Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Verjaardagen bieden altijd een goed excuus om mensen uit te nodigen. Om tien jaar I Love Techno te vieren, nodigde ik dan ook twee Tsjechen, een Canadees en twee Duitse en Franse deernes uit om te zien hoe zij hun vuurdoop op de jaarlijkse techno-kermis ervaren. Na een omzwerving naar Gents recreatiegebied om de wagen te parkeren, een dolle stormloop om een plekje in de bus naar het terrein te bemachtigen en een zeer vlotte entree, was mijn internationaal gezelschap zeer hongerig om er direct in te vliegen. Sorry Magda, maar dan weet je dat je bij Derrick May moet zijn.
Je weet dat je op het grootste indoor techno-festival van Europa bent als je om 22.45 als ‘opwarmer’ naar een van de drie Detroit-pioniers kan gaan kijken. May wordt blijkbaar beter met de jaren, want de man schudde ouderwets de ene vergeten parel na de andere uit zijn mouwen, wat tot veel ‘ooh’s’ en ‘aah’s’ leidde bij de Tsjechische detroit-fanaten. Die laatsten geraakten ook maar niet uitgepraat over de 7 grote lasers vooraan in de Green Room. “Zo fantastisch! Het lijkt wel alsof tien aliens je tegelijkertijd mee willen voeren naar Mars.” En zo klonk Derrick May ook een beetje.
Daarna was er de live-show van Fixmer en zijn lallende maatje McCarthy, die soms gevaarlijk met zijn wodka-fles stond te zwaaien. De elektro-ritmes konden ons niet echt bekoren, net zoals de hitjes-show van Tiga. Beide acts hebben goede deuntjes in huis, maar het verschil in bpm met Derrick May was iets te groot om echt te kunnen genieten. En zo kwam het dat we bij een andere levende legende terechtkwamen: Richie Hawtin
Hawtin is God in België onder de techno-puristen en het was dan ook drummen vooraan in de Blue Room. De enige keer trouwens dat dat het geval was, want bij Hawtin’s geestesgenoten Troy Pierce, Magda en Matthew Dear was de zaal maar karig gevuld. Minimal is aan het groeien, maar kan nog geen tienduizend mensen in een zaal bij elkaar brengen. Hoewel bekende concurrentie van Miss Kittin, Sven Väth, Underworld en Tiga natuurlijk niet echt gemakkelijk is voor zulke opkomende namen. Maar daar had Richie Hawtin dus geen last van. Hawtin ging niet op een zweverige Villalobos-trip loos, maar draaide redelijk stevig door, onder luid gejoel van het publiek dat ieder bliepje, krakje en zuchtje van de meester met open armen verwelkomde. Het geluid in de Blue Room was trouwens kristalhelder. “Dit is zulke vreemde muziek,” aldus de Canadees, die zijn eerste techno-party ooit beleefde. “Je kan hier eigenlijk niet op dansen, maar alleen maar heen en weer schuifelen over de grond.” Wat hij dan ook grondig deed.
Ondertussen hijgde de Française uit van een weergaloze Dave Clarke, die de ene classic na de andere in de mix gooide en het laatste halfuur als een stormram op de Green Room beukte. Uitzinnige taferelen in de Green Room en een uitgelezen visitekaartje van de host van de Green Room. Klasse.
Pas bij ‘Knights of the Jaguar’ van DJ Rolando, een van de laatste platen van Sven Väth, belandden we voor het eerst in de Red Room. De Cocoon-zaal stond daar benieuwd te wachten op Nathan Fake. Cocoon-baas Sven Väth is een grote fan van het grootste hedendaagse talent van de moderne elektronische muziek en wie kan hem ongelijk geven? Want Nathan Fake was pure magie. Hij startte met het nu al klassieke ‘Dinamo’, om daarna geleidelijk aan het tempo omlaag te schroeven en later weer te versnellen. Neem Boards of Canada soundscapes, vroege Orbital, melancholische minimal, schud het allemaal door elkaar en je krijgt neotrance. Nathan Fake was de beste natuurlijke drug van de avond en meer dan dat. Wij kwijlden bij iedere nieuwe song en bevonden ons een uur op een andere planeet.
De batterijen waren weer opgeladen en zo waren we perfect in orde voor misschien wel hét hoogtepunt van I Love Techno: Robert Hood. Old-school minimal techno uit de Detroit-school, aangelengd met een massa platen van de man zelf, vergeten classics (‘Drome’ van Joey Beltram!) en een spaarzame scratchsessie hier en daar. Sublieme ‘koude techno’, zoals de mc Hood aankondigde.
Conclusie? Een ideaal verjaardagsfeest voor tien jaar I Love Techno, met de oudjes die toonden waaraan ze hun status ontleenden, jonge honden die hun klasse etaleerden en een hongerig publiek dat (ook volgens de buitenlanders) voor een opzwepende sfeer zorgde. Of zoals de Duitser het formuleerde: “Ganz töll!”
http://www.kindamuzik.net/live/diverse-artiesten/i-love-techno/11234/
Meer Diverse Artiesten op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/diverse-artiesten
Deel dit artikel: