Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Eén van de thema’s van het Amsterdam Roots-festival dit jaar is Balkan Beats. De (uitverkochte) opening vindt plaats in Paradiso, waar Goran Bregovic zijn zigeunerversie presenteert van de opera Karmen, gebaseerd op Bizets Carmen. Het inleidende halfuur bestaat bijna geheel uit gesproken woord en is te saai om te blijven boeien. Gelukkig zitten we hier niet in het theater. Regelmatig komen uit het publiek muzikanten het podium op. En dan kan het allemaal echt beginnen. Vooral blazers, alsook een trom, bepalen het typische Goran Bregovic-geluid. De ex-Joegoslaaf maakt voor deze opera gebruik van diverse zangers en zangeressen. Zij zorgen voor een ontroerend stuk dat het liefdesverhaal van de hoofdkarakters, vuilnisman Bakia en waarzegster Kleopatra, uit de doeken doet.
Roots Open Air is meer een uitstapje voor het gezin dan een evenement waar bezoekers voor de optredende bands komen. De tropische temperatuur in het Oosterpark past goed bij de exotische muziek die er te horen is. Samen met Festival Mundial (in Tilburg) levert het Amsterdam Roots-festival een wezenlijke bijdrage aan het bekendheid geven aan wereldmuziek. Mede vanwege de zon is het opnieuw een heel relaxt festival, ook al zijn er nog zoveel verschillende muziekstijlen vertegenwoordigd. Zo is op het Urban Groove-podium hiphop prominent aanwezig, terwijl de afropop van Atongo Zimba een heel anders publiek trekt.
Baka Beyond [foto links] speelt Keltische ballades met het ritme van het tropische regenwoud van Kameroen. Afro-Keltische muziek dus, maar dan zonder de elektronica van Afro Celt Sound System en met spannender ritmes. Daardoor swingt het optreden ook direct. Aan het begin blijft het publiek nog zitten, maar uiteindelijk lukt het de band toch om het publiek aan het dansen te krijgen, waarbij de zangeressen het goede voorbeeld geven.
De Akwaana Band uit Ghana speelt weer heel andere muziek, volgepropt met gitaar, drums, percussie en trompetten, waarbij de zang meer als instrument in het geheel is ingebed. De vrij lange instrumentale stukken halen wel de vaart uit het optreden. Ook is het niet zo interessant om te kijken naar de (overigens uitstekende) musici die ergens achteraan op het podium staan.
De hoofdprijs van de dag gaat naar het vanuit Frankrijk opererende Les Boukakes [foto rechtsboven]. Ze klinken als een vrij traditionele rockband met invloeden van raï en gnawa. De oorspronkelijk uit Algerije, Tunesië en Frankrijk afkomstige bandleden weten zo een zeer dansbaar geheel op te dienen. Niets voor puristen, maar de muziek slaat goed aan bij het danslustige publiek. De feestvreugde wordt nog vergroot met een cover van 'Sidi h’ bibi', vooral bekend in de versie van Mano Negra. Daarna kon de nogal standaard klinkende reggaeton van Ghetto Flow alleen maar tegenvallen.
Gevarieerder ritmes zijn vervolgens te horen bij Atongo Zimba [foto rechts]. De mix van diverse Afrikaanse muziekstijlen klinkt bijzonder verfrissend. De zanger bespeelt de molo, een Ghanese luitvariant. Ook in zijn eentje weet hij daarmee de aandacht van het publiek vast te houden. Een minpunt is het uitgebreid voorstellen van de bandleden. Goede muzikanten als het zijn, zouden ze geen solo nodig moeten hebben om hun kwaliteiten naar voren te laten komen.
Afsluiter op het Zap City-podium is het Spaanse Chambao. Hiervoor is vandaag het meeste publiek gekomen. Waarom is de vraag, want zo bijzonder klinkt de fusie van flamenco met dance en pop die de groep brengt niet. Omdat een mens niet op twee plekken tegelijk kan zijn en we toch al geen vaste klant zijn van de cultureel verantwoorde, maar vaak o zo saaie wereldmuziekconcerten in het KIT Tropentheater, slaan we de optredens van de Indiase meesterpercussionist Trilok Gurtu en singer-songwriter Souad Massi uit Algerije over, hoewel die laatste met haar, in de Noord-Afrikaanse Berbercultuur gewortelde liederen ook uitstekend op haar plaats zou zijn geweest in een zaal als Paradiso.
Dat blijkt op de vrijdag als daar onder de titel Tamazgha een avond plaatsvindt die gewijd is aan de Amazigh-, of de Berbercultuur. De zang- en dansgroep Ahwash moeten we helaas missen, evenals de in het programmaboekje als legendarisch betitelde band Ithran uit Marokko. Wel maken we kort kennis met Imetlaâ [foto links], dat Nederland als thuisbasis heeft, en oorspronkelijk uit het Marokkaanse Rifgebied afkomstige traditionele muziek vermengt met opzwepende latin, rock en dance. Daarvan is vanavond weinig te merken want, met stoelen in de zaal, is het optreden vooral een ingetogen luisterconcert. Jammer dat de opkomst aan de magere kant is en dat dit festivalonderdeel er dus een beetje bij hangt. Een combi met Souad Massi had wellicht meer nieuwsgierigen over de streep getrokken.
Die lijken nu gekozen te hebben voor de Melkweg waar The Max in het teken staat van mestizo Latino en de Oude Zaal onderdak biedt aan een programma vol Balkan Beats. Daar gaat het dus van hoppa!, zoals bij het Centraal-Europese gezelschap !Deladap, dat met een mix van zigeunermuziek, pop en lichte elektronica verrassend leuk voor de dag komt. Hoewel af en toe balancerend op het randje van de kitsch, zijn het met name de met waaiers wapperende Tsjechische Roma-zangeressen die het optreden een heerlijk aanstekelijk karakter geven.
Stevige rockinvloeden klinken door in de Afro-Cubaans georiënteerde muziek van X Alfonso [foto rechts] uit Havana. De zeer eigentijds aandoende mix vertoont verwantschap met de met hiphop, funk en heavy metal doorspekte manguebeat uit het noordoosten van Brazilië. Dat de groep rond singer-songwriter en videokunstenaar Alfonso tevens een politieke boodschap uit wil dragen moge - ook voor de niet-Spaanstaligen - duidelijk worden uit de geprojecteerde lichtbeelden die de hoofden van internationale politieke kopstukken als Annan, Pinochet, Arafat en Le Pen laten zien en eindigen met beelden van een allesverzengende brand.
De brand gaat er ook in bij de Dhoad Gypsies [foto links] uit Rajasthan in Noordwest-India, de bakermat van de zigeunercultuur. Onder begeleidng van zang, harmonium en percussie-instrumenten als tabla en dholak, bieden de zigeuners echter niet meer dan een veredelde circusact uit het etnologisch verantwoorde boekje, hoewel het publiek ademloos toekijkt bij het vuurspuwen en de acrobatische toeren op scherven en spijkerbed.
Wie zich absoluut niet aan de voorschriften houdt is de ultieme showman van de avond, Stefan Hantel alias DJ Shantel. Weet hij allereerst met zijn Bucovina Club Orkestar de tent op zijn kop te zetten met een opzwepende set Balkan-hoempa, later zal de met berenmuts getooide Roemeense Duitser met zijn dj-set laten zien wat uit je dak gaan betekent, hoewel in dit geval de vloer en het podium meer te duchten hebben. Dat neemt zulke ernstige vormen aan dat het toegesnelde beveiligingspersoneel door het verplaatsen van monitorspeakers nog net weet te voorkomen dat het extatische publiek compleet bezit neemt van de bühne. Dat blijft gereserveerd voor Shantel, die al gekke bekken trekkend en klimmend over zijn dj-apparatuur de zaal met hits als 'Iag Bari' en 'Hava Nagila' tot een hoogtepunt weet te brengen dat zonder meer als legendarisch de boeken in mag.
Sergent Garcia [foto rechts] heeft dan al laten zien dat zijn band tot de absolute top hoort waar het de vermenging betreft tussen genres als salsa, ska, reggae en hiphop, ofwel de musica mestiza die de Spaanse Parijzenaar mede op de kaart heeft helpen zetten. Terwijl in de ene zaal de Que Pasa?-dj's het publiek op de dansvloer proberen te houden met hits als Juanes' 'La Camisa Negra', is de andere zaal geadopteerd door wereldmuzieklabel Putumayo met dj's en dansdemonstraties. Helaas lijkt er voor de andere geëngageerde amuseurs na de daverende Balkanshow van Shantel weinig eer meer te behalen.
Zaterdag biedt de Melkweg qua publiek een wat andere aanblik. Met opvallend veel vrouwen onder de aanwezigen lijkt de programmering vooral afgestemd op de 'echte' wereldmuziekliefhebbers. Vooral het instrumentarium waarvan gitarist-zanger Afel Bocoum en zijn groep Alkibar gebruikmaken zal tot de verbeelding spreken: een kalebas dient als percussie-instrument en onder de overige instrumenten zijn de vioolachtige njarka en de njurkle, een eensnarige luit. "Je chante pour Ali Farka," zegt Bocoum en herinnert zo het publiek aan zijn begin 2006 overleden leermeester en dorpsgenoot, Ali Farka Touré.
Omdat de geest van de betreurde West-Afrikaanse blueslegende uit Niafunké aan de Niger niet echt in The Max neerdaalt, is er aanleiding genoeg om elders in het gebouw naar de Bajofondo Tango Club [foto links] te gaan kijken. Ingebed in de Tangosalon, is bij voorbaat al sprake van een welwillend gehoor voor het Argentijns/Urugayaanse gezelschap dat driftig gebruik maakt van beeldprojectie, hedendaagse beats en elektronica. Hoewel dat kunstje eerder vertoond is door succesvolle tangovernieuwers als Gotan Project en Otros Aires, werkt de formule wel. Toch zal menige, in stijl uitgedoste tanguera opgelucht zijn als het optreden ten einde is en de aandacht van het podium naar de dansvloer verschuift.
Voer voor etnomusicologen biedt Nuru Kane, een Senegalees die in Marokko in de ban is geraakt van de gnawa, de religieus getinte trancemuziek van de zwarte migrantenbevolking. Met authentieke snaarinstrumenten als oud en guimbri en veel ritmisch geklap en geklepper van metalen castagnetten weten de met veel bezieling zingende Kane en zijn ensemble de Theaterzaal bijna te transformeren in een marktplein in Marrakesh.
Cheikh Lô [foto rechts] daarentegen roept vooral een neiging tot geeuwen op. De zanger/gitarist/percussionist uit Dakar in Senegal is net als Kane aanhanger van de mystieke islamitische West-Afrikaanse Baye Fall-gemeenschap, maar zijn concert weet door zijn onthaastingskarakter nauwelijks een spirituele sfeer op te roepen en slaat al gauw dood op een muur van geklets die het publiek heeft opgetrokken.
In de andere zaal is de tango inmiddels naadloos overgegaan in Kaapverdiaanse klanken, waarna het weer tijd is voor een eerbetoon aan de in mei 2006 op 83-jarige leeftijd overleden Algerijnse diva van de raï, Cheikha Rimitti. Door haar onverwachte dood is haar geplande optreden afgelast. Hopelijk zien de nabestaanden wat van haar gage (naar verluidt 14.000 euro) op hun rekening, gelet ook op de strijd die de onverschrokken Rimitti bij leven en welzijn tegen dubieuze platenlabeltjes heeft geleverd. In ieder geval is het geld niet gaan zitten in het audiovisuele eerbetoon dat een snel in elkaar geflanste indruk maakt. Even wat feitjes en plaatjes bij elkaar scharrelen, een tekstje schrijven (in niet geheel vlekkeloos Engels) en klaar is Kees. Gelukkig redt de muziek het ongetwijfeld goedbedoelde initiatief enigszins en nemen de Mystic Grooves-dj's het al snel over met hun basmati breakz en couscous grooves. Regelmatige bezoekers van de Melkweg weten hoe spannend die kunnen klinken.
Zij zijn waarschijnlijk niet bekend met Sarr & Soul, het vanuit het Verenigd Koninkrijk opererende dj-duo met wortels in Senegal en Rwanda. Met hun innovatieve wijze van draaien demonstreert het tweetal in de andere zaal hoe spetterend anno nu de fusie van hedendaagse Afrikaanse muziek met hiphop, r&b en draaitafelkunsten als scratchen kan klinken.
Gilberto Gil toont zich zondag een waardig afsluiter van een lang weekeinde Amsterdam Roots. Hoewel met name de elektrisch versterkte instrumenten bijkans in de galm verzuipen, weet de muzieklegende uit Latijns-Amerika de grote zaal van het Concertgebouw al snel om te toveren in een swingende Braziliaanse club. De eerste bewegingen vallen waar te nemen bij 'Andar Com Fé', waarna het publiek steeds meer de stoelen laat voor wat ze zijn en al heupwiegend bezit neemt van gangpaden en balkondoorgangen. Met name 'Toda Menina Baiana' mag op veel respons rekenen en doet de eerder door Gil en zijn zeskoppige begeleidingsband nogal flets uitgevoerde Bob Marley-covers 'Positive Vibration' en 'Could You Be Loved' snel vergeten.
Aandoenlijk wordt het als de Braziliaanse minister van cultuur 'When I'm Sixty-Four' van The Beatles inzet. Die is voor hem zelf, want hij blijkt de volgende dag inderdaad genoemde mijlpaal te bereiken. Als Gil dan ook nog de voetballiefhebbers troost biedt bij het verwerken van het verlies van het Nederlands elftal tegen Portugal in de vorm van zijn ode aan de edele balsport, 'Balé de Berlim', kan de avond uiteindelijk ook voor hen niet meer stuk.
http://www.kindamuzik.net/live/amsterdam-roots-2006/amsterdam-roots/13324/
Meer Amsterdam Roots 2006 op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/amsterdam-roots-2006
Deel dit artikel: