Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Twee klassiek geschoolde cellisten die in een rechtstreeks duel klanken uit hun instrumenten halen die in academische kringen op gefrons zouden worden onthaald. Ziedaar Wiget/Lenski, een Zwitsers-Belgische tandem die een behoorlijk knap stukje brengt. De eerste klank is meteen dissonant, en nog voor iemand het obligate 'ze zijn aan het stemmen'-grapje kan uitspreken, trekt het duo van leer. Hun instrumenten klinken afwisselend percussief en melodieus - als je daar al van kunt spreken - en de rollen worden voortdurend omgedraaid. Bijtende hoge tonen, overstuurde hoekige ritmes, af en toe omkaderd door elektronische accenten. Geen muziek die zich makkelijk laat negeren, en een aanrader als u nog nooit een cello met distortion hebt gehoord.
Onder het motto 'er een stevige Jap op geven' is het vervolgens aan Boris [foto boven], het driekoppige Japanse serpent dat met iedere nieuwe plaat zijn huid afwerpt en meteen een andere richting uitkrioelt, op nog maar eens een journey into sound.
Het laatste album dat het levenslicht zag, Pink, is officieel nog niet uit in België, maar vanavond wél al te beluisteren in de AB Foyer. Zij die er vroeg bij zijn, krijgen een bom van een plaat te horen. Voorzichtig te catalogeren onder 'psychedelische stonerrock', maar in essentie vintage Boris. Een luttel half uur later komt de band zelf het hele zootje aan het publiek voorstellen.
Als openingsstatement krijgen we een slepende groove voor de kiezen, waarover de Les Paul van gitariste Wata spaarzame maar langgerekte noten druppelt. Fans van de Melvins zijn meteen gunstig gestemd. Lijkt het openingsnummer nog recht van Feedbacker te komen, wat erop volgt ademt de typische Mötorhead-geest uit van de nieuwe plaat. Het tempo gaat als een raket de hoogte in, van spaarzaamheid geen sprake: de riffs worden luid en vlijmscherp afgevuurd, en drummer Atsuo - door zijn aderen stroomt kerosine, daar zijn we van overtuigd - vindt tussen het "yeah!" en "whoo!" roepen nog tijd om op niet mis te verstane wijze op zijn vellen in te beuken.
Niettemin mist het geheel wat overtuiging: onze haren worden dan wel steil achterover geblazen, wijzelf vooralsnog niet. Zo komt het allerlaatste nummer van Pink - een trein van tien minuten splijtende drums, pure energie en tonnen feedback - live niet volledig uit de verf. Afsluiter 'Parting' liegt er evenwel niet om: in Japan kan men uiterst relevant lawaai maken.
Enter Stephen O'Malley, Greg Anderson en kornuiten, ofte Sunn O))). Sinds Flight of the Behemoth uit 2002 is de ster van het absurd luide experimentele drone-collectief bij ieder album gerezen. Dat verleent de band het dubieuze genoegen de iPods van zowel muziekcritici als indie hipperds te vullen. Niet geheel verwonderlijk dus dat het raspaard van de Southern Lord-stal vanavond de hoofdstek mag innemen.
Hoewel de groep ettelijke malen per jaar België aandoet, is het optreden van vanavond een unicum: de laaggestemde gitaren zijn voor de gelegenheid ingewisseld voor Moogsynthesizers, een eerbetoon aan de in augustus overleden uitvinder, Robert Moog. Of de man met zijn levenswerk dít voor ogen had, is zeer twijfelachtig: dikke lagen drones ontrollen zich als een ondoordringbaar geluidstapijt in de zaal, onmerkbaar traag maar zeker. De klokslagen die klonken bij het opkomen van de band beloofden al weinig goeds: ook zonder gitaren doet Sunn O))) de hel akelig dichtbij lijken.
Terwijl op de achtergrond de discipelen hun infernale verafgoding verderzetten, verschijnt een figuur ten tonele. Ook hij is gehuld in een pij, uiteraard, het gezicht volledig bedekt. Traag schrijdt hij naar voren, richting microfoon, met onder zijn arm een duivels werktuig, sterk gelijkend op een Apple laptop - zou dit Julian Cope kunnen zijn? Met krachtige stem begint deze opperpriester zijn rede op te dreunen. Odin wordt aangeroepen, en de profeten, sommige stukken worden tot mantra's herleid. Ondertussen worden de drones ritmischer, terwijl aan de rand van het podium de drummer van Boris - hij weer - draaiende bewegingen uitvoert op een gong, een relikwie van Boris' optreden. De dreiging is nu voelbaar bij iedere ziel in de zaal.
De drones beginnen om de overmacht te strijden met het ritme, en ze winnen. Soms ontsnapt een hogere noot als een gil aan een van de Moogs, het teken voor Atsuo om loos te gaan op de gong. Hij neemt ook af en toe de microfoon over van de opperpriester, en bezingt met extatisch gekrijs de godheid. Die godheid luistert niet, net zoals het merendeel van de aanwezigen, die de greep op hun kelen geleidelijk aan voelen verslappen. Niets dat Atsuo kan deren: nog steeds in extase laat hij zich door het publiek op handen dragen - crowdsurfen noemt men dat, in aardser sferen. Het publiek kan evenwel maar één ding denken: anderhalf uur Sunn O))) is minstens een half uur te lang.
Zo gaat het nog een tijdje door. De Moogs doen hun monotone ding, de gong wordt hier en daar beroerd, maar zelden of nooit wordt de zaal gegrepen. Met het einde neemt echter ook de spanning toe, waardoor het lijkt alsof zelfs de discipelen niet meer de controle hebben over de muziek. Schijn bedriegt natuurlijk: ze stuwen de geluidsgolven omhoog, in een steile klim, tot boven de hoofden van de aanwezigen. Toch een sterke finale dus, bezwerend tot de laatste noot, maar - bij Odin! - mag het de volgende keer alsjeblief iets korter?
http://www.kindamuzik.net/live/domino/sunn-o-boris-wiget-lenski-domino-2006/12510/
Meer Domino op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/domino
Deel dit artikel: