Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Afzeggende headliners en regenachtige weersvoorspellingen ten spijt: de eerste editie van het Best Kept Secret Festival was uitverkocht. De locatie was idyllisch (aan een meer gelegen, daarachter een bos, zwanen in het water), de line-up was ondanks de afzeggers sterk. KindaMuzik doet verslag in drie delen. Deel 3: zondag.
De eerste twee dagen waren bewolkt, met hier en daar een kleine bui. Op zondag barst de hemel een paar keer echt open. Even vóór Local Natives bijvoorbeeld: mensen schuilen onder de afdakjes bij de drankstandjes, volwassen mannen delen een poncho. Anderen lijkt het minder te deren: net buiten de tent bij Black Lips dansen meisjes vrolijk in de plassen als 'Bad Kids' wordt ingezet. Als Local Natives begint, breekt voor het eerst tijdens het festival de zon door. Het is het mooiste moment in het aardige maar weinig beklijvende indierockoptreden van de heren. Veel geluk hebben ze niet, als het niet lang na daarna wederom losbarst. Met het weer komt het die zondag niet meer goed. Stage Four is veranderd in een modderpoel. Enkele mannen in hemd worstelen in een plas. Als twee meisjes met ze op de foto willen krijgen ze een modderige knuffel.
Dagopener Temples [Foto hierboven] is een van de vele bands op dit festival die gretig uit de jaren zestig citeert. De band heeft zijn geluid tot in de puntjes uitgewerkt: lange psychedelische rockjams voorzien van dikke gitaarlagen en aangevuld met een orgeltje. De zanger zingt zelfs met een jarenzestigstem (zoals Jacco Gardner dat ook doet) en de hele band heeft kapsels die je gelijk in Woodstocksferen brengen. Het is jammer dat de drums zo eentonig en vlak klinken, want hoewel het vaak fijn wegzweven is, mist het optreden wat drive.
In de aanloop naar dit festival kreeg Autre Ne Veut [Foto hierboven] redelijk wat media-aandacht, maar onder het publiek is de hype nog niet echt neergedaald. De tent is redelijk gevuld, maar naar de normen van dit festival is het rustig. Zanger Arthur Ashin is een onsympathieke performer die ook op het podium vooral met zijn eigen leed bezig is. Hij schmiert als een geboren aansteller. Zijn muziek blijft prima: de beats zijn rauw, chaotisch, vol en eigentijds. De achtergrondzangeres die hij heeft meegenomen heeft een prachtige stem, en als zij de wat hees klinkende Ashin bijstaat krijgen de nummers meer kracht. Maar hoe goed de muziek soms ook is: er blijft een afstand tussen Autre Ne Veut en het publiek.
Everything Everything [Foto hierboven] zorgt voor een opzwepend optreden op Stage Two: hun met keyboards doorspekte indierock vindt gretig aftrek bij het publiek. Ze hebben wat onstuimigs – door de felle ritmes – maar klinken niet ongecontroleerd, terwijl de muziek een duidelijke eigen identiteit krijgt door de falset van zanger Jonathan Higgs. Het is een van de vele voorbeelden op Best Kept Secret die toegankelijkheid met eigenzinnigheid combineert. Want wat zo halverwege de zondag wel kan worden opgemerkt: het niveau van de bands is ongekend hoog. Dit is geen festival waar een headliner voor de mindere optredens van de dag moet compenseren; vrijwel alle kleine en middelgrote namen (die doorgaans op een groter podium spelen dan ze gewend zijn) overtuigen net zo. Dat is te danken aan het aandachtige en respectvolle publiek, maar zeker ook aan de programmeurs, die de bands eerder op hun livereputatie dan op hun studiomateriaal lijken te hebben geboekt.
Wat ook bijdraagt aan de goede sfeer deze drie dagen, zijn de eettentjes. Nergens hoef je lang te wachten en zonder uitzondering smaakt het goed. Het is hoogstens soms wat prijzig (met name het ontbijt). Hoogtepunt is de kraam van Sticky Fingers waar je biologische Kapsalon kan eten, met een gastvrouw die een act op zich is. Met Rotterdams accent en megafoon aan de mond, zet zij mensen op een sympathiek plagerige manier in het middelpunt van aandacht. Bijvoorbeeld: "Nou Dames en Heren, deze meneer is hier al voor die vierde keer dit weekend. Zonder salade weer zeker?" Of: "Mensen, we hebben er weer één die niet weet wat een kapsalon is. Wil je een kleine of een grote? Je weet zelf wel wat het antwoord is."
De propvolle Stage Three heeft op zondag met Traumahelikopter en No Age al veel crowdsurfers gezien, en dat houdt niet op bij de Noorse producer Cashmere Cat. Verschuild achter zijn lange blonde haar en hiphoppet is het maar de vraag of hij er oog voor heeft. Zijn set krijgt in elk geval de hele tent in beweging. In rap tempo, maar met gevoel voor smaak, rijgt hij r&b-nummers aan harde beats, laat hij een remix van Aqua's 'Barbie Girl' horen, om alle handjes volledig in de lucht te krijgen wanneer hij Kendrick Lamar en Miguel de revue laat passeren. Het is één groot festijn: van een jongen in supermanpak die van vooraan helemaal naar achteren wordt gedragen tot de zwembanden en opblaasrookworsten in het publiek. Toch kent de set een raar einde: een jongen klimt in de boog aan de ingang van de tent, meters boven het publiek, gejuich stijgt op, dan houdt hij het niet meer vol, valt hij naar beneden terwijl in de tent mensen hun adem inhouden. Het is aan het einde van de set, Cashmere Cat zelf lijkt het niet te zien. Het applaus aan het einde is wat timide in vergelijking met het eerdere enthousiasme. Met de jongen schijnt het mee te vallen.
Het slotakkoord van het festival is aan achtereenvolgens Portishead [Foto hierboven] en Sigur Rós. De eerste groep speelt in de voor hun status kleine Stage Two het meest magistrale optreden van het festival. De mix van kille elektronica, hiphopbeats en intense, loepzuivere zang is zo overdonderend – zangeres Beth Gibbons staat in legergroene regenjas met beide handen aan de microfoon en haar ogen dicht. Het is maar weinigen gegeven hun eigen breekbaarheid zo krachtig te kunnen verwoorden. Als ze het "Cause nobody loves me" inzet uit 'Sour Times' wordt dat massaal meegezongen, wat een extra emotionele lading geeft aan optreden dat zo secuur en precies is uitgevoerd. Juist die momenten (hetzelfde gebeurt bij het refrein van 'Glory Box') laten zien hoe zeer het publiek met de wanhopig klinkende Gibbons meeleeft en bewijzen dat het ondanks de muzikale precisie een zeldzaam emotioneel optreden is – bij vlagen hartverscheurend.
Aangekomen bij Sigur Rós [Foto hieronder] blijkt dat die band in alles een ideale festivalafsluiter is: ze hebben muziek waarin geluk en droefenis samenkomen, met lange, epische nummers die het publiek samenbrengen. Toch kan de beleving enorm verschillen: van de grote stille menigte tot de mensen links vooraan met hun handen in de lucht tot de dansende meisjes net achter de geluidstoren. Hoewel het nieuwe album een koerswijziging leek, voelt een optreden vertrouwd aan. De nieuwe nummers sluiten beter aan bij het oudere werk dan vooraf gedacht, en worden van mooie arrangementen voorzien door het strijkers- en blazersensemble dat de groep bij zich heeft. Afsluiter 'Untitled #8' van het album ( ) is het daverende, overweldigende slotakkoord van een driedaags festival met een vrijwel uitsluitend positieve sfeer. Zeldzaam goed geprogrammeerd bovendien: tegenvallers zijn schaars en ondanks dat er 'slechts' vier podia zijn, is er altijd wel iets te zien.
http://www.kindamuzik.net/live/best-kept-secret-festival/best-kept-secret-festival-2013-zondag/24101/
Meer Best Kept Secret Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/best-kept-secret-festival
Deel dit artikel: