Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Veertienhonderd acts in het reguliere programma, waaronder Morrissey, Ray Davies en Neil Young en veel nieuw talent, tientallen middagparty’s per dag, tienduizend geregistreerde conventiebezoekers en vierduizend liefhebbers die zich polsbandjes aanschaffen. De twintigste editie van South By South West is weer groter dan de jaren ervoor. Deel één van het verslag van KindaMuzik van vier dagen muziek, drank en schermutselingen in de marge.
Lag vorig jaar het zwaartepunt op de drukke zaterdagavond, inmiddels lijkt het alle dagen zaterdag in de drukke straten van Austin. South By South West (SXSW), dat in 1987 begon als een muziekfeestje voor zevenhonderd mensen, is uit zijn krachten gegroeid. Voor de meeste clubs staan lange rijen mensen te wachten, gelukkig maar dat Amerikanen daarin zo gedisciplineerd zijn. Toch lukt het soms een relatieve rustige club te vinden en in gemoedelijke sfeer naar een optreden te kijken en te luisteren.
Op de televisie vertelt een directeur van het festival dat hij de vele middagparty’s als concurrentie van de eigenlijke conventie beschouwt. Veel bands die in het officiële avondprogramma staan, kun je ’s middags vaak al gratis en voor niks zien en dan krijg je daar nog gratis eten en drank bij ook. Sommige party’s zetten zich af tegen SXSW en adverteren met kreten als no wristbands needed tot fuck west by fuck west.
Het programma van de middagen en de avonden is om je vingers bij af te likken. We zijn hier met drie schrijvers en één fotograaf, maar we moeten toch regelmatig keuzes maken. We zien veel bands, maar nog veel meer zien we niet. Niet overal kunnen we naar binnen. Zeker als er geen aparte rij voor de badges (pers) wordt opgesteld, is er vaak geen doorkomen aan. Hier volgt een verslag van vier dagen bekende en minder bekende acts, wankele benen, Texaans bier en prachtig weer.
De eerste party van het festival is een weerzien met bands uit Denton, Texas. De Noord-Texaanse scene komt bijeen in Club de Ville en het Stella Artois vloeit rijkelijk. The Baptist Generals hebben afgezegd, omdat zanger Chris Flemmons ziek is. Robert Gomez [foto boven] speelt een fraai opgebouwde set van dromerige liedjes, die binnenkort verschijnen op een cd waarover Matt Pence van Centro-Matic zich ontfermt.
Record Hop vertegenwoordigt de luide muziek uit Denton. Kinderen van een jaar of drie springen er vrolijk op los. HogPig [foto links], het best bewaarde geheim van Texas, is een geweldige liveband. In een furieuze set komt ook onze favoriet ‘Fuck You Mike Love’ langs. Deze band zou menig festivalweide in Nederland en België plat kunnen spelen.
The Drams is Slobberbone, maar dan zonder de oude bassist en aangevuld met twee nieuwe muzikanten. Ze geven een boeiend optreden, van opener ‘The Shape I’m in’ van The Band tot de ontroerende afsluiter ‘I am the Cosmos’ van Chris Bell en allerlei nieuwe songs daartussen. Wennen is het wel om Brent Best en zijn maten in deze setting te zien spelen. Hun muziek klinkt nu melodieuzer en meer seventies en gitarist Jess Barr scoort minder punten dan vroeger, maar de liedjes winnen er misschien iets bij. Binnenkort op Blue Highways dus door een ieder zelf te checken. Ons afscheid van Dan, eigenaar van Dan’s Silverleaf en vader van alle muzikanten uit Denton, is happy sad.
Die middag is het ook een gezellige boel bij de Ierse pub Mother Egan’s. Dat komt voor een deel door het bier Murphy’s Irish Red dat hier geschonken wordt en door het optreden van Stan Ridgeway. Ridgeway is al vanaf de jaren zeventig actief en is in Nederland bekend van zijn hitje ‘Camouflage’. De Amerikanen zijn Ridgeway’s band Wall of Voodoo niet vergeten en er gaat een gejuich op bij nummers als ‘Mexican Radio’ en ‘Call of the West’, beide klassiekers van Wall of Voodoo. Ook een recentere song als ‘Garage Band ‘69’ en een cover van ‘Ring of Fire’ worden enthousiast ontvangen. Ridgeway’s band rammelt en zelf mist Stan wel eens een noot, maar de passie en de gedrevenheid van de man laten ons niet koud.
Wij herinneren ons nog goed een weinig overtuigend concert van Tres Chicas op Blue Highways. Op de patio van Mother Egan’s voelen Lynn Blakey, Caitlin Cary en Tonya Lamm zich echter prima thuis. De dames verzorgen een uitstekend optreden. Nu valt pas echt op hoe prachtig hun samenzang is. Begeleid door een bassist en drummer brengt het drietal nummers van het nieuwe album Bloom, Red and the Ordinary Girl en van hun debuut Sweetwater.
Countryrockers The Gourds [foto rechts]
staan niet op het officiële festivalprogramma. Dat weerhoudt hen er niet van om in hun woonplaats een show voor vrienden te geven in Mother Egan's. We zijn aangenaam verrast door het volwassen harmoniegeluid van de band dat het publiek in beweging brengt. 'She's About a Mover' van de Texaanse Tornado Doug Sahm en 'Shake the Chandelier' van de nieuwe plaat Heavy Ornamentals worden achter elkaar gespeeld, waardoor we meteen weten waar de invloeden vandaan komen. Ook covers van Bob Wills en de Rolling Stones passeren de revue. Na een lange afwezigheid spelen The Gourds binnenkort gelukkig weer in Nederland. Wie weet krijgen we ook Patty Hurst Shifter nog eens te zien. Deze jonge rammelrockers spelen vol overgave de Beatles-cover 'Hapiness Is a Warm Gun'.
De woensdagavond staat voor een belangrijk deel in het teken van de Matador-presentatie bij Stubb’s. Terwijl de fans van Belle & Sebastian het terrein opkomen om een goed plekje te zoeken mag Jennifer O’Connor, één van de jongste aanwinsten van Matador, als eerste haar ding doen. Haar cd The Color and the Light is prachtig, maar op het enorme festivalterrein van Stubbs komt haar verzorgde pop gewoon niet tot haar recht.
O’Connor heeft een mooie stem en een uitstekende band en toch komen haar liedjes live niet uit de verf. Sympathiek, maar niet meer dan dat. Het publiek reageert lauwtjes.
Datzelfde geldt voor Brightblack Morning Light. De band bracht onder de naam Brightblack een schitterende plaat uit met heerlijk luie pop en een belangrijke rol voor de steelgitaar. De slimmeriken van Matador boden de band een contract aan en later dit jaar komt het tweede album van Brightblack uit. Op basis van het debuut van de band zijn de verwachtingen voor het optreden hooggespannen, maar wat valt het tegen. De overgang tussen de soundcheck en het eigenlijke optreden gaat onopgemerkt voorbij. De band maakt er één lange jam van. Verdwenen zijn de mooie vocalen, verdwenen is die heerlijke steelgitaar. Het optreden biedt te weinig variatie en de nummers lopen zonder dat je het in de gaten hebt in elkaar over. Een flinke tegenvaller. De nummers die ons ter ore komen van het nieuwe album klinken wel weer veelbelovend, dus het is nog te vroeg om Brightblack af te schrijven.
"We zijn de ergste nachtmerrie voor vegetariërs," schreeuwt een dolgedraaide worstenverkoper de lange rij klanten toe. Stubb’s is nu eenmaal net zo veel een barbecuetent als een muziekterrein. Het festivalgevoel is vooral in dit vleesoord te merken. Lange rijen voor de plees en een doordringende bak- en braadlucht lijken niemand te deren, zeker niet als stipt om tien uur supergroep The New Pornographers en de bloedmooie Neko Case optreden. Een unieke combinatie en een buitenkansje die we gezien en gehoord moeten hebben. De prettige popmelodieën klinken beter dan ooit door het sublieme geluid. De sfeer is goed: er wordt veel gedronken en vooraan gaan ballonnen door de lucht. Hoewel Case smeekt om langer te mogen spelen, blijft het bij een veel te korte festivalset van veertig
minuten. Er is nauwelijks een doorkomen aan bij Stubbs. Wie niet in de rij staat voor het bier of een plastic plee, probeert een glimp van het podium op te vangen.
Buiten neemt de rij voor de volgende act, het populaire Belle & Sebastian, flink toe. Zanger Stuart Murdoch komt strak in het pak op en draagt een hoge hoed, maar al snel merkt hij dat de Texaanse nachten erg heet zijn. Binnen de kortste keren staat hij in zijn witte shirt het Amerikaanse publiek toe te zingen. Afgezien van een paar schreeuwende fans in de voorste rijen wordt er maar lauwtjes gereageerd op de ongewoon vrolijke songs van het Schotse gezelschap. Murdoch en de zijnen spelen geweldig, of het nu disco of folk is. Na de prachtige afsluiter ‘Judy and the Dream of Horses’ en eerste enthousiaste gejoel zou je een toegift verwachten, maar daar komt het jammer genoeg niet van.
De Copa is een kleine club die voor veel bezoekers van SXSW net iets te ver weg ligt, dus daar kunnen we redelijk rustig van optredens genieten. De fans van de artiesten die er optreden weten de Copa natuurlijk wel te vinden. Vanavond speelt Julie Doiron er. Doiron heeft zich in de loop der jaren opgewerkt tot de koningin van de verstilde liedjes. Wij maakten ooit een optreden van haar mee in het Patronaat waar ze bijna in huilen uitbarstte omdat het publiek maar bleef praten. Vanavond is ze volledig op haar gemak tussen vrienden, landgenoten en fans. Het is dan ook muisstil tijdens haar optreden. Doiron opent met ‘Innocent When You Dream’ van Tom Waits en vervolgt haar optreden met pareltjes van eigen hand als ‘Snow Falls in December’ en ‘Au Contraire’. Doiron, qua uiterlijk een mix van France Gall en onze eigen Fay Lovsky, toont zich zelfverzekerd en maakt zelfs tijd vrij voor verzoekjes uit het publiek. De intensiteit spat er werkelijk vanaf en dat maakt het optreden van Doiron tot een hoogtepunt van de dag.
Dezelfde avond zien we nu-soulzangeres Stephanie McKay en Willy Mason [foto links] in een stampend vol Antone’s, een grote club in het westen van downtown Austin. McKay heeft een superprofessionele band achter zich en brengt zelf een portie charisma en bezieling op het podium waar we u tegen zeggen. Zij gaat een grote ster worden. Mason heeft anderhalve plaat met rammelende folkpop uitgebracht, maar geldt toch als een belofte. Hij laat zien alweer veel verder te zijn dan hoe hij op die platen klinkt. Begeleid door een jonge dame op viool, toont Mason zich ineens een toonvaste zanger. Na een half uurtje haalt hij wat vrienden het podium op en speelt hij een elektrisch nummer. Net als Dylan heeft Mason twee kanten en gezichten. Wie weet hoe ver hij het nog zal schoppen.
Terug in Club de Ville zien we The Time Flys, een zooitje glamrockers uit New York. Ze doen het trucje van de New York Dolls nog eens over, maar met zoveel bravoure en energie dat we de plens water die de zanger in ons gezicht gooit graag voor lief nemen.
http://www.kindamuzik.net/live/diverse-artiesten/sxsw-2006-dag-1/12359/
Meer Diverse Artiesten op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/diverse-artiesten
Deel dit artikel: