Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Eigenlijk hebben ze niet zo'n zin in een interview. Zanger Cullen Omori is net klaar met de soundcheck voor het optreden later die avond. Hij kijkt verlekkerd naar de grote tas met eten die door een medewerkster van het Groningse podium Vera naar binnen wordt gedragen. "Ik heb vanochtend een muffin gegeten en verder niks", legt hij uit. "Ik heb behoorlijk honger." Een andere, belangrijkere reden voor Omori's aanvankelijke tegenzin ligt in België. Een week na het drama op Pukkelpop, waarbij de band stond te spelen toen het podium om hen heen instortte, heeft de band veel over zich heen gekregen. De zanger tweette ongelukkig over hun kapotte instrumenten, meteen nadat hij van het podium was afgerend. Hij had niet door dat festivalbezoekers waren overleden als gevolg van de plotseling opgestoken storm.
Ondanks een snel geplaatste excuus-tweet logen de reacties op diverse fora en andere media er niet om. Met een kort interview op Lowlands voor de camera's van de VPRO gaf de band uitleg en hun optreden op dat festival begonnen ze met een minuut stilte, ter nagedachtenis aan de slachtoffers. Een week later is de band nog behoorlijk ondersteboven van wat er gebeurde en genegen om er over te spreken zijn ze, begrijpelijkerwijs, niet.
Retro?
Hoewel het drietal - naast zanger Cullen Omori schuiven zijn broer en basgitarist Cameron en gitarist Max Kakacek aan - elke referentie aan het tragische voorval op Pukkelpop vermijdt, blijft het onderwerp onuitgesproken in de lucht hangen. "Nee," haasten de Omoribroertjes zich te zeggen, "Het is niet anders om met geleende instrumenten te spelen." "Op de liedjes van Dye It Blonde werken we veel met effecten, keyboards en crescendo's. Op onze eerste plaat konden we nog wel inpluggen en direct spelen, maar dat ligt nu toch anders", vertelt Cullen.
Juist in het gebruik van effecten en toetsen zien de bandleden het verschil tussen hun debuutplaat - een ietwat rommelig garagepunkalbum - en het meer gepolijste Dye It Blonde. "Tijdens de opnames konden we experimenteren met nieuwe technieken en andere instrumenten", vertelt Cameron. "Dat pasten we toe op liedjes die we al hadden." Zanger Cullen blijkt de meest praatgrage van het drietal. Hij valt zijn broer bij. "We luisteren ook echt niet alleen naar seventiesrock", zegt hij. "Ik heb mijn gitaarspel er wel veel door laten beïnvloeden, al kan ik eigenlijk helemaal niet goed gitaar spelen. Dat jarenzeventiggevoel zit er wel in, maar dat is pas gekomen nadat we de liedjes hadden geschreven."
Echte liedjes
Het liedje is waar het om draait voor het piepjong ogende kwartet uit Chicago. Zanger Cullen speelt voortdurend met het haar dat voor zijn ogen hangt en doorspekt bijna al zijn antwoorden met "Whatever" en "I don't know". Een beetje zoals een verveelde tiener. Maar als hij wordt gevraagd naar hoe hij origineel probeert te zijn in een popliedje van drie minuten veert hij op en begint aan een felle monoloog.
"We proberen gewoon muziek te maken die we leuk vinden, catchy liedjes waar mensen met plezier naar kunnen luisteren. Daarnaast vind ik het belangrijk om toegankelijke muziek te maken. Toegankelijkheid is vaak het eerste dat verdwijnt als je alleen maar origineel probeert te zijn", betoogt hij. "Natuurlijk proberen wij ook origineel te zijn. Ik heb alleen het gevoel dat sommige artiesten daarin doorslaan en zichzelf isoleren."
"Popliedjes zijn in essentie hetzelfde, maar mensen zetten ons nog wel eens weg als een soort revivalband. Kijk, Elvis maakte zestig jaar geleden muziek en popmuziek met gitaren is echt niks nieuws. Maar dan lopen er ook douche bags rond, die wat spelen met hun software en hun MacBook en die vinden zichzelf heel origineel. Als luisteraar heb je geen idee wat ze doen. Misschien drukken ze alleen maar op een knopje." "Maar in de kern zijn dat ook gewone liedjes", merkt broer Cameron op. "Misschien is het nog wel makkelijker ook," gaat Cullen verder, "Je speelt een 'A' en een 'E', dat neem je op, dat loop je en mensen vinden dat dan heel bijzonder."
Onschuldig
Origineel of niet, wie doorbraakplaat Dye It Blonde beluistert kan niet anders dan de link leggen met de glamrock uit de jaren zeventig, bekend van bands als T. Rex of Mott the Hoople. De muziek van Smith Westerns kent, naast de flinke productie, ook een soortgelijke zomerse, onschuldige sfeer. "Onze liedjes klinken big," vindt Cullen, "en qua tekst zit er inderdaad wel iets onschuldigs in, iets zachts in elk geval. Ik wilde niet schrijven over high worden of politiek, Bob Dylan is wel de laatste persoon die ik zou willen zijn. Wij schrijven om iets te vieren: de eerste adem van een baby, het eerste licht na het donker. Dat soort dingen. Alsof onze muziek de soundtrack is van iemand die blind was en nu weer kan zien. Happy, cheerful music."
"Ik wil dat mensen blij worden van onze muziek. Dat ze denken: ja, nu wil ik skateboarden, ijsjes eten en naar het strand gaan." Hij haast zich om te zeggen dat de gevoelens die hij vertolkt lang niet altijd op hem persoonlijk van toepassing zijn. "Ik heb zelf een een beetje een hekel aan dat soort dingen. Ik schrijf ook niet zozeer over blije dingen", legt hij uit. "Ik schrijf over het zóéken naar blije dingen. Zelf ben ik de saddest loser alive."
Waarom hij zich zo noemt? Hij grijnst een beetje schaapachtig, haalt zijn schouders op en gooit er nog maar eens een "I don't know" uit. Maar de ongewild gelegde link met de ervaringen van een week geleden ontgaat de zanger zelf ook niet. Hij zucht nog eens en concludeert met teruggekeerde bravoure zijn betoog. "Dat vrije, blije gevoel zoek ik in een liedje. Ik denk dat dat in elk goed popliedje moet zitten. Dat proberen we te doen, in elk geval."
Onderste foto van Chona Kasinger (cc)
http://www.kindamuzik.net/interview/smith-westerns/smith-westerns-zoeken-naar-blije-dingen/22034/
Meer Smith Westerns op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/smith-westerns
Deel dit artikel: