Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De debuutplaat van Sergeant Petter werd juichend onthaald in Nederland. Maar weet Petter waarom we juist in Nederland zo met zijn muziek weglopen? “Nee, ik heb geen idee,” lacht hij. “Uiteindelijk maak ik popmuziek. Het ligt makkelijk in het gehoor en is erg melodieus. Daar houden ze in Nederland wel van, geloof ik.” Een andere reden is wellicht ook dat zijn muziek behoorlijk veel overeenkomsten kent met de Nederlandse bands uit de Excelsior-stal, zoals Darryl Ann of Johan. “Dat klopt,” zegt hij. “Ik ben fan van Darryl Ann sinds ik voor het eerst van ze hoorde. Dat was in 1994; ik zag een clipje op MTV en vond het leuke muziek. In de platenwinkel ontdekte ik nog meer muziek van Excelsior en sindsdien ben ik fan.” Dat de zanger onderdak wist te vinden bij het door hem bewonderde label en lovende kritieken kreeg op zijn eerste plaat was natuurlijk fantastisch, maar het verbaasde hem wel. “Ik was erg verbaasd over de aandacht in de pers. Je weet nooit wat je moet verwachten, vooral niet bij je debuutplaat. Je hoopt natuurlijk dat je goede kritieken krijgt en gelukkig kreeg ik die.”
Country-sausje
En nu is er de tweede langspeler van de zanger uit het Noorse Bergen. Hoewel de muziek met dezelfde insteek als op de eerste plaat gemaakt schijnt te zijn, is er wel degelijk een verschil. Zo is dat de country-twist wel erg prominent aanwezig: “Ik hou erg van dat soort muziek, het is moeilijk om te zeggen wat ik er precies zo mooi aan vind. Het heeft veel soul in zich,” vindt Folkedal. Het betekent overigens niet dat we Monkey Tonk Matters als een countryplaat moeten beschouwen. “Ik probeer geen country-artiest te zijn. Ik maak uiteindelijk popmuziek met een countrysausje erover.”
Noorwegen heeft nu niet dat je zegt een traditie op het gebied van americana. De meeste muziek die vandaar komt wordt gemaakt door beschilderde mannen die de duivel aanbidden en heel harde metal produceren. Valt Petter Folkedal een beetje buiten de boot? Lachend vertelt hij dat hij zeker niet het idee heeft alleen te staan in wat hij doet: “Zowel in Bergen, als Noorwegen zelf is er een grote scene, die voortdurend groeit. Er komt bijna elke week een goede plaat uit. En dat is echt niet allemaal blackmetal. Dus ik voel me zeker niet alleen staan, nee.”
Monkey Tonk
Ook Folkedal zelf vindt dat er een aantal zaken anders zijn, in vergelijking met zijn debuutplaat. “Het is meer een geheel, denk ik. Er loopt een duidelijker lijn door de plaat.” Ook de titel zelf springt in het oog. “Och, het kwam gewoon in me op. Iedereen heeft het over ‘Honkey Tonk Music,’” vertelt hij, “dus leek het me wel leuk om daar ‘Monkey Tonk’ van te maken. Dat is wel typisch iets voor mij. Ik stop veel vreemde woorden in mijn teksten.
En dan is er de single, ‘That Child.’ Het is een mooi nummer, dat sterk aan het werk van Sparklehorse doet denken, en een beetje uit de toon valt bij de rest van de plaat. “Het is een nummer dat ik thuis heb opgenomen: het was in eerste instantie helemaal niet bedoeld voor het album. Maar toen ik het voor de producer speelde vond hij het mooi, dus toen hebben we het opgenomen om het alsnog op het album te zetten.”
Al met al lijkt er reden genoeg om ook behoorlijke successen van deze plaat te verwachten. Folkedal is echter voorzichtig: “Ik hoop natuurlijk dat de plaat goed ontvangen gaat worden. Ik probeer om hier optredens te gaan doen, hoewel er nog geen tour is gepland. Maar ik hoop wel naar Nederland toe te komen.
Vrolijke Jongen
Wat ook niet veranderd is, zijn de opvallende teksten en zijn melodieuze aanpak. Evenals de vorige plaat staat Monkey Tonk Matters ook weer vol met absurde taalvondsten en zomerse melodieën. Sergeant Petter moet wel een heel vrolijk mannetje zijn. “Ik ben inderdaad een hele vrolijke jongen,” grijnst Folkedal. Maar hij haast zich te zeggen dat we niet al te veel naar diepere lagen of betekenissen moeten speuren in zijn teksten. “Ik weet eigenlijk ook niet waar mijn teksten over gaan. Ik schrijf de teksten, lees het door, maar heb eigenlijk geen idee wat ik er mee zeg. De ene zin gaat over iets, en een volgende zin weer over heel iets anders.” Dat klinkt natuurlijk enorm leuk en prettig bescheiden, maar in de praktijk zal het niet zo zijn. Zeggen dat je niet weet waarover je schrijft, is een goede manier om jezelf in te dekken en geen uitleg te hoeven geven aan nieuwsgierige journalisten. Zo wordt ook de laatste poging om de Noor uit de tent te lokken met onvermurwbare vrolijkheid van tafel geveegd. De opmerking dat humor en kwaliteit in de muziek zelden hand in hand lijken te gaan, wordt vrolijk van de hand gedaan met: “Het is hoe ik mijn muziek maak. Het moet niet specifiek als iets klinken. Ik probeer te doen wat ik het beste vind voor het liedje.” En zo blijkt Petter Folkedal, naast een vrolijke jongen, ook iemand te zijn die heel goed weet wat hij wel en niet wil zeggen.
http://www.kindamuzik.net/interview/sergeant-petter/sergeant-petter-is-een-vrolijke-jongen/9577/
Meer Sergeant Petter op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/sergeant-petter
Deel dit artikel: