Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De dag begint goed met een showcase van het label Misra in de Red Eyed Fly. Dr. Dog klinkt op de plaat psychedelischer en Beatlesquer dan op het podium. De band swingt losjes in countryrock à la Neil Young met prima samenzang en ingehouden gekte. Niet onmisbaar, wel lekker.
Great Lake Swimmers speelt dezelfde set als ze de dag ervoor deden in Maggie Mae’s en weten opnieuw het publiek het zwijgen op te leggen met hun verstilde prachtliedjes. “Hello good friends, we will try our very best,” zegt Will Johnson van Centro-Matic [foto rechts] voor hij begint aan een optreden waarin de nieuwe nummers langskomen van Fort Recovery. Het is een thuiswedstrijd en Centro-Matic kan alleen maar winnen, ook al is Johnson niet zo goed bij stem. Dat laatste komt de intensiteit zelfs ten goede. Onder het publiek goedkeurende blikken van leden van The Drams en Big Star. Emotioneel hoogtepunt is een huwelijksaanzoek van een paartje dat het podium op wordt gehesen door Johnson.
De presentatie van het label Red Panda vindt plaats op de hoogste verdieping van het Capitol Place Hotel en dat heeft zijn prettige kanten. Even geen rock-'n-roll, even geen bierlucht, tatoeages of piercings. Hier hangt de beschaafde sfeer die je van een goed hotel verwacht.
Er zijn stoeltjes neergezet en het uitzicht over Austin is prachtig. Ook de muziek is beschaafd en past uitstekend in deze omgeving. Mascott is de band van Kendall Jane Mead. Muzikanten spelen naast bas, gitaar en drums ook fiddle en keyboards. Mascott brengt mooie luisterliedjes en goed verzorgde pop. Het klinkt soms erg netjes, maar wel erg goed. Kendall Jane heeft een prachtige stem en haar muzikanten zijn ijzersterk. Haar optreden is in alle opzichten een prettig intermezzo.
Op het hoekige podium van The Drink speelt Andy Pratt, een bijna vergeten songwriter uit de jaren zeventig die een klein hitje had met 'Avenging Annie'. Dat nummer speelt hij op piano en het klinkt eigenlijk nog precies zoals toen. Pratt ziet er uit als een kruising van Daniel Johnston en Albert Einstein. Twee grijze plukken haar aan beide kanten van zijn hoofd en een brilletje maken van deze onrustige grapjesmaker nu niet bepaald een popster. Ondanks zijn leeftijd lijkt hij weinig ervaring met optreden te hebben. Terwijl de barmuziek nog hard aan staat, begint hij een korte set met een nummer op gitaar, waarna hij overgaat tot het pianowerk. Het is allemaal erg rommelig en het wordt niet beter als het pratende publiek binnenstroomt voor Susanna Hoffs en Matt Sweet, die samen een performance geven.
Al ziet Annie Hayden er piepjong uit, ze is al jaren actief in de muziek. In de jaren negentig speelde ze in de band Spent en ze bracht, na een periode van vier jaar, twee soloplaten uit. Vooral van haar laatste prachtige cd The Enemy of Love laat ze vanavond in Antone’s veel horen. Ze heeft een steengoede band bij zich en de songs worden aanzienlijk steviger uitgevoerd dan op haar albums. Halverwege het optreden schakelt Annie Hayden over op een jazzy, bijna Sea and Cake-achtig geluid. Nummers als ‘Your Carnival’ en ‘Weather’ krijgen hierdoor een extra lading. Hayden toert niet zo veel en wij prijzen ons gelukkig dat we haar hier hebben kunnen zien.
Essex Green blijkt, misschien een beetje onverwacht, een fantastische live-act te zijn. De band heeft duidelijk podiumervaring en de leden van Essex Green zijn feilloos op elkaar ingespeeld. Het optreden staat in het teken van het nieuwe album Cannibal Sea. Toppers uit het eerdere werk als ‘The Late Great Cassiopia’ worden niet overgeslagen. In de afgelopen jaren zijn de vocalen meer en meer overgenomen door Chris Ziter, ten koste van Sasha Bell die steeds meer naar de achtergrond verdwijnt. Wat ons betreft geen goede ontwikkeling, maar vanavond is Sasha nog volop te horen vanachter haar keyboard.
In Habana Calle 6 Patio is het goed toeven bij de kalmerende klanken van eenmansbandje Bedroom Walls. Aanvankelijk lijkt het alsof de jongeman op zijn stoel bezig is om zijn gitaar te stemmen en het snoer uit de knoop te halen, maar hij is echter hard aan het werk om het weinige publiek in trance te brengen en dat lukt hem aardig. Wie meer behoefte heeft aan simpele popliedjes, wipt zo naar buiten waar de showcase van Magic Marker begint met het weinig bijzondere rockbandje The Galactic Heroes uit Portland.
Een echte Texaanse sfeer hangt er bij het optreden van Lloyd Maines en countryzangeres Terri Hendrix in Pecan St. Ale House, dat alleen via een donker steegje is te betreden. "Mean people suck, they're not in my clique," zingt de mooie Hendrix, terwijl het knappe gitaarspel van Maines en het gejoel van het bomvolle zaaltje in perfecte harmonie weerklinken. Jammer dat het countryduo niet wat gemener uit de hoek komt.
Jose Gonzalez [foto hierboven] heeft de pech dat hij zijn akoestische Nick Drake-achtige songs moet vertolken in Eternal, een nachtclub die ongeschikt is voor drukbezochte concerten. “Kunnen de mensen aan de bar hun kop houden,” schreeuwt iemand in wanhoop naar achteren. De fijngevoelige songschrijver uit Zweden tokkelt gestaag verder, gezeten op een kruk wat hem onzichtbaar maakt voor de mensen achter de eerste drie rijen. Een optreden dat sterft in schoonheid en gelal.
Meer brave borsten zien we bij het vleesparadijs Stubb’s waar special guest Rosanne Cash en Lyle Lovett samen 'I Got Stripes' van de grote Cash zingen. Nadien geeft Lovett nog een performance met zijn eigen band. Het zijn mooie maar tergend langzaam uitgevoerde liedjes die de countryzanger en parttime filmster brengt. Rond dit tijdstip en op een plaats als deze kan je wel iets meer hete chilisaus op je broodje braadworst gebruiken.
Van Emo’s mag je luide en ranzige muziek verwachten. We worden op onze wenken bediend door het Canadese Priestess dat het dikke boek van de hardrockclichés van kaft tot kaft heeft verslonden. Beavis en Butthead zouden het kicken vinden. Wij zijn meer gecharmeerd van The Datsuns [foto rechts] dat ook alle rockclichés kent, maar er een interessantere draai aan weet te geven. Bovendien steken de songs van de Nieuw Zeelanders knapper en bondiger in elkaar. In een dik half uur gooien The Datsuns al hun energie eruit en dat weet men in Emo’s wel te waarderen.
Het is middennacht als de Meat Purveyors hun optreden beginnen in Copa. Voor we het in de gaten hebben, is het zaaltje gevuld met feestende mensen. De groep vuurt haar versie van bluegrass on speed op ons af en dan is er geen houden meer aan. Dit is in één woord feest. Het recept is simpel: staande bas, gitaar, mandoline en de fantastische stem van Jo Walston. Niet alleen de muziek, maar ook de teksten worden met veel enthousiasme door het publiek ontvangen. Teksten als “When I’m not drinking, I’m thinking about drinking” en “Gimme a ride to the liquor store” gaan er wel in. De nummers ‘S.O.S’ van Abba, ‘Hey Little Sister’ en ‘I’m Gonna Die in a Car Crash’ stoken het vuurtje flink op. Na drie kwartier staan we weer buiten op Congress Avenue, ademloos en zeer onder de indruk.
Camera Obscura is het perfecte substituut voor wie Belle & Sebastian heeft gemist. Lieflijke, Schotse indiepop met een naïef randje. Eerlijk zou je de songs van zangeres Tracyann Campbell kunnen noemen. Dat ze er een beetje vals bij zingt, is geen groot probleem.
Wiens zang klinkt als een klok, hoeveel tequila en bier hij ook achterover slaat, is Robert Pollard [foto links], de voormalige frontman van Guided By Voices die als slotact van de laatste dag één van de absolute headliners van het festival is. In een moordend tempo jaagt hij de ene na de andere nieuwe song de zaal in. Een stel jonge honden omgeeft de charismatische drinkebroer. Er is niet één Guided By Voicesklassieker nodig om de zaal wild enthousiast te maken. Wat smaken de Lone Stars goed bij deze formidabele show.
http://www.kindamuzik.net/live/diverse-artiesten/sxsw-2006-dag-4/12362/
Meer Diverse Artiesten op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/diverse-artiesten
Deel dit artikel: