hoed. En natuurlijk blijft het gaspedaal ook niet geheel onaangeroerd, met de old school crossover van 'Ignorance', 'Death Squad' en de onvermijdelijke uitsmijter, 'Surf Nicaragua', het officieuze lijflied van Dynamo.
Dit jaar wordt Fortarock voor het eerst afgesloten met een heuse headliner op het buitenpodium, Arch Enemy, maar voor een groot deel van het publiek zijn blackmetalbazen Immortal [foto boven] toch de echte hoofdact. Met een enorme batterij al dan niet decoratieve versterkers, vuurwerk, volume en de bekende over the top presentatie geeft het Noorse trio het publiek waar het voor komt: maximum rock-'n-roll. Technisch gezien laat vooral frontman Abbath wel de nodige steekjes vallen (het veel te hard afgestelde, cleane gitaargeluid is echt storend) en voor wie met zijn armen over elkaar staat te luisteren, is het 'Fuck it! Venom!'-gehalte misschien wat al te hoog. Immortal is live echter geen band om bij te baardplukken, maar om bij te headbangen. Drummer Horgh leidt de janboel bovendien in goede banen, reden genoeg dus om er een feestje van te maken. Er zijn enkele opvallende keuzes in de setlist (niet het klassieke 'Withstand the Fall of Time', wel de oude culthit 'The Call of the Wintermoon'), maar verder bestaat deze gewoon vooral uit materiaal van de laatste twee platen. De razende afsluiter 'One by One' wordt passend besloten met een belachelijk harde ontploffing op de allerlaatste noot. Dat de hele tent vervolgens naar klappertjespistool stinkt, is Immortal ten voeten uit. (TG)
Immortal zou een waardige afsluiter van een geslaagde editie van Fortarock zijn geweest, maar Arch Enemy [bovenste foto] mag ook nog aantreden. Objectief gezien is er weinig mis met de melodieuze death metal van de Zweden en hun Duitse gruntster. De band kan spelen, de nummers zitten goed in elkaar en de gebroeders Amott gooien er de ene na de andere melodieuze solo van hoge kwaliteit uit. Alleen is het allemaal zo verschrikkelijk voorspelbaar en voor de hand liggend, zeker na het juist van spannende paradoxen aan elkaar hangende Immortal. De publieksreactie is dan ook mat te noemen. Na een hele dag metal, als de alcohol en de vermoeidheid beginnen toe te slaan, heb je meer nodig dan Arch Enemy te bieden heeft om nog een keer uit je dak te gaan. (MtH)
De derde aflevering van het mede door gebrek aan concurrentie snel 'groot' geworden Fortarock, betekent vooral een consolidatie als hét zomermetalfestival van Nederland, met als grote pluspunten de gezellige kleinschaligheid, de mooie locatie en vooral het gevarieerde én niet overlappende aanbod. Voorspelbaarheid ligt echter op de loer: de line-up valt qua vertegenwoordiging van subgenres en type bands bijna een-op-een te vergelijken met die van vorig jaar, en ook lijkt de gemiddelde leeftijd van de bezoekers wat aan de hoge kant. Als de organisatie de uitgesproken ambitie om uit te groeien tot een festival met tien- à vijftienduizend toeschouwers wil waarmaken, is het wel zaak om volgend jaar flink door te pakken. Maar met drie zeer geslaagde edities op zak zijn de vooruitzichten zonder meer gunstig. (TG)
http://www.kindamuzik.net/live/fortarock/fortarock-2011/21812/
Meer Fortarock op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/fortarock
Deel dit artikel: