Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Eigenlijk is het best aandoenlijk hoe hij eenzaam aan het tafeltje zit. Glas whisky voor zich, zijn gedachten ver weg. De man die begin jaren tachtig ‘Fuck The USA’ zong, geeft nu interviews in het Hardrock café in Amsterdam. Met recht één van laatste plaatsen waar je een echte punkrocker verwacht. Toch staat de laatste plaat van de Schotse punkband The Exploited weer vol maatschappijkritiek. En Wattie Buchan is The Exploited. Ergens begin jaren tachtig richtte hij de band uit onvrede met de toenmalige punkscene op. Niet in het kloppende hart van de alternatieve scene – Londen – maar in Edinburgh. Buchan herinnert het zich nog als de dag van gisteren. The Stranglers traden op en Buchan en zijn krakersmaten waren boos. Heel erg boos. The Stranglers waren hippe punkers uit Londen die niet begrepen waar het echte punk zijn uit bestond. Nadat de politie een gewelddadig einde had gemaakt aan de rellen die zij bij het concert veroorzaakten, vonden Buchan en consorten het welletjes. Waarom niet zelf punk gaan maken? En zo geschiedde. Drie jaar na nadat de eerste punk in de straten van Londen te horen was, in een tijd waarin punk als modeverschijnsel al lang en breed was vervangen door postpunk – of new wave en nwobhm – begonnen The Exploited te repeteren. Om een jaar later met hun debuutplaat Punks Not Dead in te slaan als een bom. Samen met het eveneens kersverse punkgezelschap Charged G.B.H. waren The Exploited de onbetwiste leiders van de tweede punkgolf. Een golf die niet ontstond vanuit de hippe Londense underground, maar een beweging die geboren werd op straat. Daar waar de kansarmen het meeste hadden te lijden onder de kapitalistische politiek van Thatcher, daar waar massaontslagen en werkeloosheid aan de orde van de dag was.
Buchan wil best praten over die beginjaren van The Exploited, maar al snel vloekt en tiert hij. Over het feit dat je niet over straat kon met hanenkam, dat het leven in kraakpanden aan het begin van de jaren tachtig geen pretje was en dat de band niet eens wist dat Punks Not Dead een enorme hit in Londen was. Buchan: “Onze eerste plaat was direct in de studio opgenomen, live ingespeeld en op plaat gezet. Een bevriende punker wilde onze zaken wel regelen. Wij wilden alleen maar spelen en muziek maken dus lieten we hem zijn gang gaan. Later bleek dat Punks Not Dead het heel goed deed in de alternatieve hitlijsten. Daar wisten we niets van. Het ergste was nog wel dat we hem vertrouwden. Terwijl wij moeite hadden de eindjes aan elkaar te knopen, ging hij er met ons geld vandoor.” En dus kwam er een nieuwe manager. Eentje die te vertrouwen was. Maar succes maakt blijkbaar het slechtste in mensen los. Het succes van The Exploited’s twee plaat Troops Of Tomorrow steeg hem naar de kop. Ook hij hield geld achter. Veel geld. Ook daarover kan Buchan bijna twintig jaar later nog steeds boos worden. Buchan: “Je denkt dat je iemand kan vertrouwen en dan flikt hij zoiets. Onbegrijpelijk is dat. In het begin hadden we veel succes in Engeland, maar we dachten er niet bij na dat succes ook geld oplevert. Nooit hebben we iets ontvangen voor alle dingen die we met de band hebben gedaan door dat soort types.” De platenindustrie deugt toch al niet. Allemaal geldwolven zijn het. Zelfs van de herwaardering van de oude punksound van The Exploited ergens eind jaren tachtig ontving de band geen cent. Al werden de oude platen stuk voor stuk heruitgebracht. Hoe het precies zit weet Buchan ook niet. Alleen dat Slayer een aantal Exploited nummers coverde en er veel geld mee verdiende.
Tsja, The Exploited. Het imago van de band was niet best. Althans in ons politiek correcte land niet. The Exploited maakte namelijk echte punk. Punk voor de arbeidersklasse, de mensen die geen benul hadden van het hele politieke circus maar wisten dat er iets niet klopte. En wat doe je als je niet over de mogelijkheden beschikt om het spel mee te spellen? Je maakt herrie. Heel veel herrie. De slappe punk van de eerste golf werd vaarwel gezegd, het uiterlijk aangepast aan de omstandigheden. Hoge mohawk hanenkam op het hoofd, leren jas met op de achterkant het symbool van het anarchisme, heel erg strakke spijkerbroek en hoogsluitende legerschoenen. Uiteraard met stalen neuzen. Een oorlogsverklaring aan de maatschappij. De pers begreep er niets van en noemde de stroming al snel Oi! punk. Harde eenvormige muziek met racistische tendensen. Wat dat betreft ziet Buchan overeenkomsten met de opkomst van gabber. “Gabber is muziek die door iedereen wordt uitgekotst maar het heeft precies dezelfde energie en kracht die punk had. Er wordt nog steeds veel punk gemaakt maar dat is nauwelijks punk te noemen. Ik walg er van, van die rijke jongentjes die een gitaar kopen en dan een kritisch bandje oprichten. Dat is toch geen punk? Punk ben je, omdat je situatie uitzichtloos is en omdat je door de maatschappij waarin je leeft onderdrukt wordt. Gisteren nog was ik op de radio – Buchan was te gast in een programma van Kink FM (tp) - zit die presentatrice daar met haren in alle kleuren en gescheurde kleren te denken dat ze punk is. Bah! Dat soort mensen begrijpt er niets van! Punk heeft niets met uiterlijk te maken, maar alles met afkomst.
Gabber is volgens Buchan de nieuwe punk. En nee, drum&bass is geen punk. Het klinkt nodeloos ingewikkeld en de types die er naar luisteren zijn van die middenklasse jongens en meisjes. Gabber is echt van het volk. Buchan bezocht een aantal jaar geleden een gabberfeest en ging helemaal uit zijn dak. De energie, het drugsgebruik, het even vluchten uit de alledaagse realiteit. Dat is precies waar het in punk om ging. Je wilt gehoord worden, je wilt voor even niet hoeven denken aan alledaagse problemen, zoals je uitkering, je huis, je werk. Gabber heeft diezelfde achtergrond. Als ik vertel dat de hele gabberscene al jaren dood is en alle gabbertjes inmiddels zijn gaan luisteren naar trance wordt Buchan zowaar een beetje boos. Gabber leeft nog steeds voort in het ondergrondse circuit. Net als punk, echte punk welteverstaan, nog steeds bestaat. En al heeft Buchan zijn hoge hanenkam inmiddels ingeruild voor kleurrijke dreads, woont hij niet meer in een gekraakt huis en is zijn lichaam niet meer zo smal en lang als vroeger, nog steeds zingt hij over onrecht, leugenaars, het verwerpelijke systeem waarin we leven en over het ware punk zijn. In ‘Chaos Is My Life’ op de nieuwe kersverse Exploited plaat Fuck The System klinkt het “Chaos, anarchy, now that’s fun!”. In meer dan twintig jaar tijd is The Exploited, Buchan voorop, geen spat veranderd. Ook muzikaal niet. Fuck The System klinkt nog net zo energiek als hun beste jaren tachtig platen: Punks Not Dead, Troops Of Tomorrow, Let’s Start A War en Massacre. Dat dwingt respect af, zelfs in het Hardrock Café in Amsterdam. Wie durft te beweren dat The Exploited niet tot de beste punk bands ooit hoort, heeft er gewoon niets van begrepen.
http://www.kindamuzik.net/interview/the-exploited/the-exploited-gabber-is-de-nieuwe-punk/2517/
Meer The Exploited op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/the-exploited
Deel dit artikel: