Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
"We zijn geen skaband", ruimt Peter Klaasen (46) in de Amsterdamse oefenruimte annex studio van zijn band een hardnekkig misverstand uit de weg. "Dat schreeuw ik al jaren. Men programmeert ons vaak als skaband, maar ons publiek is in de loop der tijd ontzettend veranderd. We zijn niet zo'n bandje waarbij je de hele avond kan staan springen. We spelen Jamaïcaanse muziek uit een bepaalde periode. Ska is daar slechts een onderdeel van."
Zelf kwam de na zijn bekering tot het rastafarigeloof als Ras P. door het leven gaande geboren Amsterdammer pas goed met die Jamaïcaanse muziek in contact zo halverwege de jaren zeventig toen hij op aanraden van een vriend naar een tv-uitzending met opnamen van Bob Marley & The Wailers keek. "Veronica draaide wel die hitjes uit de jaren zestig zoals 'My Boy Lollipop', 'Israelites', 'Wet Dream' of 'Wonderful World, Beautiful People', maar ik wist niet dat dat reggae was. Vanaf 1974 ben ik er echt mee begonnen. Het was hier nog moeilijk te krijgen. Bij de platenzaken kon je het niet vinden. Dus moest je naar de Surinaamse toko's op de Albert Cuypstraat waar vaak achter in de winkel rekjes met lp's en singletjes stonden."
Zijn eerste reggaeplaat, weet Klaasen nog goed, was de lp Rasta Revolution van Bob Marley & The Wailers. In diezelfde periode hield hij zich, mede onder invloed van zijn omgeving, ook bezig met andere muziek. "In de buurt waar ik opgroeide in Amsterdam Noord woonden niet veel Nederlandse gezinnen. Daar had je vooral Indo's en Surinamers. We gingen veel naar soulparty’s en dergelijke, want soul was het helemaal. Met jongens uit de buurt ben ik toen begonnen met spelen."
Aanvankelijk deed hij dat op de gitaar, maar na het bijwonen van reggaeconcerten en de start van zijn eerste reggaeband Inity eind jaren zeventig schakelde Klaasen langzamerhand over op toetsen. "Dat orgelgeluid vond ik helemaal te gek en bij concerten lette ik goed op hoe ze dat speelden. Vervolgens gaf iemand me een harmonium, zo'n trapding. Daar heb ik het op geleerd."
"Reggae was iets cultureels", herinnert hij zich die eerste concerten. "Het werd nog nauwelijks geboekt in Paradiso of De Melkweg. Dat moest naar het Tropeninstituut. De eerste rasta's van Amsterdam kwamen daar. Je moest netjes gaan zitten en op last van de brandweer mocht er niet worden gerookt."
Klaasens bekering tot het rastafarigeloof met zijn terug-naar-Afrika-boodschap en markante haardracht met dreadlocks was voor die tijd al even uitzonderlijk. "Eigenlijk was het niet iets voor blanken. Je had hier hooguit een paar Surinaamse jongens die rasta waren geworden. Door veel naar platen te luisteren, te lezen en allerlei contacten sprak het me steeds meer aan. Rond 1980 heb ik schaar en kam overboord gegooid en ben ik naar Jamaïca gegaan."
Wegens de maatschappelijke problemen bleek het tropische eiland in de Cariben bij nadere kennismaking niet het gedroomde paradijs. Toch bleef Klaasen er komen, terwijl in eigen land de reggaescene tot bloei kwam. "Vooral in de beginperiode, in de jaren tachtig, hadden we hier echt een movement. Op diverse plekken in Amsterdam werd muziek gemaakt en waren er rasta communities. Reggae leefde enorm. Om de week was er wel iets te doen. De Melkweg en Paradiso, en ook het Vondelpark, programmeerden heel veel."
Het was de tijd dat Nederland in de ban raakte van de op ska en reggae gefundeerde Nederlandstalige pop van Doe Maar, nadat vanuit Engeland al een skarevival was ingezet met veelal door skinheads op handen gedragen bands als The Specials, Bad Manners en Madness. "Daar hadden we helemaal niets mee," verklaart Klaasen. "Dat was een totaal andere scene. Met skinheads vochten we. Dat waren nazi's, racisten. Pas later leerden we jongens kennen die gewoon van die muziek hielden."
De punkachtige scene rond het Engelse 2 Tone-label kon hem dan weliswaar niet zo bekoren, dat gold zeker niet voor de originele Jamaïcaanse ska van begin jaren zestig, de toptijd van onder meer Prince Buster en The Skatalites met muzieklegendes als trombonist Don Drummond en toetsenman Jackie Mittoo. "Die muziek wilde ik al in de jaren tachtig maken, maar toen waren er geen muzikanten die dat konden. Die speelden allemaal rootsreggae. Voor ska heb je toch wat meer muzikale kennis nodig, omdat het erg gerelateerd is aan jazz."
Met de komst van dancehall en ragga kreeg reggae echter een ander, meer digitaal karakter. Klaasen, die muzikale hand- en spandiensten had verricht voor tal van bands met als bekendste het Amsterdamse Revelation Time, zag het met lede ogen aan. "Eind jaren tachtig kwam de computer ineens om de hoek kijken. Die maakte veel muzikanten werkloos. Zo was ik in de studio bezig met een project dat door een band werd ingespeeld. Op een gegeven moment kom ik daar, staat er zo'n apparaat. Ik mocht de hele band wegsturen. Omdat ik toetsen kon spelen, was ik de enige die nodig was. Daar ging ik dus niet voor, want ik ben muzikant." Aanleiding om het muziekmaken voor gezien te houden, want, zegt hij nog altijd vol overtuiging: "Computermuziek is de grootste nep die er bestaat. Het is statisch en klinkt niet. Er zit totaal niets menselijks is."
De kans om met nog altijd levende muziekstijlen als ska en rocksteady aan de gang te gaan deed zich eind jaren negentig voor toen een oude kennis, drummer Richard Jager, Klaasen vroeg voor het gelegenheidsproject The Tycoons. "Toen hebben we besloten ook zo'n band op te zetten, maar dan wel een die weet hoe het moet. In de meeste skabandjes uit die tijd zaten wel één of twee echte liefhebbers die liever de originele stijlen speelden. Die hebben we benaderd en zo is Rude Rich & The High Notes ontstaan."
Sinds het eerste optreden in 1998 op een festival van het skamagazine Crawl in de Hilversumse Tagrijn staat de band, in Klaasens woorden, ‘als een huis’. Twee keer per week oefent men in de eigen ruimte in een werfkelder in hartje Amsterdam. Een ruimte die vol staat met authentieke apparatuur en muziekinstrumenten en ook in gebruik is als studio. "Als je vroeger naar die muziek luisterde," verwijst Klaasen opnieuw naar het rijke Jamaïcaanse muziekverleden, "dan wist je gelijk 'dat komt bij Lee Perry vandaan', 'dat uit Studio One' of 'dat is Treasure Isle'. Elke studio had z'n eigen geluid. Vandaag de dag kun je niet meer horen waar iets gemaakt is omdat de computer overal met hetzelfde programmaatje werkt. Sound is heel belangrijk. Kijk naar Stax of Motown. Daar gaat het ons ook in eerste instantie om. Hier hebben we het geluk dat de sound perfect is. Maar je moet er wel de juiste oude apparatuur voor hebben."
In de studio is onder meer skalegende Derrick Morgan vastgelegd. Ook nam de band er het laatstverschenen album Soul Stomp uit 2004 op. Een album dat uitgebracht is op het eigen Rude Rich-label. "We zitten nu op een punt dat we meer met het randgebeuren bezig zijn dan met de muziek. Dat is wel een vervelende bijkomstigheid, maar we hebben altijd de targets die we onszelf gesteld hebben kunnen halen" zegt Klaasen in onvervalst zakenjargon. Hij beaamt dat zijn band het meer moet hebben van live-optredens dan van de verkoop van cd's. "Weer die computer, hè. Door dat downloaden stagneert de cd-verkoop heel erg."
Zo blijft er ondanks de groeiende reputatie van Rude Rich & The High Notes in binnen- en buitenland nog wel het een en ander te wensen over. Namen van persoonlijke favorieten als Ken Boothe, Leroy Sibbles, The Gaylads en Bob Andy vallen als kandidaten voor eventuele toekomstige samenwerkingen. Ook optreden in Japan, Noord- en Zuid-Amerika en natuurlijk Jamaïca staat op het verlanglijstje. Voorlopig heeft de band echter nog wel even de tijd, want, zegt Klaasen, wijzend op vluchtig voorbijgaande trends: "Ik loop al langer mee en heb bands zien komen en gaan. Daarom verandert die scene op Jamaïca ook steeds en is het daar muzikaal bergafwaarts gegaan. Voor klassieke stijlen zijn altijd wel liefhebbers. Met wat wij doen kan ik doorgaan tot ik 150 ben."
http://www.kindamuzik.net/interview/rude-rich-and-the-high-notes/hollandse-hoeders-van-caribisch-cultuurgoed/13887/
Meer Rude Rich and the High Notes op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/rude-rich-and-the-high-notes
Deel dit artikel: