Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Canada staat al een tijd fiks in de spotlichten. Na de doem die vanuit de Constellationburelen via Godspeed You! Black Emperor en consorten over de wereld uitgestort wordt, claimt Arcade Fire de gepassioneerde kroon en sindsdien gaat het crescendo met het Land van de Duizend Meren. Zo staat in Utrecht in de vorm van Le Guess Who? binnenkort zelfs een heus tweedaags Canadafestival op de Tivoliplanken.
Canadees Patrick Watson (foto onder) levert eerder dit jaar Close to Paradise af. Het is een dromerig en verrassend gevarieerd indierockalbum dat vervaarlijk dicht langs Coldplayregionen schuurt, maar in Watsons aparte stemgeluid een eigenheid vindt. Een stel stembanden waarmee je overigens makkelijk een haat-liefdeverhouding kunt hebben; net als bij Antony Hegarty of Jeff Buckley. Aanstellerig gejank voor de één, centimetershoog kippenvel voor de ander.
De MAX XL staat propvol wanneer de guitige Watson en zijn band beginnen. Een uur lang hangen meer dan duizend mensen aan zijn lippen; gejuich klinkt alsof Watson de hoofdact is. Waarom is niet helemaal duidelijk. Watsons ritmesectie werkt met kekke ritmische kwinkslagen, hijzelf leidt zijn stem van hees laag naar ijl hoog, maar de meeste tijd vervallen de rijke arrangementen tot bombastische barok en verwordt eigenzinnigheid tot navelstaren.
Patrick Watson kán het publiek aan beide kanten van de scheidslijn tussen de Keanes en Coldplays van deze wereld enerzijds en de Antony's en Jeffs anderzijds moeiteloos bedienen. Om echter echt door te kunnen stoten naar megasuccessen én emotionele impact lijkt het devies less is more van toepassing op de wat te frivool met vele winden meewaaiende Watson. Onder alle opsmuk gaat namelijk een klasbaksingersongwriter schuil.
Vier mannen, ijzersterke indierock en weer heel aparte stemmen; Cold War Kids (foto boven) zijn Noord-Amerika's nieuwe lichting Deel II. Opvallend genoeg treden zij aan voor een veel minder gevulde zaal; direct na Watson hebben de garderobemedewerkers al werk zat. De vertrekkers missen een concert van wat wellicht wel dé nieuwe indieband van het jaar is.
100 Years of Solitude yet only 12 Years Old staat op de backdrop. Tekstueel is Cold War Kids inderdaad geen band van lieftallige verhalen over bloempjes en bijtjes. Nathan Willett en de zijnen wagen zich aan thema's als alcoholisme en vergeving van grote zonden. De energieke groep verpakt deze lading in precisieprojectielen die raakvlakken vertonen met Dylan, The Shins en Springsteen. Maar ze kunnen ook krassen als The Velvet Underground, bluesrocken als The White Stripes en de passie uit de tenen halen zoals gekend van Arcade Fire.
Cold War Kids is net zo min als Watson vast te pinnen op één stijl. Dit allegaartje beklijft echter wel over de volledige lengte. Langs rafels, losse eindjes en verbijsterende fragiliteit presenteert Cold War Kids een welluidende aubade aan het eclectisme. Daarbij voert het kwartet minimalisme en vooral pure passie hoog in het vaandel.
Shows als deze verlichten het wachten op de nieuwe plaat en doen vermoeden dat Cold War Kids bij wederkeer stukken, stukken groter zal zijn. De blijvers in de Melkweg hebben dan ook een blijvertje van formaat gezien.
http://www.kindamuzik.net/live/cold-war-kids/cold-war-kids-patrick-watson/16183/
Meer Cold War Kids op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/cold-war-kids
Deel dit artikel: