Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Als je met het openbaar vervoer naar de Botanique wil komen, moet je afstappen in het station van Brussel-Noord. Dat station is een treffend symbool voor de grootstad. De ene uitgang leidt je naar moderne hoogbouw, waar vanaf het moment dat het duister invalt een doodse stilte heerst aangezien alle forenzen samen met het laatste licht vertrekken. De andere uitgang leidt je naar de grauwe Brusselse achterbuurten, waar de pooiers, drugdealers en asielzoekers naar boven komen wanneer de duisternis valt. Het is dit deel van de grootstad waar grime de soundtrack bij is. Vanavond valt de regen dan nog eens met bakken uit de lucht én scheuren politie-auto’s ondergetekende met loeiende sirenes voorbij. Grimmiger kan het niet worden – of ik zou overvallen moeten worden. Maar dat houden we voor de volgende keer.
Ironisch genoeg is het publiek in de goedgevulde Orangerie van de Botanique voornamelijk bevolkt door hippe twintigers, die je eerder in het nette deel van Brussel verwacht tegen te komen. Het is net alsof iedereen lijkt te wachten op het moment waarop iemand keihard ‘It’s Showtime!’ roept. En dan liefst nog op dezelfde manier waarop iemand een jolige revue uit de jaren vijftig met meisjes die de French Cancan dansen zou aankondigen. Maar dat gebeurt niet. Dizzee Rascal kwam integendeel volledig gehuld in het duister naar voor. De eerste zin van ‘Sittin’ Here’ (“I’m just sitting here, I ain’t saying much I just think.”) zei wat er gebeurde. Veel show was er niet te bespeuren: een hoofd-MC, een bijzit en een dj die niets anders deed dan plaatje opleggen, plaatje laten spelen en plaatje terugleggen. Maar show was bijzaak vanavond. Dizzee Rascal viel terug op de naakte essentie van hiphop: rappen.
Dizzee Rascal was in verstaanbaarder doen dan op zijn korte passages langs de zomerfestivals en zijn boodschap was duidelijk. “I show arrogance and elegance / But no tolerance for nonsense”, ging het in ‘Respect Me’; “Feel free to hate, ‘cause I ain't trying to be your mate” in ‘Fix Up, Look Sharp’. Zelfs na een dik uur lettergrepen rappen tegen 200 kilometer per uur klonk de man uit Oost-London nog haarscherp. Dizzee Rascal spuwde gedreven zijn woordenstroom uit op harde tracks als zijn trademark-song ‘Jus’ a Rascal’, ‘Stop Dat’ of zijn doorbraak ‘I Luv You’. Met een glimlach plaagde Dizzee Rascal zijn publiek door op de instrumental van Kelis’ ‘Millionaire’ te rappen of door die van ‘Lean Back’ in ‘Stand Up Tall’ binnen te smokkelen en daar ter plekke een moordsong van te maken. Maar Dizzee was op zijn allerbest wanneer hij zich bloot gaf in licht melancholische songs als ‘Jezebel’ of ‘Get By’. Dan besefte je dat Dizzee nog steeds maar negentien is en nóg kan groeien. Het is bijna niet te geloven.
Dizzee Rascal was geweldig zonder show te geven en liet meer dan ooit uitschijnen dat hij verantwoordelijk zal zijn voor de vorm die hiphop in de 21e eeuw zal aannemen. We zijn benieuwd.
foto’s augustus 2004: Isabel Pousset
http://www.kindamuzik.net/live/dizzee-rascal/dizzee-rascal/7915/
Meer Dizzee Rascal op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/dizzee-rascal
Deel dit artikel: