Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De eerste meters voor het podium staan volgepakt met afwachtend publiek. Spanning en euforie hangen hand in hand in de lucht. Reden: na lange afwezigheid zal dEUS(foto rechts) het podium weer betreden en daarbij zullen de eerste nieuwe nummers sinds The Ideal Crash en de speciale Best Of-single ‘Nothing Really Ends’ voorbij komen. Het gejuich is dan ook groot als de Vlamingen naar hun instrumenten toelopen. Het optreden heeft veel weg van de Grote Hits-tour die de band ter ere van het 10-jarig bestaan hield. dEUS oogt ontspannen. Als Tom Barman de Rockpalast-cameravrouw over het podium ziet lopen wijdt hij uit over wie nou voor het eerst een steadycam heeft gebruikt. Toch moet de band nog wat inkomen, getuige momenten als het onvaste gitaarspel van Barman bij ‘Instant Street’ en een hakkelig ‘Worst Case Scenario’. Maar verder komt het reeds bekende werk aardig uit de verf. ‘Suds & Soda’ knalt, ‘Nothing Really Ends’ ontroert en na toegift ‘Theme From Turnpike’ wil je alleen maar méér. Maar dan liever geen nieuwe nummers, want die baren zorgen. Het nieuwe ‘If You Don’t Get What You Want’ is niet alleen als single erg gemiddeld, ook op het podium blijkt het een standaard rocknummer. Bij twee van de drie andere newies is de dEUS-brille geheel afwezig. Het is te hopen dat het geen voorbode voor het nieuwe album is.
En waar gebeurt dat allemaal? Op Haldern Pop, een idyllisch festival in het kleine, vriendelijke plaatsje Haldern, vlak over de grens bij Arnhem. Waar je de auto nog naast de tent mag zetten. Waar slechts één podium staat (oké en dit jaar een andere tent waar heul vroeg en laat enkele bandjes komen. Waar de grote ventilator uit een nabijgelegen koeienstal komt. En waar elk jaar een bijzondere programmering staat en de festivalgangers zo relaxed met elkaar omgaan zonder dat het een eng EO-gehalte krijgt. Een soort paradijsje dus.
Mede door dit soort lovende woorden zijn dit jaar nóg meer Nederlanders aanwezig die gevraagd en ongevraagd zinnen als ‘Wat is het hier leuk, zeg’ en ‘Volgend jaar wil ik weer hoor’ zeggen en liedjes als ‘Hop hop hop, op naar Haldern Pop’ zingen. Ook aanwezig: een extra dosis Belgen vanwege de terugkeer van dEUS en het grote aantal Belgische bands in de programmering. Zoals Sioen en COEM die reeds op donderdagavond - voor het eerst ook deze avond feest - in de tent staan. Dezelfde tent is helemaal vol bij Das Pop, wat ervoor zorgt dat enkelen zich aan de tent omhoogtrekken om door een gleuf naar binnen te kijken of buiten beginnen te dansen. De band die echter het allermeeste indruk maakt is Ghinzu (foto links) op het ‘gewone’ podium. Een heuse livesensatie. Met gemak trekken de Belgen enkele Muse-achtige geluidslagen op die door pakkende pianomelodieën worden begeleid. Bij de veelal in het zwart geklede band is zanger John Stargasm de eyecatcher die net zo goed als pretty boy als een ontspoorde Adam Sandler over kan komen als hij op zijn keyboard springt. De energie die door Ghinzu wordt losgelaten in podiumpresentatie en muziek werkt erg aanstekelijk.
De aanstekelijkheid geldt ook voor Gem, die zaterdagochtend om 11:00 in de tent mag openen. De bandleden lijken nog half te slapen, maar door hun vuile en sterke set worden niet alleen zij, maar ook het complete publiek klaarwakker. De Utrechters spelen sneller dan normaal en Maurits Westerik blijkt andermaal een klassieke frontman, die er geen moeite heeft de ruimte in te lopen en voor mensen te zingen die met het ontbijtje bezig zijn. Ook de rest van de band komt steeds meer los on stage. Eigenlijk had Gem gewoon op het hoofdpodium moeten staan. In plaats van bands die alleen in de herinnering blijven door T-shirts met de 2004 line-up op de achterkant. Zoals amphibic (semi-gevoelige popliedjes met cello), Gisli (IJslandse net-niet Fountains of Wayne die overigens wel humoristisch uit de hoek kan komen), en Nicolai Dunger (saaie countrypop die zelfs ergernis opwekt). Een rockbandje à la Gem was hier zeker welkom geweest aangezien het programma verder vooral ruimte biedt voor gevoelige liedjesbands. Dat moet afgewisseld worden met een fikse adrenalinestoot. Drie koffie en een Red Bull toe. Daarom is het een verademing dat Kings of Leon de boel op komt schudden. Met hun southern rock en slechts één baard op het podium krijgen ze het festival flink los. Het gekke is: de band beweegt bijna niet en lijkt niet op te gaan in de muziek. Maar het effect is optimaal. Het rockt!
Het is niet moeilijk medelijden te krijgen met de sympathieke jongens van I Am Kloot (foto rechts). Het drietal heeft problemen met de monitoren op het podium waardoor zanger/gitarist John Bramwell het een ‘hell up here’ noemt. In het publiek is hier echter weinig tot niets van te merken. De songs van de twee New Acoustic Movement platen van de band klinken net zo mooi als tijdens andere concerten van de lange tour waar de band mee bezig is. ‘Twist’, ‘From Your Favourite Sky’ en ‘To You’ blijven onbetwiste hoogtepunten. Even later kan Bramwell wel weer een beetje lachen. De bands waar wél meer in leek te zitten zijn HAL en South. Bij de jonge Dubliners van HAL weet je zeker dat ze een interessante platencollectie hebben waar de B van Byrds en J van Jayhawks goed gevuld zijn. Dat de band zelf ook leuke liedjes heeft, is bij het optreden moeilijker te ontdekken. Veel oefenen, luidt het devies, en dan zal de zorgeloze lente-single als ‘Worry About The Wind’ echt wel aanslaan. South - de invaller voor The Bees - heeft ook zo’n sterke single: ‘Loosen Your Hold’. Maar ook zij mist net die overtuigingskracht die dergelijke softpopliedjes nodig hebben. Liever zetten we dan thuis de cd’tjes op.
Adam Green is het luchtige hoogtepunt. De helft van de Moldy Peaches blijft overkomen als een mislukte Las Vegas-komiek, maar dat maakt hem juist zo goed. Hij gooit drie keer achter elkaar een microfoon in de lucht, vangt hem weer op, en kijkt trots in het publiek alsof hij zojuist met tien ballen heeft lopen jongleren. Natuurlijk zijn het de droge liedjes van het menneke waar het vooral om draait. Met name die van het laatste album Friends of Mine. Het is lachen en genieten bij de titeltrack, ‘Jessica Simpson’ en ‘Bunnyranch’. En als die paar minuten dan over zijn, kijkt Adam Green met een gekke lach het publiek in. Het in bepaalde kringen zeer populaire ‘No Legs’ wordt overgeslagen. In de toegift probeert hij nog ‘What a Waster’ van The Libertines te coveren, maar raakt de tekst een paar keer kwijt, wat het eigenlijk weer extra hilarisch maakt. Een ander wonderkind op Haldern Patrick Wolf is iets minder grappig. Zijn nummers met beats en viool zijn vaak erg knap, maar gedurende het optreden slaat de lamlendigheid toe. Niet de typische festivalact.
Nog meer Haldern-gevoeligheid. Het is te hopen dat de schrijver van de Starsailor-setlist (foto links) snel een writersblock krijgt. Het eerste half uur van het optreden is schitterend, maar dat komt omdat al hun beste nummers in dit blok zijn gepropt. ‘Alcoholic’, ‘Four to the Floor’, ‘Fever’, ‘Poor Misguided Fool’, en ga zo maar door. Dat zorgt er voor dat het langdradige werk overblijft voor de rest van de set. Maar liever dát nog dan Embrace. De band die invalt voor The Zutons krijgt met hun anthem-rock niet voor elkaar wat Oasis en The Verve wel lukt. Echt memorabele nummers schrijven dus. Het liefst met kop en staart. Het lijkt een hoop meegereisde Engelse fans niet te deren. Die gaan alleen bij de aankondiging van een nummer al uit hun dak. Ook de nieuwe single, een Coldplay-leftover (cadeau gekregen van Chris Martin), gaat er bij hen in. De band moet duidelijk in de les bij Keane. Dat trio grossiert namelijk niet alleen in prachtmelodieën en perfecte liedjes, maar weet met name dankzij een over het podium zwevende zanger Tom Chaplin (alias The Hobbit), ook nog een goede show neer te zetten. Het concept van de band zal onderhand bekend zijn: muziek voor de mensen die Coldplay te wild vinden met louter piano, drums, zang en bas uit een doosje. De stem van Chaplin is hoog en loepzuiver. Ook tijdens het live-optreden, waarbij blijkt dat zelfs het b-kantje ‘Snowed Under’ van hoge kwaliteit is. Dat ‘Can’t Stop Now’, ‘Bend and Break’ en ‘This is the Last Time’ nog niet als singles zijn uitgebracht, is bijna onbegrijpelijk. En ‘Bedshaped’, de sfeervolle afsluiter van het album Hopes and Fears, blijkt ook live een perfect einde. Een van dé ontdekkingen van het jaar.
Het showelement bij The Soundtrack Of Our Lives is hoog. Héél hoog. De zanger heeft een Maarten van Rossum-kop, een André Hazes-buik, loopt in een gewaad en heeft een flinke shawl om. De microfoon houdt hij stevig tegen z’n borst geklemd. De gitaristen gaan het gevecht met hem aan om zoveel mogelijk aandacht te trekken en dat geldt al helemaal voor het drummertje dat constant met zijn stokjes draait. Leuk genoeg om naar te kijken als de langgerekte gitaarsongs wat minder interessant worden. Gelukkig is daar wel de uitschieter ‘Nevermore’. Op het laatst wil de zanger dat het publiek op de hurken gaat zitten wat nog aardig lukt ook. Datzelfde publiek gaat ook plat voor Paul Weller, dé grootheid van het festival. Zijn optreden met een repertoire dat enkele decennia meegaat - The Jam meegerekend - is bevlogen. Ook heeft hij een flinke stapel fans vooraan bij het podium staan die elke seconde van het optreden de legende heilig verklaren. En dat zijn precies de mensen die Weller het meest aanspreekt: degenen die reeds gevallen zijn voor zijn oude en nieuwe repertoire.
Voor de afsluiter van het festival worden allemaal houten stoeltjes op het podium gezet. De lichtbanden die gedurende het festival rechts van dit podium hingen, worden over de bühne getrokken zodat het een kermis-attractie lijkt. Een regionaal strijkerensemble met jonge meisjes neemt plaats Net als een stoet blazers, drummers en andere arrangeurs. Neil Hannon betreedt het podium en dan kan The Divine Comedy (foto rechts) beginnen. Alles is groots aan het optreden. Hannon zelf voorop met zijn onmiskenbare Scott Walker-stem en performance en de Engelse humor. Het geluid is net zo vol als helder, waardoor het werk van Hannon gespeeld wordt zoals het bedoeld is. Dat werk is vooral afkomstig van het dit jaar verschenen Absent Friends waaronder schitterende uitvoeringen van onder andere ‘Come Home Billy Bird’, ‘Our Mutual Friend’ en ‘The Happy Goth’. Maar het ultieme hoogtepunt en tevens van dat album, is ‘Charmed Life’ dat hij heeft geschreven voor dochtertje. Publiek en Hannon: aaaaah. Hierbij komt de knipoogdramatiek van The Divine Comedy helemaal tot z’n recht. De strijkermeisjes zijn speciaal voor het Haldern-optreden opgetrommeld, maar spelen hun partituren alsof ze de afgelopen maanden niets anders hebben gedaan. De show zet zich voort met een verrassende cover van ‘No One Knows’, nog maar kort geleden de alternatieve hit van Queens of the Stone Age. Bij het van Fin de Siecle afkomstige musicalnummer ‘National Express’, stormt Hannon naar de voorste rijen waar een rijtje mensen om de beurt ‘National Express’ in de microfoon mogen ‘zingen’, waarna Hannon ‘lovely!!’ of ‘gooorgeous!!’ roept. The Divine Comedy is niet alleen het hoogtepunt van het festival, het is ook één van de beste optredens die je het hele jaar zal zien. Het is de afsluiter die het wederom geslaagde Haldern-festival verdiend. Het enige wat nu nog rest zijn de 364 dagen voordat het festival weer gaat beginnen.
http://www.kindamuzik.net/live/709/haldern-pop-2004-met-o-a-deus-divine-comedy-keane-adam-green-en-gem/6915/
Meer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/709
Deel dit artikel: